Buren hadden wijkzuster Pierrette Schoon gebeld dat hij ’s nachts in zijn onderbroek op straat had gelopen. Hij was ook al gevallen met zijn scooter. En altijd maar alleen thuis. Ze maakten zich zorgen over zijn gezondheid. Ze is toen langsgegaan. Het bleef niet bij dat ene bezoek. Ze zag dat hij niet goed voor zichzelf zorgde en adviseerde hem om naar de huisarts te gaan, zodat die eens kon kijken hoe het met hem gaat. Die had zij inmiddels ingelicht over zijn toestand, want zij vermoedt dat hij beginnend dementerend is. Nu staat ze weer voor zijn deur, volgens afspraak.
De dokter blijkt zelf al gebeld te hebben. Als Pierrette over de scooter begint, zegt hij: ‘Ik lag er verdorie onder.’ ‘Je kunt ook een keer een deeltaxi nemen als je ergens naar toe moet’, probeert Pierrette. Ja, daar had ie zelf ook weleens aan gedacht. ‘Zal ik die aanvragen dan?’ Even later vult ze samen met hem het formulier in. Dat zal zij vandaag nog voor hem inleveren. Ook checkt ze nog even of hij nog steeds ’s avonds de maaltijden krijgt. ‘Ik kom wel een keer buurten’, zegt hij bij het afscheid.
Onderweg naar het volgende huisbezoek vertelt ze: ‘Als ik het formulier niet invul en inlever, komt er geen deeltaxi. En krijgt hij straks een ongeluk met zijn scooter. Ik blijf hem in de gaten houden door af en toe langs te gaan. Ik ben gerust dat de huisarts hem nu ook in beeld heeft. Die kan beter oordelen of hij dementerend is en geriatrische hulp nodig heeft.’ Zestig procent van haar werk bestaat uit dergelijke indirecte zorg, die Pierrette liever ‘maatschappelijke ondersteuning’ noemt. De rest is directe zorg, zoals steunkousen aan doen, wonden verschonen.
Onafhankelijk
Pierrette werkt als wijkzuster sinds juli 2010, in Gageldonk-West in Bergen op Zoom, onder de regie van de ruim honderd jaar oude Regionale Kruisvereniging West-Brabant. Een op de drie West-Brabanders is lid van deze kruisvereniging, de enige onafhankelijke kruisvereniging in Nederland, die niet gebonden is aan een zorgaanbieder. In opdracht van haar leden liet de kruisvereniging de wijkzuster terugkeren. Om op die manier de zorg weer dicht rond de mensen te organiseren en niet via die thuiszorgorganisaties op afstand die werken vanuit hun aanbod en niet vanuit de vraag van de mensen.
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 4, april 2011.
Dit is in Rotterdam waar ik werk typisch werk voor een Thuisbegeleider en zeker niet voor een “wijkzuster”. Deze is voor medisch technisch handelen,dat is minder sociaal maar ze hebben nu eenmaal andere kwaliteiten dan een thuisbegeleider die dmv eenSIP de zorg kan opstarten en er de nodige descundigen bij te halen mbt diagnostiek en verzorging en verpleging. Ik ben blij dat de “wijkzuster”niet meer bestaat.