Tonkens zei dit in haar Socrateslezing op zondag 2 november in de Rode Hoed in Amsterdam. De lezing geeft commentaar op maatschappelijke ontwikkelingen vanuit een humanistisch perspectief en wordt sinds 1984 jaarlijks georganiseerd door het Humanistisch Verbond. De hoogleraar analyseerde in haar lezing vier oude kritieken op de verzorgingsstaat. Volgens haar geeft de participatiesamenleving een nieuwe draai aan deze kritieken:
1.De verzorgingsstaat is te duur en te bureaucratisch
Meer ruimte voor de professionals en minder registratiegekte moesten de verantwoordingsdruk terugdringen, maar met de komst van de participatiesamenleving wordt dat opgegeven, zo analyseert de hoogleraar. ‘We gaan nu over op gratis, informele alternatieven als mantelzorg, vrijwilligerswerk en buurthulp. Het is nog te vroeg om te zeggen hoeveel meer we van mantelzorgers, vrijwilligers en buren kunnen vragen’, zegt de hoogleraar. ‘Maar onderzoeken geven aan dat het overhevelen van de verantwoordelijkheid voor voorzieningen als buurthuizen en speeltuinen aan vrijwilligers nogal wat problemen met zich meebrengen. Vrijwilligers haken af vanwege te grote verantwoordelijkheid en dat leidt tot discontinuïteit van voorzieningen.’
Professionals en welzijnswerkers spelen een heel grote rol om de verhoudingen tussen vrijwilligers goed te houden. Lees hier meer >>
2.De verzorgingsstaat maakt mensen passief, lui en calculerend
Niet alleen medeburgers, maar ook instanties wantrouwen mensen die van voorzieningen gebruik moeten maken, stelt Tonkens. ‘Tot voor kort richtten beleid en het maatschappelijk debat zich op het indammen van dit wantrouwen. Maar de participatiesamenleving geeft deze verbeterpoging op en wil dat we ons terugtrekken uit collectieve voorzieningen. Klop niet aan bij een loket, maar vraag hulp aan familie, vrienden en buren.’ Hulpvragers worden op die manier vaak gekweld door schaamte, meent de hoogleraar. ‘Ze voelen zich genoodzaakt te bewijzen dat zij geen free-riders zijn. Uit schaamte trekken ze zich soms terug uit het sociale leven en kruipen in hun schulp. Hier creëert de terugtrekkende overheid dus terugtrekkende burgers.’
3.De verzorgingsstaat verstikt het eigen initiatief
De overheid presenteert een doolhof van loketten, formulieren en doorkiesnummers, waar ondernemende burgers ernstig door belemmerd worden. Deze kritiek komt al uit de jaren tachtig, weet Tonkens. ‘Dat was de reden om te gaan vertrouwen in de markt in plaats van de overheid. Sinds de crisis zitten markt en overheid beiden op het beklaagdenbankje. In reactie hierop zien we burgers die bijvoorbeeld een zorgcoöperatie opzetten, omdat ze er niet meer op durven te rekenen dat er formele zorg zal zijn als zij oud en hulpbehoevend worden.’ Dit soort mensen worden worden geprezen als zelfredzaam en verantwoordelijk. De tragiek van hun terugtrekking wordt weinig onderkend: deze actieve en betrokken types hebben hun vertrouwen in formele arrangementen verloren.’
4.De burger in de verzorgingsstaat is weinig betrokken
‘Vanaf eind jaren zeventig is de betrokkenheid van burgers gezocht in formele organen van ondernemingsraad, cliëntenraad, bewonersraad en Wmo-raad tot en met referenda en formele burgerinitiatieven’, zegt Tonkens. De kritiek was: er deden vaak te weinig burgers mee, behalve de lokale participatie-elite. ‘Tot voor kort werd geprobeerd om dit te verbeteren, maar de participatiesamenleving geeft dit op en zoekt betrokkenheid in de informele sfeer. Gewoon participeren door te doen!’ Maar de schaduwzijde is een brave-doedemocratie, vindt Tonkens. ‘De mensen die een straatschoonmaakdag organiseren zijn de mensen die altijd al met inspraak meededen. Actief burgerschap is niet gelijk over de bevolking verdeeld, maar is vooral onder hoger opgeleiden te vinden. Zij krijgen er nu nog een kanaal bij. Wantrouwige, afzijdige burgers wantrouwen nu niet alleen het bestuur maar ook die brave burgers. Een kloof erbij.’
Teleurstellen
‘De participatiesamenleving gaat ons in dat eenzijdige vertrouwen in het informele ongetwijfeld teleurstellen’, voorspelt Tonkens. ‘In de informele sfeer krijgen corruptie, ongelijkheid en willekeur alle kansen. Als straks mantelzorgers hun buren beroven, vrijwilligers ouderen manipuleren om hun testament aan te passen of hen mishandelen, schimmels in de buurtmoestuin te laat worden ontdekt waardoor alle bejaarden in de buurt ziek worden. Gaan we dan ons vertrouwen in het informele en kleinschalige ook nog opgeven?’
Verbeteren
‘Laten we ons vertrouwen dus beter spreiden en bij problemen zoeken naar oplossingen die het vertrouwen herstellen in plaats ons vertrouwen te verplaatsen’, bepleit de hoogleraar. ‘In plaats van ons terug te trekken uit formele verbanden, moeten we blijven proberen te verbeteren. Niet alleen de zorgcoöperatie naast de gevestigde zorginstellingen laten bestaan, maar ook zorgen dat professionals in die zorginstellingen minder door registratiegekte van hun werk gehouden worden.
Door zichzelf te willen overtuigen heeft de regering hoog ingezet op ambitie en dit ook met dezelfde inzet gecommuniceerd. Het is tot stand gekomen op basis van een mechanistisch denkbeeld. ‘Aan de ene kant van de machine hoef ik er minder geld in te stoppen en aan de andere kant komt er goede zorg en welzijn uit. De radertjes in de machine, professionals en vrijwilligers, passen allemaal goed op elkaar want dat is hun eigen verantwoordelijkheid’. Jammer er zit een radertje in wat zelf uitmaakt of het hem te veel wordt: de vrijwilliger. En dit radertje is niet te vervangen omdat deze over zijn eigen ‘vrijwillige’ arbeidsvoorwaarden gaat. Wat er volgens mij nodig is, is het besef dat we in het verleden veel zelfinitiatief bij burgers hebben weggenomen. De weg naar meer zelfinitiatief ligt bij voordoen door de overheid, bij vertrouwen in de kracht van de samenleving en in die kracht willen faciliteren. Dit organisch denkbeeld heeft ook het voordeel dat we met zijn alle wat meer tijd hebben om aan de verandering te wennen. Tja, mensen zijn nu eenmaal anders dan radertjes: ze willen er namelijk zelf ook wat van vinden.
Samen Zorgen is zorg mét toekomst. Er moet een geheel nieuw model van (zieken)zorg ontstaan. Op lokale schaal is dat mogelijk met mijn theorie van Gemeenschapszorg & Samen Zorgen. Dit is niet alleen theorie. Een aantal projecten, waarvan het eerste al meer dan 30 jaren bestaat, bewijzen elke dag de waarde van Samen Zorgen waarbij gemeenschapszorg een fundamentele positie heeft naast Zelfzorg Mantelzorg en Professionele zorg.
Wanneer krijgt een eerste Samen Zorgen Huis eindelijk een kans ?
Professioneel waar nodig, ondersteund door vrijwillig waar mogelijk. Participatie, professioneel ondersteund, maakt iedereen gelukkig(er).
Mee eens, maar wat mevrouw Tonkens vergeet is dat de doorgeschoten registratiegekte voortkomt uit het onvermogen professionals te vertrouwen.
Door het verleggen van de verantwoordelijkheid wordt dit probleem niet opgelost. Het komt alleen uit een ander ‘potje’.
Laten we richting geven aan de samenwerking tussen vrijwilligers en professionals, vanuit het paradigma/visie: ‘Professionals dienen vrijwilligers te ondersteunen’!
Mee eens…Tonkens is de zoveelste die waarschuwt. Echter, wat maakt het uit? Den Haag blijft doof. Teleurgesteld door de PvdA, de zogenaamde Christelijke partijen, het hele Haagse zooitje …mensen staan verder af van de politiek dan ooit. Participatie? Als democratie al niet meer kan en nauwelijks een derde van de bevolking deze afbraak de rest door de strot mag duwen. Lachend en al en zich alleen bekommerend over de bijtelling van hun leasebak. Bah…ik trek mij terug!
Ik geloof niet in die vrijwillershulp, dat is allemaal goed voor eventjes maar het moet niet te lang duren IK BEN 83 EN IK HEB HET AL ONDERVONDEN
mevrouw Tonkens heeft helemaal gelijk er wordt alleen maar door een klein deel van de bevolking geparticipeerd. De ouderen, alleenstaanden en zieken zijn de klos.