‘Participatie loopt als een rode draad door mijn professionele leven’, zegt Aletta Winsemius, senior onderzoeker bij kennisinstituut MOVISIE. ‘Ik ben afgestudeerd op een onderzoek naar het lobbyen door vrouwenorganisaties. Echt tot leven kwam mijn interesse toen ik bij de NUSO werkte, de koepel van speeltuinverenigingen, vanaf 1997. Speeltuinen zijn de essentie van het vrijwilligerswerk. Ik werd gegrepen door het gegeven dat mensen hun eigen samenleven kunnen vormgeven.’
Nieuwe impuls
Samen met Marjet van Houten voerde ze de redactie over een lijvige bundel essays over participatie, Participatie ontward. Om het fenomeen te verhelderen, zet het boek vier vormen van participatie op een rij: arbeidsparticipatie door kwetsbare groepen, participatie gericht op het ondersteunen van kwetsbaren, maatschappelijke participatie van actieve burgers en beleidsparticipatie.
Winsemius: ‘De Wet maatschappelijke ondersteuning heeft een nieuwe impuls gegeven aan het bevorderen van participatie. Door de grotere vraag blijft de formele zorg maar groeien. Dat is alleen betaalbaar als mensen elkaar ondersteunen en minder snel een beroep doen op instituties en formele zorg. En er zit ook een ideologie achter participatie, namelijk dat het belangrijk is dat mensen in hun directe omgeving met elkaar, vanuit de eigen kracht, actief zijn.’
Het verschijnsel kent een lange traditie, aldus Winsemius. ‘Het sociaal werk is voortgekomen uit particulier initiatief. We kunnen op een andere manier naar participatie leren kijken. Een wethouder kan bedenken hoe de gemeente de kracht van burgers veel meer kan laten spreken. Mensen doen al waanzinnig veel, maar hoe kun je dat ondersteunen, zichtbaar maken en versterken? Als je dat doet, komt de groei van het aantal actievelingen vanzelf. Dan is het besmettelijk.’
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 1, januari 2011.