Bouteh vervolgt: ‘Deze definitie van cultuur belemmert iedere interactie. Onderzoek, vraag en ga op zoek naar gezamenlijke waarden.’ Toen hij dertig jaar geleden vanuit Iran naar Nederland kwam, gaf Bouteh mensen geen hand ter begroeting. Wel vouwde hij zijn handen voor zijn borst als een teken van respect. Zo had hij dat van zijn ouders geleerd, in zijn geboorteland is dat een normale manier om elkaar te begroeten. Maar inmiddels heeft hij zich aangepast aan de Nederlandse gewoonte en geeft hij wel een hand.
Voor Bouteh is het een typisch voorbeeld waaruit blijkt dat culturele normen niet vaststaan, maar kunnen veranderen. ‘Als je denkt dat alle Iraniërs geen hand geven ter begroeting, ga je ervan uit dat het gedrag van mensen vastligt. Wellicht steek je zelf je hand al niet meer uit als je iemand uit deze cultuur ontmoet. Dit uitgangspunt werkt, zeker in de hulpverlening, belemmerend en destructief. Cliënten zullen zich eerder distantiëren als je handelt op basis van veronderstellingen die niet blijken te kloppen.’
Losmaken van aannames
Nederlandse ouders slaan hun kinderen niet. Je moet je schoenen uitdoen bij Marokkaanse mensen. Chinese mensen pakken cadeaus niet meteen uit. Volgens Bouteh staat onze samenleving bol van dit soort stereotypen en worden ze ook op de opleidingsinstituten, van de middelbare school tot de universiteit, met de paplepel ingegoten. Het klopt dat mensen uit een bepaalde cultuur een aantal grove gezamenlijke normen en waarden hebben en dat er verschillen kunnen zijn, erkent hij. Zo is de bevolking van Iran voor 90 procent moslim. Toch kan het zijn dat de cliënt die jij uit dat land treft die religie niet aanhangt. Of misschien niet meer praktiserend is.
‘Om effectief aansluiting te vinden en verschillen te overbruggen, moet je je in eerste instantie losmaken van deze aannames en beseffen dat cultuur als zodanig niet bestaat’, betoogt Bouteh. ‘Cultuur is een bedachte sociale constructie. Kennis over bepaalde culturele verschillen geeft geen garantie voor een effectieve communicatie. Om de cliënt goed te kunnen helpen, moet je je ervan bewust zijn dat cultuur zich ontwikkelt. De dynamische visie van cultuur is dat je iedere keer opnieuw een interactie met het individu aangaat. En daarna onderzoekt of je aanvankelijke aannames relevant en toepasselijk zijn.’
Gedeelde waarden
Hoe werkt dat in de praktijk? Volgens Bouteh hebben mensen vaak wel gedeelde waarden, ook als ze geen gedeelde normen hebben. Dat betekent dat mensen op basis van dezelfde motivatie en beweegredenen op een andere manier kunnen handelen. Op basis van die gedeelde waarden kun je elkaar vinden en de norm eventueel beïnvloeden.
Hij geeft een voorbeeld: ouders met een Turkse migratie-achtergrond worden door de school doorverwezen naar een hulpverlener omdat het kind blauwe plekken en striemen op het lichaam heeft. Er is een sterk vermoeden van kindermishandeling. Bouteh: ‘Dan heb je als hulpverlener twee keuzes. Of je zegt alleen: “U mag uw kind niet slaan.” Dan creëer je een patstelling en jaag je de ouders tegen je in het harnas. Of je krijgt sociaal wenselijke antwoorden, de ouders gaan naar huis en slaan hun kind de volgende keer weer.’
Wat je wel zou moeten doen, meent Bouteh, is de ouders vragen waarom ze hun kind slaan. ‘En dan zeggen ze wellicht: hij had gestolen en dat mag niet. Of: hij studeert niet genoeg en ik wil dat hij later goed terecht komt. Dan kun je als hulpverlener zeggen: “Ik ben het met u eens dat uw kind niet mag stelen en dat het fijn is als het later goed terecht komt.” Dat zijn universele waarden die je deelt met de cliënt. En daarvan kun je nooit zeggen: dat is nou typisch Turks, Nederlands of Iraans. Alle ouders van welke afkomst dan ook worstelen immers met vragen over het omgaan met ongewenst gedrag van hun kinderen. Als je die gedeelde waarden als uitgangspunt neemt, is de kans veel groter dat je de norm kunt beïnvloeden of veranderen.’
Individuele toetsing
De meeste miscommunicatie ontstaat doordat mensen denken dat cultuur statisch is, meent Bouteh. Maar normen zijn niet statisch en vastgeroest maar veranderen voortdurend. Het gaat Bouteh om individuele toetsing (van cliënten) in plaats van uit te gaan van algemene kennis. Wees jezelf en laat je verwonderen, is zijn advies aan hulpverleners. Onderzoek op basis van gezamenlijke waarden waardoor het komt dat iemand ander gedrag vertoont of andere normen heeft dan jijzelf. Durf dingen ter discussie te stellen en ga er niet vanuit gaan dat je weet waarom iemand doet zoals hij doet.
Ook als het bijvoorbeeld gaat om die mannelijke cliënt met een migratie-achtergrond die jou als vrouwelijke hulpverlener géén hand geeft. ‘Dan kun je hem vragen: “Ik zie dat u mij geen hand geeft”,’ is het advies van Bouteh. En dan kan het antwoord zijn dat hij dat niet doet uit respect. Of misschien heeft hij wel smetvrees. En ja, het kan ook zo zijn dat hij dat nalaat omdat hij vrouwen minder waard vindt dan mannen. Bouteh: ‘En dan weet je ook meteen wat voor een vlees je in de kuip hebt. Omdat je het onderzocht hebt. Er is niet altijd een gezamenlijk vertrekpunt. Dan kun je je anders positioneren en je communicatiestijl aanpassen. En bijvoorbeeld zeggen: “Meneer, we hebben een probleem want ik ben een vrouw en een professionele zorgverlener. Ik kom u helpen, wat gaat u doen?” Dan is er geen ruis meer in de communicatie.’
Mindset veranderen
Om deze vaardigheden toe te passen, en niet meteen uit te gaan van vooringenomen denkbeelden, is het nodig om je mindset aan te passen. Dat is niet altijd makkelijk als je gewend bent je op een andere manier te gedragen en te denken. Je ervan bewust zijn dat je mogelijk vastgeroeste denkbeelden hebt over cliënten met een migratie-achtergrond is heel belangrijk, zegt Bouteh. ‘En ga er vanuit dat cultuur niet vastligt. Dat is in principe voldoende.’
Ingewikkeld aan deze kwestie is echter dat ook mensen met een migratie-achtergrond vaak vooringenomen denkbeelden hebben over autochtone Nederlanders, die niet altijd kloppen. Bouteh vindt dat juist zorg- en hulpverleners zich hiervan bewust moeten zijn en in staat zouden moeten zijn om er iets aan te veranderen.
De termen ‘cultuursensitieve zorg’ of ‘cultuursensitief communiceren’ dekken ook eigenlijk de lading niet, vindt Bouteh, omdat niet alleen cultuur een rol speelt in de interactie. ‘Mijn advies aan zorgverleners is: differentieer waar nodig is. Leg de focus niet op cultuur maar kijk ook naar andere factoren, zoals opleiding en in hoeverre cliënten gelovig zijn. Als hulpverlener kun je die verschillen overbruggen door de cliënt te behandelen als individu en niet als vertegenwoordiger van zijn of haar cultuur.’
Blinde vlek leren kennen
Wij leven in een maatschappij waarin we elke dag worden gevoed door verkeerde informatie, meent Bouteh. Er is veel diversiteit en dat wordt in de toekomst alleen maar meer. Zorg- en hulpverleners zijn nauwelijks competent op dit vlak omdat er in de opleidingen weinig aandacht aan dit onderwerp wordt besteed. Opleidingen en ook organisaties in de zorg- en welzijnssector zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen en scholingen en trainingen moeten aanbieden, vindt hij. ‘En dan niet alleen over hoe professionals met cliënten met een migratie-achtergrond moeten omgaan. Nee, in die trainingen zouden ze ook hun onbewuste vooringenomenheid, hun blinde vlekken, moeten leren kennen. En leren hoe ze daarmee kunnen omgaan. En op het niveau van communicatie hebben we vaardigheden nodig, vervolgt hij. ‘Niet alleen voor het communiceren met mensen met een migratie-achtergrond maar met elk mens.’
Zo goed, zo waar en zo prachtig verteld Kaveh! Hartelijke groet!