Soms zit een ongeluk in een klein hoekje en dat lijkt in onderstaande tuchtzaak ook het geval. Als je onderscheid zou maken in de typen tuchtwaardig handelen, dan valt een deel daarvan in de categorie ‘onbedoelde, bijna ongemerkte fouten’. Professionals vrezen dergelijke situaties, omdat ze het idee hebben dat het iedereen – ook henzelf – vrij makkelijk kan overkomen. Maar hoe onbedoeld en soms onopgemerkt ook, je handelen heeft altijd impact. In dit geval zelfs op een gezin dat helemaal niet op het netvlies van de beklaagde professional stond.
Melding van huiselijk geweld
De beklaagde in deze zaak is een gezinsspecialist bij een instelling. Ze is benaderd door de vertrouwenspersoon van school om in gesprek te gaan met een leerling naar aanleiding van een melding van huiselijk geweld. De professional gaat diezelfde dag nog naar de school en vraagt aan de conciërge waar de betreffende leerling zich bevindt. Zij noemt de conciërge de volledige naam van de leerling, die een lokaalnummer opgeeft, waarna de professional naar dat lokaal gaat om de leerling op te halen. Ze noemt de voornaam van de leerling en neemt degene die opstaat mee voor een gesprek.
Tegenstrijdigheden
Echter, de leerling die zij zoekt, bevond zich niet in het betreffende lokaal. Daar zat toevallig wèl een leerling wiens voornaam leek op de naam van degene die de professional zocht. Met deze leerling gaat de professional een gesprek aan over de thuissituatie. Als blijkt dat er nogal wat tegenstrijdigheden zitten tussen het verhaal van de leerling en de informatie van de melding, rondt de gezinsspecialist het gesprek voortijdig af en gaat de leerling terug naar zijn lokaal.
De professional spreekt vervolgens met de vertrouwenspersoon, maar die kan geen opheldering verschaffen. Vervolgens probeert ze contact op te nemen met de melder. Deze krijgt ze pas in de namiddag te pakken. De volgende dag neemt de moeder van de leerling met wie zij wel sprak contact op met school om opheldering te vragen. De professional is op die dag niet aanwezig. De dag erop hoort zij de achternaam van de leerling met wie ze heeft gesproken en realiseert zich dat zij de verkeerde voor zich had. Nog dezelfde dag legt zij aan de moeder van deze leerling uit dat het ging om persoonsverwisseling, en biedt zij haar excuses aan.
Onzorgvuldig gehandeld
De moeder dient een aantal maanden later een klacht in. Kort gezegd verwijt zij de beklaagde onzorgvuldig te hebben gehandeld en verwoordt dat in drie klachtonderdelen. De professional heeft, nadat ze de jongen uit het lokaal heeft gehaald, niet gecontroleerd of zij de juiste persoon voor zich had. Ook heeft zij gedurende het gesprek niet getwijfeld of de juiste persoon tegenover haar zat. Tot slot verwijt klaagster de professional dat zij in het gesprek met klaagster op een zakelijke en emotieloze wijze vertelde hoe het een en ander is gegaan.
De professional verweert zich tegen het verwijt van onzorgvuldigheid. Vanwege de AVG kan zij zelf in het schoolsysteem de gegevens niet opzoeken. Daarmee is ze afhankelijk van de juistheid van informatie die anderen haar geven. Ze heeft na het voorval haar werkwijze overigens hierop aangepast. De professional stelt dat in die verkennende fase het gesprek nog alle kanten op kon gaan en dat er op geen enkel moment druk op de leerling is uitgeoefend. Toen de professional doorkreeg dat het verhaal van de leerling en de melding niet met elkaar strookten, heeft zij het gesprek dan ook gestopt. Met betrekking tot de ‘zakelijkheid’ in het gesprek met de moeder geeft zij aan zich zakelijk, respectvol en meelevend te hebben opgesteld en ook dat zij meerdere malen haar welgemeende excuses heeft aangeboden. Ze heeft samen met de directrice van de school geprobeerd transparant weer te geven wat er gebeurd is.
Deels gegrond, deels ongegrond
Het college overweegt dat, gezien de vertrouwelijkheid van het gesprek, de professional had moeten nagaan of zij de juiste persoon voor zich had. Het college meent dan ook dat dit deel van de klacht gegrond is, en dat de professional in strijd met artikel J van de Beroepscode voor Jeugd- en Gezinsprofessionals (BPSW, 2017) heeft gehandeld. Dat de professional niet door heeft gehad dat zij de verkeerde voor zich had, valt haar niet te verwijten. Het komt in de praktijk regelmatig voor dat een slachtoffer van huiselijk geweld zich in een gesprek niet direct duidelijk uitspreekt. Dat deel van de klacht is ongegrond. Het college is daarnaast van mening dat de professional zorgvuldig heeft gehandeld door het gesprek met de leerling te stoppen, en contact op te nemen met de vertrouwenspersoon en de melder. Ze heeft na het ontdekken van de fout de situatie aan klaagster uitgelegd en haar excuses aangeboden. Het college is niet aanwezig geweest bij het gesprek tussen de directrice, professional en moeder, en kan dus ook niet oordelen hoe het gesprek is gelopen. Dat deel van de klacht is eveneens ongegrond.
Aan het niet zorgvuldig vaststellen van de identiteit van de leerling kan het college niet voorbijgaan. Maar het merkt ook op dat het om een eenmalige misslag gaat, waarbij de professional ook zorgvuldig handelen heeft laten zien. Bovendien heeft zij gereflecteerd op haar handelen en haar werkwijze aangepast. Ze heeft haar ervaring en nieuwe werkwijze ook met haar collega’s gedeeld. Het college legt daarom geen maatregel op.
In een klein hoekje
Wat kunnen we nu leren van deze casus? In ieder geval – en zo begint het artikel ook – dat een ongeluk in een klein hoekje kan zitten. Tegelijkertijd laat het ook zien wat de impact kan zijn van een relatief klein misverstand. Eens te meer blijkt dat het tuchtrecht niet gaat over het veroordelen van professionals, maar dat het vertrouwen in de beroepsgroep op het spel staat. De meest hoopgevende boodschap van deze zaak is echter dat een handeling op zichzelf niet bepaalt hoe het oordeel over zorgvuldigheid uitpakt. Niet alleen de ‘fouten’ worden opgemerkt, maar ook de manier waarop professionals vervolgens omgaan met situaties waarin zij bijna ongemerkt en onbedoeld terechtkomen. Professionals zijn niet onfeilbaar en hoeven dat ook niet te zijn. Hun kracht zit in het transparant, zorgvuldig en reflectief handelen, ook in kleine hoekjes waar misverstanden op de loer liggen.
(Zaaknummer 18.212T)
Deze aflevering is geschreven door Jurja Steenmeijer. Zij is maatschappelijk werker en ethicus. Ze werkt onder andere voor de beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk BPSW.