‘Met de competenties die je in de opleiding leert en wat werkervaring red je het niet’, zegt Jan Dirk de Jong, lector Aanpak Jeugdcriminaliteit aan de Hogeschool Leiden. Voor omgang en ondersteuning van de zware delinquente jongeren in de wijk heb je speciale kwaliteiten nodig. Deze jongeren laten zich alleen iets zeggen door voor hen aansprekende figuren, die ze kunnen vertrouwen en die hen begrijpen.’
Aanpak jeugdcriminaliteit
Aldus Jan Dirk de Jong, de kersverse lector Aanpak Jeugdcriminaliteit. Hij zegt in Zorg+Welzijn magazine van juni dat het absoluut noodzakelijk is om dit soort sleutelfiguren uit de eigen gemeenschap in te zetten om de zware jongens te bereiken. ‘Want delinquente jongeren bereik je niet vanuit het buurthuis met aanbodgerichte activiteiten en vaste methodieken en interventies.’
Jongeren zoeken de verbinding met hulpverleners. Jan Dirk de Jong, lector Aanpak jeugdcriminaliteit, ziet dat jeugdwerkers zich vaak ongemakkelijk voelen bij een moeilijke doelgroep zoals bijna criminele jongeren. Lees meer>>
Rolmodel
Wat kan je als jongerenwerker wel doen volgens De Jong? ‘Professionals moeten goed nadenken over hoe ze deze rolmodellen in kunnen zetten. Wat kunnen ze wel en wat niet? Wat kun je als professional of als politie met ze delen? Daar komt veel professionaliteit en vertrouwen bij kijken.’
Netwerk
Wat kunnen rolmodellen die jongeren bieden wat de professional niet kan? De Jong: ‘Soms zijn er mensen in het netwerk die beter met deze jongeren kunnen communiceren. Maar zij kunnen niet de professionele kwaliteit leveren om die jongeren bepaalde vaardigheden aan te leren. Bijvoorbeeld hoe ze hun eigen kwetsbaarheden kunnen verkennen en daarmee om kunnen gaan.’
Hulpverlening
‘Veel van dit soort jongeren hebben extra hulp nodig uit het formele circuit, zoals een gedrags- of verslavingsdeskundige’, weet de lector Aanpak Jeugdcriminaliteit. ‘Zeker als er sprake is van een licht verstandelijke beperking, een gedragsstoornis of een genetische ziekte. Het probleem is dat hun wereld zich niet verhoudt met het formele hulpverleningscircuit. Iemand uit het eigen netwerk kan er dan voor zorgen dat die jongere de juiste hulp krijgt. Hij kan met hem meegaan naar gesprekken, hem geruststellen en uitleggen hoe belangrijk het is wat er wordt gezegd.’
Lees het hele interview in Zorg+Welzijn magazine nr 6. >>
Iets voor een JIM-aanpak (=jouw ingebrachte mentor); professionals die werkzaam zijn in de wijk, op school of vanuit een specialistische instelling, krijgen handvatten om hun expertise te verrijken met de kennis en invloed van informele mentoren. Zo'n mentor wordt door de jongere zelf gezocht uit z'n eigen omgeving.