Stefan staat al in de deuropening te wachten als Gerrit Zwart en Kees Buijtenhek uit de auto stappen. Hij woont op kamers in een groot, verwaarloosd huis aan een doorgaande weg in een dorp buiten Apeldoorn. Stefan rilt, hij heeft het niet op de winterkou. Binnen is het warm en donker. De roze gordijnen zijn halfdicht, kranten liggen op tafel, een matras staat tegen de muur. Een zwart katje zit in de vensterbank, twee andere poezen liggen languit op een groot bed in de hoek. Gerrit kijkt om zich heen, ‘Geen bierblikjes’, constateert hij. ‘Ik heb een beetje opgeruimd’, gniffelt Stefan.
Stefan, een tengere man van 35, drinkt al vanaf zijn vroege jeugd. Een paar keer werd hij opgenomen in een kliniek. Zijn alcoholconsumptie schommelt. Momenteel drinkt hij ‘te veel, maar voor mij is het niet veel’.
‘Hoe is het met je?’, vraagt Gerrit, ‘Kom je er nog wel eens uit?’ Stefan bekent dat hij bijna altijd thuis zit. In het dorp is niets te doen. De bus naar Apeldoorn rijdt onregelmatig en een kaartje kost te veel. Het station vindt hij te ver weg en zijn conditie is te slecht om te fietsen. Suiker, een hoge bloeddruk, leverproblemen en vergeetachtigheid, de drank eist zijn tol.
‘Hoe is je bloeddruk nu, die was toch schrikbarend hoog?’, informeert Kees die op het bed is gaan zitten. Hij draait een sjekkie. ‘Ja’, zegt Stefan, ‘en toen werd hij schrikbarend laag. Dat is nog erger, ik viel flauw.’
Oorlog
Kees is het maatje van Stefan. Sinds een jaar werkt hij bij stichting Verslaafden Informatie Punt (VIP). Hij zag een vacature bij de vrijwilligersbank. Het voelde meteen goed. ‘Omdat er zo’n goede coördinator was natuurlijk’, grapt Gerrit.
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 1, januari 2011.