Denemarken werkt al met een decentraal jeugdzorg, met de achterliggende gedachte dat gemeenten beter weet welke hulp gezinnen nodig hebben. Maar de Deense hulpverleners ervaren grote druk om voor de goedkoopste zorg te kiezen, zo meldt de Volkskrant.
Onderhandelen
Soms onderhandelen de sociaal werkers, die een centrale rol spelen net zoals de wijkteams dat in Nederland gaan doen, over de prijs van een behandeling. De specialistische jeugdzorg is in Denemarken zo behoorlijk uitgehold volgens Jan Jaap Rothuizen, onderzoeker en docent pedagogiek aan de universiteit van Aarhus. De decentralisatie in Denemarken zorgt zelfs voor verhuizingen van hele Deense families, omdat ze in een andere gemeente betere zorg kunnen krijgen voor hun kind.
Crisis
De transitie van de Jeugdzorg deed zich in Denemarken ongeveer gelijktijdig voor met de economische crisis. Ook in het Scandinavische land moesten gemeenten bezuinigen. Het decentraliseren bood hiervoor de kans, omdat gemeenten nu zelf alle beslissingen konden nemen. Voor die tijd gingen alle uithuisplaatsingen via een samenwerking tussen provincie en gemeente, die beide ook 50 procent betaalden.
Zweden
Scandinavische landen worden vaak gezien als voorbeeld als het gaat over Jeugdzorg. Zorg + Welzijn vroeg aan Zweedse en Noorse sociale professionals hoe zij tegen de Nederlandse manier van werken aankijken. Zo blijkt dat men in de Zweedse jeugdzorg weer afstapt van generalistische manier van werken. In noorwegen werken ze alleen met hoogopgeleide mensen in de Jeugdzorg.
Berith Josefsson is expert jeugdzorg en kindermishandeling in Zweden. Zij ziet in Nederland twee gescheiden systemen als het gaat over vrijwillige en gedwongen hulpverlening. Niet efficiënt, vindt ze. ‘Wat de ene dag een licht probleem is, kan de volgende dag ineens zwaar zijn. Het is niet efficiënt om dan een heel ander traject toe te voegen, terwijl jij als hulpverlener al in dat gezin aanwezig bent’, aldus Josefsson. Lees hier meer over de Zweedse aanpak >>
Dus als je als gemeente een beetje sociaal bent dan krijg je vanuit omringende gemeenten met hulpbehoevenden te maken die verhuizen uit aso gemeenten. En ben je dan als hulpbehoeftige eenmaal verhuist dan krijg je te maken met een hulpverlener die niet meer echt goed op de hoogte is maar wel van alles een beetje.
Het goede nieuws is dat ook deze beweging in de hulpverlening eindig is en we weer terug keren naar een eerdere vorm. Net als met mode; alles komt terug. En vervolgens zeggen we met z’n allen; ‘ja dat was toch een beetje gek’. Dat hoor ik elke minister wel een keer zeggen, ik hoor ze echter nooit zeggen dat ze iets geks hebben ontwikkeld. Maar goed, ik zal wel gek zijn ;-))
Er valt al veel te bereiken door de meest ervaren/deskundige krachten de intakes te laten doen.Was ttrouwens standaard binnen de gehele hulpverlening tot ver in de jaren zeventig.
In Denemarken kende men al het regionale budgetsysteem voor ziekenhuizen, heb je bv een schisis in Esbjerg dan wordt je behandeld Aarhuus. Je thuisregio blijft dat betalen.Bovendien kent men in geen enkel ander land in Europa de staatsruif AWBZ, welke vanaf 1968 riant werd opgetuigd dankzij de aardgasbaten. De bugettaire weg terug, was in Denemarken veel minder moeilijk. De overgang moet hier te snel, maar ik blijf erbij dat gemeenten dit prima aankunnen.