De Rotterdamse Karel Doormanstraat is deftig. De poppen in de etalages van de vele boetiekjes hebben kleding aan van luxe merken als Gucci, Burberry en Armani. Het straatbeeld wordt verder gevormd door eetgelegenheden en een enkele galerie. Wie door de ramen van Via Kunst tuurt, ziet kleurige schilderijen, netjes ingelijst of op doek. De werken zijn niet gemaakt door bekende kunstenaars, maar door daklozen, verslaafden, illegalen en mensen met een psychiatrische achtergrond.
‘Wij zijn de pukkel van de Karel Doormanstraat,’ schertst Milan Tilder, begeleider bij Via Kunst. Maar niets is minder waar. Voor de passant onderscheidt de galerie zich niet van een commerciële kunsthandel. De kunstwerken hangen goed gesorteerd aan de witte muren. Een smal gangetje verbindt de galerie met een atelier. Daar zijn meerdere kunstenaars druk in de weer met acrylverf, kleurpotloden en aquarel. Zoals het een atelier betaamt, is het in deze ruimte rommelig, maar gezellig. Hoewel niet zichtbaar, is er wel een groot verschil tussen Via Kunst en reguliere galerieën. Bij Via Kunst kunnen mensen terecht zonder geld of toekomstperspectief. Ze kunnen er lekker aan de slag, hun gedachten ordenen en misschien een eerste stap zetten naar een ander leven.
Kliederen
Via Kunst begon eind jaren tachtig als een tekenactiviteit in een bouwkeet op Perron 0. Toen dat in 1994 werd gesloten, kreeg het project met hulp van de Pauluskerk een nieuw pand, buiten het centrum van Rotterdam. Sinds een paar jaar is de galerie gevestigd op een a-lokatie. De Nico Adriaans Stichting voorziet Tilder, de enige betaalde medewerker van het project, van een inkomen. De meeste overige kosten worden gedekt door de Pauluskerk. De medewerkers van Via Kunst delen dezelfde visie op hulpverlening als de hulpverleners van de Pauluskerk. ‘Wij accepteren mensen zoals ze zijn. Een verslaafde die in de reguliere hulpverlening terechtkomt, moet veranderen. Daar zegt men “jij bent verslaafd, dat is niet goed, binnen die en die tijd moet dat over zijn”. Daar hangt iets dwingends aan. Zo werken wij niet. Wij stoppen mensen niet in hokjes. Ieder mens is anders en ieder mens komt hier met andere doelstellingen. Sommigen komen hier om gewoon wat te kliederen, anderen willen zichzelf te ontwikkelen, misschien wel zelfvoorzienend worden. Wij beoordelen mensen niet op vooroordelen, maar op hun kwaliteiten. Ze komen hier om te werken, niet om uit het raam te staren,’ zegt Tilder lachend. Het atelier heeft namelijk geen raam.
‘Door het schilderen krijgen de kunstenaars hier de tijd en de rust voor zelfreflectie. Sommige kunstenaars komen hier tot de ontdekking dat ze hun leven inderdaad anders willen inrichten. Daar helpen wij ze dan mee. Wij hebben via de Pauluskerk de juiste contacten met de hulpverlening. Maar niets moet.’
Die filosofie blijkt uit alles. De mensen die in de galerie aan het werk zijn, worden niet behandeld als cliënten, maar als kunstenaars. Ze werken als collega’s in dezelfde ruimte en inspireren elkaar met hun werken. Tilder praat met hen over de kunst, niet over hun achtergrond, tenzij ze daar zelf over beginnen. ‘Ik ben geen hulpverlener, ik ben een begeleider.’ De sfeer is over het algemeen ontspannen.
Toch slaat de vlam wel eens in de pan. ‘Nu zijn hier een stuk of vijf mensen aan het werk, maar soms zijn dat er vijftien. De ruimte is daar eigenlijk te klein voor. Iedereen heeft zijn eigen bagage en kan daardoor soms weinig van anderen hebben. Dat loopt wel eens mis. Maar ik probeer dat met humor te benaderen.’
Een paar maanden geleden werd er in het pand bijvoorbeeld een kunstenaar met psychiatrische problemen meegenomen voor een gedwongen opname. ‘De hulpverleners konden hem nergens meer vinden. Dus hebben ze in het café aan de overkant zitten wachten tot hij hier kwam. Met hulp van de politie is hij toen meegenomen. Zoiets zorgt voor veel consternatie. Sommige kunstenaars verliezen op zo’n moment hun vertrouwen in Via Kunst . Het is lastig om dat terug te winnen.’
Andere situaties geven juist vertrouwen. ‘Er zijn hier ook illegale kunstenaars aan het werk. Een van hen had een tijd geleden kiespijn. Maar hij was niet verzekerd, dus kwam hij hier voor hulp. De hulpverleners van de Pauluskerk hebben toen een behandeling bij de tandarts geregeld. In Nederland zijn er gewoon potjes voor de behandeling van illegalen. Dat moet je maar net weten, je moet de juiste contacten hebben, en die hebben wij.’
Eigenwaarde
Ook kunstenaar Humberto heeft baat bij het project. In het atelier is hij bezig met een compositie van bruin en blauw. Toen hij een aantal jaren geleden arbeidsongeschikt raakte, kwam hij in een diep dal terecht. Via een vriend kwam hij in contact met Via Kunst. ‘Als het lukt, ben ik hier vijf dagen per week. Het is mijn dagbesteding. Soms wordt een van mijn werken verkocht. Dat is een steun. Ik word toch een beetje beloond door mijn kunst.’ Het project geeft Humberto zijn gevoel van eigenwaarde stukje bij beetje terug.
Van zijn werk wordt Humberto niet rijk. De schilderijen kosten gemiddeld 105 tot 130 euro. Een derde deel van het verkoopbedrag is bestemd voor de aanschaf van nieuw materiaal. Tweederde van de opbrengst gaat naar de kunstenaar. ‘Als we de werken duurder zouden maken, komen sommige kunstenaars in de knoop met hun uitkering,’ verklaart Tilder.
De meeste kunstenaars komen, net als Humberto, via via bij het project terecht. Om te kunnen exposeren bij Via Kunst moet de kunstenaar minstens drie maanden bij het atelier werkzaam zijn en een zekere eigenheid ontwikkeld hebben. De eerste periode is aftastend; de kunstenaar maakt kennis met collega’s en de manier van werken. Na die periode wordt gekeken of de kunstenaar wil deelnemen aan Via Kunst. Hij moet dan regelmatig zijn gezicht laten zien. Via Kunst biedt de werken te koop aan en de kunstenaar kan daarmee proberen zelfvoorzienend te worden.
Dat klinkt goed, maar het is nog nooit gebeurd dat een kunstenaar met behulp van het project zichzelf financieel staande kon houden. ‘Ik kom er achter dat hier een zeker risico van hospitalisatie aanwezig is,’ vertelt Tilder. ‘Sommige kunstenaars zijn eigenlijk te goed geworden voor dit project. Doordat wij de prijzen laag houden, kunnen zij er niet van leven. Daarom zoeken wij nu contact met de professionele kunstwereld.’
Het is de bedoeling dat commerciële galerieën en kunsthandelaren de kunstenaars die het niveau van Via Kunst zijn ontstegen, onder hun hoede nemen. ‘Sinds kort hebben wij contact met TENT, een grote regionale kunstinstelling. Die wil samen met ons exposeren. Wij hopen dat dit contact bijdraagt aan de verzelfstandiging van sommige kunstenaars. Via TENT kunnen andere galerieën kennismaken met ons werk en talent oppikken. Sommige kunstenaars hebben hier een grens bereikt, iemand anders moet het overnemen.’
Ook de contacten met andere instellingen worden aangehaald. ‘Het RIAGG bijvoorbeeld ziet dat onze aanpak vruchten afwerpt. Die instelling wil zelf ook wel zo’n project starten, maar ze zit met de vormgeving van haar zorg en heeft te maken met complexe verzekeringsgelden en zorgkantoren. Dat maakt vernieuwing ingewikkeld. Het RIAGG krijgt alleen geld als er resultaten zijn. Er zijn bij Via Kunst een aantal cliënten van het RIAGG werkzaam. En er zijn meer gegadigden, maar ook onze werkplaats raakt vol.’
Therapie
Dit voorbeeld toont volgens Tilder het verschil tussen Via Kunst en andere projecten. Via Kunst richt zich niet primair op resultaten. ‘In Amsterdam is een opvang voor daklozen waar ook een schilderruimte aanwezig is. Maar de nadruk ligt daar niet op schilderen. En er zijn natuurlijk veel andere instellingen die hun cliënten laten schilderen. Maar vaak op een betuttelende manier van “wat heb jij een mooie tekening gemaakt”.’
Bij Via Kunst is dat anders. Het gaat om het creatieve proces. Mensen die hier alleen komen schilderen om het artistieke product steken er sociaal-maatschappelijk ook iets van op. Hoewel dat niet hun uitgangspunt is, hebben zij ook baat bij de therapeutische werking.’