De roep om strenger te straffen is niet terecht. Dat
vindt criminologe en juriste Margareth Egelkamp. Het wordt namelijk al gedaan,
zo toont zij aan in haar promotieonderzoek: “Inflatie van geweld?” Egelkamp
onderzocht steekproefsgewijs 1100 strafdossiers over geweldsmisdrijven uit 1986
en uit 1996. Ze concludeert dat burgers tegenwoordig veel makkelijker aangifte
doen bij de politie. Met name van geweld dat vroeger niet als zodanig werd
ervaren. ‘We zijn gevoeliger geworden voor geweld,’ stelt de criminologe.
‘Burgers accepteren het steeds minder en het begrip wordt in het strafrecht ook
ruimer gedefinieerd, waardoor het aantal daadwerkelijke vervolgingen
toeneemt.’
Ook de kwalificatie van het geweldsdelict verandert, meent Egelkamp. ‘Wat
vroeger nog als een lichte overtreding werd gezien, heet nu een misdrijf. Een
voorbeeld: het begrip “verbaal geweld” kende men in de jaren tachtig niet in het
strafrecht. Of de caféruzie. Dat heet nu zinloos geweld. Waar begint het geweld
en waar houdt de ruzie op? Die grens verschuift.’
In haar onderzoek vergelijkt Egelkamp Nederlandse strafdossiers met Duitse.
Het blijkt dat de Duitsers veel strikter zijn als het gaat om strafrechtelijke
definities. ‘Nederlandse juristen hebben meer ruimte om bestanddelen van de
delictomschrijving uit te leggen.’ Volgens de jurist-criminologe leidt dat er
toe dat geweldsdelicten in Nederland sneller en zwaarder worden bestraft. ‘In
het strafrecht moet de delictomschrijving zo precies en strikt mogelijk zijn,
want er moet zekerheid bestaan over wat strafbaar is en wat niet,’ vindt de van
oorsprong Duitse Egelkamp.
Burgers doen eerder aangifte van geweldpleging. Zijn ze
mondiger geworden of minder tolerant?
‘Ik zou eerder denken aan: beschaafder met elkaar omgaan. Mensen reageren
gevoeliger, ook op lichtere vormen van gewelddadig gedrag. Het wordt niet meer
geaccepteerd. Je zou kunnen zeggen dat het strafrecht zich aanpast aan de nieuwe
normen van de maatschappij. Dat zie je ook bij de politie en het openbaar
ministerie. Zij nemen de aangiften van lichtere geweldsdelicten ook serieus.
Toch heeft u het over ‘de negatieve spiraal in ons denken over
geweld’.
‘In ons denken over geweld spelen niet de lichte gevallen een rol, maar de
heel serieuze incidenten, die in de media uitgebreid worden belicht. Zoals over
die jongen die is doodgeslagen in Venlo. In ons hoofd ontstaat het beeld dat de
toename van geweld toe te schrijven is aan dit soort zwaar geweld. Dat is niet
zo! Uit de steekproef die ik heb genomen uit de strafdossiers blijkt dat het met
name de lichte geweldsdelicten zijn die een toename vertonen. Het wordt tijd dat
de discussie over geweld wordt verzakelijkt. Die discussie gaat nu uitsluitend
over zware geweldpleging. Situaties als in Venlo kwamen in 1986 ook voor.
Alleen, het werd niet breed in de krant uitgemeten. Inmiddels zijn we niet meer
gewend aan geweld. Het wordt steeds meer uit ons leven verbannen. In de jaren
zestig bijvoorbeeld was slaan op school niet ongewoon. Nu wordt dat niet meer
geaccepteerd.’
Hoe kun je de discussie over geweld verzakelijken?
‘Door in de media niet de emotioneel betrokken insteek te kiezen. Maar meer
de achtergronden te belichten achter de cijfers over criminaliteit en niet
alleen te focussen op de ernstige incidenten. De interpretatie van de cijfers is
belangrijk. Het aantal lichte gevallen van geweld neemt toe en dat hangt samen
met de hogere gevoeligheid van mensen voor geweld. Dat is goed. Het betekent dat
we beschaafder met elkaar om willen gaan, niet dat we gewelddadiger met elkaar
zijn.’
Is de maatschappij in 1996 niet méér gewelddadig dan in
1986?
‘Dat kan je niet zo stellen.De toename van het geregistreerde geweld is toe
te schrijven aan ander aangiftegedrag van burgers en aan de ruimere juridische
uitleg van definities over geweld. Niettemin kan ik niet uitsluiten dat er een
feitelijke toename van geweld is. Wil je dat feitelijk vaststellen, is een
steekproef niet voldoende, maar moet je alle strafdossiers van1986 en 1996
vergelijken.’
Bent u tegen strenger straffen?
‘De roep om strenger te straffen is niet terecht. Steeds meer worden lichte
geweldsdelicten serieus genomen. Deze ontwikkeling is al door de politie
opgenomen, zij gaan strenger om met lichte en zwaardere vergrijpen. Ik denk dat
de focus niet moet liggen op repressief optreden, maar op preventief handelen.’
Dus de aandacht van de politiek voor veiligheid is
overdreven?
‘Het gevoel van onveiligheid bij de burgers moet heel serieus genomen
worden. Want dat is een bijdrage aan een goede kwaliteit van leven en wonen.
Maar veiligheidsgevoelens hebben in feite weinig te maken met daadwerkelijke
onveiligheid. Uit criminologisch onderzoek blijkt dat andere factoren daarin een
rol spelen, zoals een onzekere economische situatie, onzekere werk- en
familiesituatie. Het gevoel van onveiligheid heeft vooral te maken met de
levensomstandigheden en dáár zou de politiek dan ook meer aandacht aan moeten
geven. Bijvoorbeeld door het verbeteren van de woonsituatie.
Ik pleit voor een meeromvattende aanpak om onveiligheid terug te dringen,
door gemeente, welzijnswerk en politie. De politie kan dat niet in haar eentje,
terwijl dat nu wel vaak door de politiek wordt verwacht.’/Carolien
Stam