Roelofs’ onderzoek, dat financieel wordt ondersteund door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), moet leiden tot een betere behandeling van depressieve jongeren. Aan afleiding zoeken, een strategie die vooral jongens vaak toepassen, hebben zij niet genoeg.
Niveau
Net als volwassenen hebben jongeren baat bij cognitieve gedragstherapie, die hun leert om te gaan met nare en stressvolle ervaringen. Maar de behandeling moet wel beter worden afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de jeugdige patiënt, blijkt uit het onderzoek.
Variant
Er moet volgens Roelofs meer aandacht komen voor de verschillende manieren waarop jongeren nadenken over stressvolle gebeurtenissen. Sommigen blijven bijvoorbeeld hangen in het verleden (‘waarom moest mij dit overkomen?’), terwijl anderen meer piekeren over de toekomst (‘hoe moet het nu verder met mij?”). Elke variant vergt een andere manier van behandelen.
Denkwijze
De bedoeling van therapie is uiteindelijk dat depressieve jongeren hun negatieve denkwijze weten te doorbreken. Uit het onderzoek blijkt dat zij dat ook kunnen. Maar zij moeten volgens Roelofs ook beter leren omgaan met tegenslagen, zodat zij in het vervolg weerbaarder zijn.
Ouders
Verder ziet Roelofs, die zelf therapeut is bij het GGZ-centrum voor kinderen en jeugdigen in Maastricht, een belangrijke rol weggelegd voor de ouders. Het is belangrijk dat zij belangstelling tonen voor de emotionele problemen waar hun kind mee kampt en die ook bespreekbaar maken.
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: ANP/Foto: Stock.xchng