Expertise- en behandelcentrum Fier wil in januari of februari volgend jaar beginnen met de bouw van een Veilige Veste in Rotterdam-Rijnmond. Op deze locatie in Capelle aan den IJssel worden straks kwetsbare kinderen en jongeren opgevangen, maar het is ook een plek voor onderzoek en innovatie. Linda Terpstra, voorzitter van de raad van bestuur van Fier, uitte kritiek op het huidige, volgens haar bureaucratische jeugdzorgsysteem. ‘Het is de vraag of de nieuwe systeemwereld, gecreëerd om de transformatie te ondersteunen, het gewenste resultaat oplevert. Als zorgaanbieders hebben we meer fiducie in verandering van binnenuit. Investeer in innovatie. Er gaat op dit moment onevenredig veel geld naar ambtenaren in vergelijking met de zorg.’
Verkokerd
De hulpverlening aan kinderen en jongeren die te maken krijgen met seksueel geweld is ‘verkokerd’, aldus Terpstra. ‘Waarom geen multi-modale aanpak, doen wat nodig is.’ Er wordt volgens haar bijvoorbeeld te weinig geïnvesteerd in onderwijs aan kinderen met gedragsproblematiek door seksueel geweld. ‘Gaten in hun onderwijscarrière achtervolgen de jongere. Successen op het ene terrein worden onderuitgehaald door problemen op het andere.’
Lef nodig
Ze pleit voor een samenhangende aanpak, waarbij kennis en kunde van alle disciplines elkaar versterken, van gezin tot hulpverlening en politie. ‘Maar laten we niet alleen werken aan problemen. Succeservaringen bieden tegenwicht aan negatieve ervaringen.’ Volgens haar is beleid met lef nodig met ruimte voor innovatieve initiatieven in de hulpverlening. ‘Faciliteer vernieuwing en wees creatief met budgetten. Maak middelen uit de Plukze-wetgeving beschikbaar voor de zorg. Ik wil ministeries uitdagen om dit geld te gebruiken voor meer en betere aandacht voor de slachtoffers van mensenhandel. Een Veilige Veste mogelijk gemaakt door de uitbuiters.’
Miljoenenindustrie
Ze kreeg bijval voor haar pleidooi om het Plukze-geld voor slachtoffers in te zetten van bestuurders uit de regio Rijnmond. Peter Oskam, burgemeester van Capelle aan den IJssel en portefeuillehouder Mensenhandel voor de regio Rotterdam, zei haar ‘motie te ondersteunen’ en wil net als Terpstra ook een ‘integrale aanpak’ van de seksuele uitbuiting van jongeren. In september 2017 was Rijnmond de eerste regio in Nederland met een Regionale tafel Mensenhandel, een samenwerking van 25 gemeenten en stakeholders zoals politie, Openbaar Ministerie, RIEC, Veiligheidshuis, zorg en onderwijs. Oskam: ‘Mensenhandel is een miljoenenindustrie voor criminelen. Het gaat om illegale prostitutie waarbij kwetsbare, jonge mensen, soms met een beperking, betrokken zijn. Doorgewinterde criminelen innoveren aan de lopende band, veelal digitaal, wat de kans op opsporing lastiger maakt. Het internet is een van de plekken waar mensenhandel zich vooral afspeelt.’
Loverboys
Oskam vindt dat de overheid qua kennis achterloopt op de criminelen. ‘Een voorbeeld is de loverboy-problematiek, waarbij digitalisering zorgt voor een explosieve groei en een meer agressieve aanpak van de loverboys. Eerst richten de loverboys zich vooral op disco’s en scholen, nu op internet, social media en chatboxen. Eén naaktfoto op internet kan het leven van een kind verwoesten. Het internet is anoniem en de pakkans is klein. Het grooming-proces duurt soms maar luttele weken om meisjes in de prostitutie te dwingen. Wij moeten snel onze expertise uitbreiden.’
Scholen
Omdat scholen nog altijd een favoriet werkterrein zijn van loverboys, werkt Capelle samen met middelbare scholen en beroepsonderwijs en is er een pilot Mediawijsheid begonnen waarbij scholieren en ouders worden geïnformeerd over veilig gebruik van digitale media. Vooral de weerbaarheid van kwetsbare groepen moet worden verbeterd, aldus Oskam, die aangeeft dat er signalen zijn dat de grooming door loverboys inmiddels ook op lagere scholen gebeurt.
Een duidelijk probleem is de onzichtbaarheid van seksuele uitbuiting via internet. Samen met Dordrecht, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen heeft Capelle de software Webvoyager aangeschaft om seksadvertenties te controleren. ‘We ontwikkelen ook een regionale monitor om beter zicht te krijgen op de aard en omvang van de problematiek.’
Melding
Er worden nu jaarlijks zo’n 1.500 minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting gesignaleerd. De werkelijkheid is dat het er veel meer zijn, aldus Warner ten Kate, landelijk Officier van Justitie Mensenhandel/Mensensmokkel. Hij onderstreepte dat de meeste meldingen bij ComenSha, het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel, niet via scholen of hulpverleners komen. ‘75 procent van de zaken wordt aangemeld door de politie. We moeten stevig inzetten op signalering en bescherming van minderjarige slachtoffers. Er worden nog altijd schoolkinderen aangeboden op internet. Hoe kan dat nou, waarom wordt dit niet meer aangemeld. Alle belemmering voor aanmelding bij ComenSha moet worden weggenomen. De meldingsverlegenheid moet aan de kant worden gezet.’
Onvoorwaardelijke straf
Ook de klanten, mannen die betalen voor seks met minderjarigen, moeten volgens hem harder worden aangepakt. ‘CKM (Centrum Kinderhandel Mensenhandel, red.) is bezig met een studie. Wij eisen onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het is geen normale zaak dat je naar een minderjarige prostituee gaat.’
Gesloten instellingen
Tijdens het congres luidden zowel Linda Terpstra (Fier) als Peer van der Helm, lector Residientiële Jeugdzorg, de alarmklok als het gaat om de opmars van plaatsing van jonge mensen in gesloten jeugdzorginstellingen. Van der Helm: ‘Er worden vijf nieuwe gesloten inrichtingen gebouwd en er ligt zelfs een plan voor een gesloten instelling voor kinderen van 6 tot 12 jaar.’ Geen goed idee, aldus de lector. ‘Als je die bouwt moeten die instellingen ook vol.’
Jeugdzorg als verdienmodel
Hij schetste een aantal problemen in de jeugdzorg. ‘Het beroep op de GGZ is in het afgelopen jaar met 6 procent toegenomen. Jongeren hebben meer psychische klachten en er zijn foutenculturen ontstaan in de jeugdzorg. Een discrepantie tussen wat men zegt: “het belang van het kind” en wat men doet: “het belang van het bedrijf”. De jeugdzorg als verdienmodel. Er wordt ook geen feedback van buiten toegelaten, niemand vraagt wat de jongeren er zelf van vinden.’ Medewerkers worden hier volgens hem ook niet blij van. ‘Er is leegloop in de jeugdzorg. Medewerkers gaan vechten, vluchten of verstijven en kinderen zijn de dupe. We moeten dit tij keren’, aldus Van der Helm, die een parlementaire enquête over jeugdzorg voorspelt. ‘De jeugdzorg is politiek geworden.’