De vrijwilligster voor het busuitje van de bewoners is
ziek. Of er niet een ziekenverzorgster mee zou moeten? ‘Die grens is voor mij al
gepasseerd,’ verklaart Hanna Sijmons, hoofd activiteitenbegeleiding en
coördinator van het vrijwilligerswerk in een verpleeghuis in Nijkerk. De
afgelopen maanden is de dalende kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen met
schokkende voorbeelden aan de kaak gesteld. In het zwartboek van het comité
‘Zorg voor iedereen’ waren de noodkreten opgetekend van werknemers in
verpleeghuizen tijdens een meldweek in januari van dit jaar. Daar overheen kwam
het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, waaruit bleek dat in een
op de drie verpleeghuizen geen verpleegkundige aanwezig is. Ook het stijgend
tekort aan ziekenverzorgenden eist zijn tol in de zorg aan ouderen. Verder komt
de zomer weer aan: dan zal het personeelstekort alleen maar schrijnender worden.
Zo erg zelfs dat vorig jaar partijen in de ouderenzorg een lijst van tien eisen
opstelden, die het minimum aan zorg vaststellen. Maar het is lang niet overal
kommer en kwel, benadrukt Arcares-directeur Mariëlle Rompa. ‘We praten elkaar de
put in,’ vindt ook Hanna Sijmons. Verpleeghuisdirecteur Wim Schoonhoven pleit
voor een verandering van het werkproces: ‘We kunnen de tijd om leuke dingen te
doen verdrievoudigen’.
Basiszorg
Hoe krijg je nu eindelijk meer gediplomeerde werkers het verpleeghuis
in? ‘Door het werk aantrekkelijk te maken,’ reageert Arcares-directeur Mariëlle
Rompa. Zo wil ze weerstand te bieden aan het negatieve beeld dat wordt geschetst
van het werken in verpleeghuizen. ‘Het personeelsprobleem is niet algemeen, maar
heel duidelijk regionaal bepaald: in de randstad. Maar ook in de rest van het
land bestaan gestolde beelden over hoge werkdruk. Er werken zo’n
tweehonderdduizend mensen in verpleeghuizen, en velen ervaren het werk als zeer
zinvol, waar je voor jezelf veel uit kan halen. Ik sluit m’n ogen niet voor de
problemen, daar moeten we iets aan doen. Het management van een instelling moet
kiezen voor een redelijk evenwicht tussen het personeel en het aantal cliënten.’
Daarnaast moet er volgens Mariëlle Rompa een specialistische opleiding voor
verpleegkundigen in de langdurige zorg komen. ‘De huidige HBO-V’ers gaan stage
lopen in ziekenhuizen en blijven daar hangen.’ Meer status en betere betaling
speelt volgens Rompa niet: ‘De salarisverschillen zijn gering.’
Een opnamestop is voor de Arcares-directeur een optie, als de zorg
onder het minimumniveau van de tien eerder geformuleerde eisen dreigt te komen.
Ook voor Dieke Frantzen van de Landelijke Organisatie Cliëntenraden,
mede-opsteller van de minimumeisen, is dat een reden om bedden te sluiten,
ondanks de lange wachtlijsten. ‘Maar ik vind ook dat instellingen en
cliëntenraden samen moeten bekijken op welke manier de zorg op dit moment
verbeterd kan worden. Algemeen wordt aangegeven dat er te weinig aandacht is
voor de bewoners. Wellicht kan dat ook verbeterd worden door pastors, geestelijk
verzorgenden en maatschappelijk werkers meer in te zetten.’
Menig werker in de zorg klaagt dat hij geen aandacht meer kan geven aan de
cliënt en alleen maar rondholt om basiszorg te verlenen. Volgens Hanna Sijmons
heeft dat veel te maken met attitude. ‘Je kunt ook als uitgangspunt nemen: wat
kan ik wél doen in de tijd die ik voor de cliënt heb, en niet alleen zeuren over
wat niet meer kan. Misschien kan je niet alle bewoners wassen, maar doe het wel
op de goede manier en maak dat praatje dan tijdens het wassen. Ik vind niet dat
je daarmee een lagere kwaliteit van de zorg accepteert. Je moet schipperen met
de tijd die je hebt. En tegelijkertijd met cijfers aantonen naar het management
hoe krap die tijd is. Dan kunnen beslissingen genomen worden: willen we dit nog
wel of niet.’
Wim Schoonhoven, directeur van de regio Zuidoost van enkele vestigingen
van de Verenigde Amstelhuizen in Amsterdam en omstreken, ziet zijn personeel ’s
middags gebroken naar huis gaan: ‘De ochtenden zijn spitsuren, die mensen werken
dan keihard. Dat moet ook anders kunnen, door een verandering van het
werkproces: het werk logischer indelen en meer over de dag verspreiden. En wel
zodanig dat het personeel drie keer zoveel tijd heeft als nu om leuke dingen met
de bewoners te gaan doen. Men kan veel efficiënter werken. Door bijvoorbeeld
vóór tienen alleen tijd aan de lichamelijke verzorging te besteden. Geen
telefoon opnemen, niet opruimen en ook geen technische dienst meer op de
afdelingen. Managers moeten daar strak op sturen. Zo kan je de helft van de
medewerkers inplannen voor andere activiteiten.’
Schoonhoven kampt met een groot personeelsprobleem. ‘Wij concurreren al
met het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam voor ziekenverzorgenden. Werving
is een probleem, ja. Als ik hier iemand nieuw aanstel, haal ik die bij mijn
collega weg. We moeten mensen motiveren, aanspreken op hun capaciteiten en
opleiding. Laat een verpleegkundige of verzorgende alleen de taken doen,
waarvoor hij of zij opgeleid is. We moeten leerlingen binnenhalen en werven in
gebieden buiten Amsterdam.’
Onpersoonlijk
Het relatief hoge ziekteverzuim in de zorgsector, gemiddeld 8,8
procent, speelt een belangrijke rol bij het chronische tekort aan personeel. De
werkgevers bouwen op de vorig jaar afgesloten cao Arbeid en Gezondheid, waarin
onder meer is afgesproken om het ziekteverzuim in kaart te brengen en een
onderzoek onder het personeel te houden waar de grootste knelpunten liggen. ‘We
moeten de situatie per instelling bekijken,’ vindt Mariëlle Rompa. ‘Via de
medewerkerraadplegingen in het najaar kunnen we op zoek naar de werkelijke
oorzaken van ziekteverzuim. Dan zeg ik: pak de top-drie van de problemen in de
instelling aan. Verbindt daar vervolgens de toekenning van de 0,5 procent
eindejaarsuitkering voor bijzondere prestaties aan de medewerkers aan.’
Een oorzaak aangeven voor het hoge ziekteverzuim, vindt
activiteitenbegeleidster Hanna Sijmons moeilijk. Ze constateert wel dat fusies
en schaalvergroting het werken in verpleeghuizen onpersoonlijker maakt en dat
het management en de werkvloer uit elkaar groeien. ‘Maar we praten elkaar ook de
put in, als we voortdurend bezig blijven over hoe druk het is en wat we allemaal
niet kunnen doen.’
Volgens Dieke Frantzen van de LOC is het zaak dat cliënten ook inzicht
krijgen in de kwaliteit die in verpleeghuizen wordt geleverd. ‘Zo valt er iets
te kiezen. De benchmarkgegevens die eind dit jaar vrijkomen moeten openbaar
gemaakt worden. Verder toetst de stichting Cliënt en Kwaliteit jaarlijks zo’n
150 instellingen.’ De LOC wil dat in de wet niet alleen het recht op zorg wordt
geregeld – zoals nu het geval is – maar ook het recht op kwaliteit: ‘Er zal
concreet in de wet omschreven moeten worden wat verantwoorde zorg
inhoudt.’/Caroline Stam