Werden er in 1996 nog 201 voorvallen van racisme en
geweld van extreem rechts geregistreerd, in 1998 waren het er 313. Er werden in
dat jaar 41 allochtonen mishandeld, zo blijkt uit de Monitor racisme en
extreem-rechts die half september werd gepresenteerd. Een probleem is dat bij de
meeste zaken er alleen een vermoeden van racisme bestaat. Want veelal wordt de
dader niet achterhaald.
‘Op de vraag of racisme en geweld van extreem-rechts daadwerkelijk
buitenproportionele vormen aannemen, of dat er eerder sprake is van een toename
van de gevoeligheid voor het onderwerp zal niemand een definitief antwoord
kunnen geven,’ zegt Boris Dittrich, Tweede Kamerlid voor D66. ‘Je weet niet
precies op grond van welke overwegingen mensen al dan niet aangifte doen. Maar
ik ben zelf nogal geschrokken van allerlei vormen van geweld tegen asielzoekers
in de afgelopen maanden. Daarom heb ik contact opgenomen met verschillende
antifascisme en antidiscriminatiebureaus met het verzoek een overzicht te geven
van de gewelddadigheden met een racistisch karakter die zij het afgelopen jaar
hebben geconstateerd. Daar schrik je echt van. De gewelddadigheden rond een
aantal asielzoekerscentra, de mensen die op straat in elkaar worden geslagen of
met messen worden gestoken. Het blijkt veel vaker voor te komen dan je uit de
krantenberichten zou afleiden.’
Vroeger gingen de leden van verschillende fanfarekorpsen elkaar
te lijf, nu de voetbalsupporters. Heeft dat niet meer te maken met de
identificatie met een bepaalde groep dan met een racistische
ideologie?
‘Misschien is dat wel zo, maar dat neemt niet weg dat het afzetten
tegen een bepaalde etnische groep wel degelijk discriminatie kan zijn. Zeker als
dat gepaard gaat met fysiek geweld mag je dat niet accepteren. Toen ik rechter
was werd ik meer dan eens geconfronteerd met zaken waarbij iemand in elkaar was
geslagen en ook was uitgescholden voor ‘zwarte’ of ‘Turk’. Vaak zag je dan dat
de officier van justitie alleen het fysiek geweld ten laste had gelegd. Het
openbaar ministerie vindt dat vaak te bewerkelijk, te moeilijk om aan te tonen.
Indertijd hebben we afgesproken de belediging apart te registreren en ook ten
laste te leggen. Maar dat gebeurt nog nauwelijks.’
Een mogelijke aanpak die u onlangs voorstelde was het instellen
van een landelijke meldlijn. Daar zijn er toch al veertig van op regionaal
niveau?
‘Dat stond zo in De Volkskrant, maar mijn voorstel luidde anders. Ik
heb gezegd dat we de lokale antidiscriminatiebureaus financiële ondersteuning
zouden moeten bieden om te professionaliseren. Nu werken de meeste bureaus op
vrijwillige basis, maar dat heeft soms wel gevolgen voor de werkwijze. In de ene
regio draaien ze beter dan in de andere. De regionale bureaus zouden hun
bevindingen door kunnen geven aan een centraal meldpunt, zodat er een landelijk
dekkend netwerk ontstaat. Je blijft dus ingangen op regionaal niveau houden. Dat
is goed, want die zijn op de hoogte van de lokale situatie.’
De reacties op toenemend racisme zijn nogal voorspelbaar. Een
bewustwordingscampagne, een festival en een optocht. Is er niets anders
denkbaar?
‘Het valt mij op dat bepaalde thema’s nog onvoldoende uit de verf
komen. Zo wordt er ook veel interetnisch gediscrimineerd. Bijvoorbeeld
Surinamers die Turken discrimineren of Turkse jongeren tegen asielzoekers. We
signaleren het, maar we doen er niets mee. Er wordt nog teveel vanuit een witte
positie gedacht. Laten we maar een tv-spotje doen en een stukje in de krant
zetten dat het niet goed is, en dan gaan we weer over tot de orde van de dag. We
zouden die etnische groepen vanuit een andere manier moeten benaderen, via
mensen die zelf uit die groepen afkomstig zijn. Als je Surinamers in Amsterdam
Zuid-Oost wilt bereiken, moet je de radiostations, die zich specifiek op deze
mensen richten, benaderen. Of je moet religieuze organisaties van deze groepen
bijeenkomsten laten organiseren. Je moet het probleem dan wel aan de orde durven
te stellen en niet denken: als we bepaalde gedragingen van etnische groepen
bespreekbaar maken, zijn we zelf aan het discrimineren. Dat lijkt wel politiek
correct, maar het is struisvogelpolitiek.’
Toen u in juni stelde dat Nederland bevolkingspolitiek moest
gaan voeren, werd dat niet bepaald politiek correct gevonden. Is zo’n opmerking
geen koren op de molen van extreem-rechts?
‘Dat vonden sommige mensen, maar ik heb ook veel positieve reacties
gehad. Bij gelijkblijvend beleid hebben we in Nederland over twintig of dertig
jaar 17,5 miljoen inwoners. Maar de werkgevers willen de vele vacatures al
opvullen met mensen van buiten de Europese Unie. Dat heeft weer gezinshereniging
en dergelijke tot gevolg. Ik vind persoonlijk dat we moeten durven nadenken hoe
Nederland er over dertig of veertig jaar uitziet. We willen immers allemaal in
een land leven waar nog wat groen, rust en stilte is. Het gaat mij om het
welzijn van mensen die in dit land wonen, of ze nu zwart of wit zijn.’
Staat racisme het integratieproces in de
weg?
‘Dat denk ik wel. Naarmate er meer geweld wordt gepleegd ten opzichte
van asielzoekers en de autoriteiten reageren met een houding van: “laten we er
niet teveel over praten, anders wakkeren we het alleen maar aan”, dan voelen
allochtonen in Nederland zich buitenspel gezet. Het integratieproces wordt
verstoord, omdat men denkt: eigenlijk interesseert het jullie helemaal niet. Dan
krijg je toch dat denken in ‘wij’ en ‘jullie’.’
U heeft voorgesteld de strafmaat voor racistische delicten te
verhogen. Geldt dat ook voor interetnisch geweld?
‘Bij het opstellen van het regeerakkoord is afgesproken dat het kabinet
met voorstellen komt om in de strafmaat tot uitdrukking te brengen dat we
racisme zeer ernstig vinden. Minister Korthals is nog steeds niet met dat
wetsvoorstel gekomen. Ik vind dat hij daar laks in is. Natuurlijk zou die hogere
strafmaat ook moeten gelden voor interetnisch geweld. Je kunt moeilijk witte
Nederlanders die iemand met een andere huidskleur discrimineren gaan aanpakken
en dezelfde vergrijpen bij etnische groepen onderling met de mantel der liefde
bedekken.’
Wie zou het voortouw moeten nemen bij de bestrijding van
racisme?
‘Het is het mooiste als dat uit de samenleving zelf komt. Maar ik maak
me zorgen over de participatiegraad van burgers. Neem de herdenking van Kerwin
Duinmeijer. Vroeger kwamen daar duizenden mensen op af, nu nog enkele
tientallen. Jongeren vinden racisme en geweld afschuwelijk, maar om daar nou de
straat voor op te gaan als het regent….Ik hoop dat er wat beeldbepalende
figuren in de samenleving opstaan – sporters, popzangers of acteurs, mensen met
wervingskracht – die laten zien dat ze idealen hebben. Dat werkt veel beter dan
een waarschuwend vingertje van de politie of vanuit Den Haag.’/Eric de
Kluis