Met bijna 30 jaar werkervaring loop ik al (te?) lang mee in de jeugdzorgsector. Bij mijn eerste beleidsbaan in de residentiële jeugdzorg kreeg ik als junior direct twee taken toegeschoven waar senior-beleidsmedewerkers bij hun strategische projecten geen tijd (noch zin?) voor hadden: jongerenparticipatie en de aanpak van grensoverschrijdend gedrag.
Het ene na het andere ‘incident’ kwam op mijn bord: leefgroepen waar kinderen seksueel grensoverschrijdend gedrag naar elkaar vertoonden, een pedagogisch medewerker die in bed was gaan liggen bij een meisje in de crisisopvang, agressief gedrag tussen groepsleiding en jongeren op een kamertrainingscentrum et cetera. Tijdens de onderzoeken hiernaar richtte ik een jongerenraad op, want dat ‘moest van het provinciale bestuur’.
De input van de jongeren op het veiligheidsthema bleek glashelder: onze tehuizen waren onveilig ingericht met krakkemikkige kamersloten en een goedkope inrichting, groepsleiders hadden te weinig tijd voor persoonlijk contact met jongeren, ’s nachts was er nauwelijks pedagogisch personeel aanwezig, personeel wisselde teveel waardoor jongeren zich niet vertrouwd voelden om over geweldservaringen te spreken en nog veel meer.
Onlangs was ik bij de persconferentie van het rapport van Jason. Met zijn onderzoek toonde hij aan dat jongeren in de gesloten jeugdzorg nog steeds ernstig geweld en andere kinderrechtenschendingen meemaken. Toch heeft de Tweede Kamer dit voorjaar besloten geen onderzoek te willen doen naar hoe het mogelijk is dat er maar geen verbetering komt in de veiligheid van jongeren in de gesloten jeugdzorg. Het historisch geheugen van de Kamerleden leek niet verder te reiken dan de Commissie De Winter van ongeveer vijf jaar geleden. Maar het probleem is al zo veel langer niet opgelost, ondanks allerlei andere commissies en plannen.
Anno nu hebben we natuurlijk de hervormingsagenda en heeft de staatssecretaris een ‘bestuurlijk aanjager’ geïnstalleerd, terwijl ook acht bovenregionale expertisenetwerken, een schakel- en adviesraad en tenminste zes leernetwerken van professionals en organisaties op dit thema actief zijn.
Werkelijk alles wat aan verbetermaatregelen wenselijk en mogelijk is, is al vele malen onder allerlei soorten vlaggen benoemd. En vervolgens te vaak niet, beperkt of slechts tijdelijk ingevoerd. Te vaak is de bal neergelegd bij de medewerker, die zou moeten professionaliseren. Maar zoals de jongeren steeds aangeven: zorg als bestuurders vooral dat professionals tijd hebben om een band met ons op te bouwen en de expertise op te bouwen om ons soms onbegrepen gedrag te begeleiden en te bezien vanuit de trauma’s die we hebben. Richt een tehuis in als een veilig en fijn huis en niet als een gevangenis of verwaarloosde hut. Zie ons, hoor ons, steun ons. Een simpele boodschap, die al decennia te moeilijk blijkt om te realiseren.
Mariëlle Dekker is directeur van Augeo Foundation (augeo.nl), een stichting die zich inzet voor veilig en veerkrachtig opgroeien, met name gericht op kinderen die ingrijpende ervaringen meemaken.