1. Richtlijn Eenzaamheid onder ouderen
De beroepsvereniging voor verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden (V&VN) heeft deze richtlijn geautoriseerd. Bij de richtlijn zit ook een gesprekshandleiding. Een van de aanbevelingen is om niet direct te vragen naar eenzaamheid, omdat zo ‘met de deur in huis vallen’ voor veel mensen erg confronterend is. ‘Het is verstandiger om het gesprek op gang te brengen door eens te informeren naar de signalen van eenzaamheid die jij meent te zien.’ Vragen die je daarvoor kunt stellen zijn bijvoorbeeld:
- Wat doet u zoal op een gewone dag?
- Bent u tevreden over uw contacten?
- Heeft u mensen die u om hulp kunt vragen?
- Mist u mensen om u heen?
- Ervaart u belemmeringen om (sociale) activiteiten te doen?
- Met wie spreekt u zoal? Kinderen? Kennissen? Pastor of predikant? Huisarts?
Natuurlijk is het daarna belangrijk de cliënt de ruimte te geven uit te leggen hoe eenzaam hij zich voelt. De Richtlijn Eenzaamheid onder ouderen en de bijbehorende gesprekshandleiding vind je hier.
Deze richtlijn wordt praktisch gemaakt in het artikel Cliënten helpen bij eenzaamheid? Deze richtlijn helpt je op weg
2. Zorgstandaard dementie 2020
De nieuwste Zorgstandaard Dementie, uit 2020, is onderschreven door meer dan 20 partijen, waaronder de beroepsvereniging voor sociaal werkers BPSW. De standaard beschrijft wat nodig is voor goede dementiezorg. De rode draad is samenwerken op maat voor personen met dementie en mantelzorgers. Er staan onder andere uitgangspunten in voor persoonsgerichte zorg. Zoals:
- Het centraal stellen van de unieke persoonlijkheid en levensgeschiedenis van de persoon met dementie en mantelzorgers.
- Relaties en interacties in stand houden en stimuleren om het welbevinden van de persoon met dementie te bevorderen.
- De aandacht voor snelheid van communicatie, non-verbale communicatie, zoals oogcontact maken, en het gebruik van taal die positief en afgestemd is op iemands individuele mogelijkheden.
Ook zijn 4 randvoorwaarden voor goede dementiezorg uitgewerkt: proactieve zorgplanning, één zorgleefplan, casemanagement dementie en gecoördineerde netwerkzorg. Op zorgstandaarddementie.nl vind je de uitgebreide Zorgstandaard Dementie 2020 en een publieksversie met 10 voorwaarden voor goede dementiezorg.
3. Richtlijnen over drugsverslaving
Er zijn 4 verschillende richtlijnen die elk over een ander type drugs gaan:
- De Multidisciplinaire richtlijn (MDR) Stoornissen in het gebruik van alcohol (deze richtlijn wordt momenteel herzien)
- De Richtlijn Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken
- De Richtlijn drugs (niet-opioïden) die zich richt op cannabis, cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB en benzodiazepines
- De MDR richtlijn Opiaatverslaving (heroïne, morfine, opium, codeïne, richtlijnendatabase.nl)
Deze richtlijnen leren je meer over hoe iemand met een specifieke verslaving zich kan gedragen en welke lichamelijke klachten hij kan hebben. Ook gaan aanbevelingen over diagnostiek, de juiste psychosociale interventies, medicamenteuze behandeling en de organisatie van zorg. Specifiek voor sociaal werkers goed om te weten: motiverende gespreksvoering wordt in deze richtlijnen vaak genoemd als bewezen effectief.
Lees ook deze meer praktische stukken over je rol bij mensen met een verslaving:
- Wat als je cliënt steeds meer alcohol drinkt? 7 praktische tips van een preventiewerker
- Op wijkniveau stoppen met roken? ‘Dan móét er aandacht voor chronische stress zijn’
- 7 feiten over mdma en xtc
4. Depressie: richtlijnen en zorgstandaard
De Multidisciplinaire richtlijn depressie is voor alle hulpverleners die bij de zorg voor mensen met depressie betrokken zijn. De richtlijn geeft dan ook aanbevelingen op heel veel punten: van diagnostiek tot interventies, behandelingen, voorkomen van terugval en vragen op het gebied van arbeid en maatschappelijke participatie. Huisartsen volgen (ook) de standaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap, de NHG-Standaard Depressie.
Beide richtlijnen zijn ook bronnen voor de zorgstandaard Depressieve stoornissen, vastgesteld in 2018 en nog beoordeeld in 2022. Zorgverleners, patiënten en naasten hebben deze standaard samen opgesteld. Handig aan deze zorgstandaard is onder andere dat je online meteen kunt doorklikken naar hulpmiddelen, casussen om mee te oefenen en nuttige documenten. De zorgstandaard Depressieve stoornissen staat op ggzstandaarden.nl. Klik je op Aanvullend, vind je ook de meest actuele versies van de gerelateerde richtlijnen en standaarden.
5. Richtlijn over zorgmijders
De richtlijn Signaleren en omgaan met zorgmijding in de eerste lijn is een initiatief van V&VN en opgesteld door het Trimbos-instituut. De richtlijn is vooral bedoeld voor verpleegkundigen en verzorgenden die ambulant werken, die dus ook in wijkteams kunnen werken. Er is ook een handreiking voor wijkverpleegkundigen, een samenvattingskaart voor professionals en een samenvattingskaart voor cliënten. De kernaanbeveling is bij een vermoeden van zorgmijding 6 stappen volgen:
- Onderzoek het signaal
- Bespreek de situatie met de cliënt
- Leg de situatie voor aan het team
- Bespreek de situatie met de naasten/de omgeving van de cliënt
- Analyseer de situatie met de cliënt
- Maak de afweging hoe te handelen
De richtlijn Signaleren en omgaan met zorgmijding in de eerste lijn en alle bijbehorende handvatten staan op venvn.nl. De richtlijn voor zorgmijders leggen we uitgebreid en praktisch uit in het artikel Nieuwe richtlijn zorgmijders komt met veel urgente aanbevelingen en dilemma’s.
6. Rouw in de palliatieve fase
Rouw normaliseren is een essentieel thema in de Richtlijn Rouw in de palliatieve fase. Het is belangrijk dat er al vóór het overlijden veel aandacht is voor emoties, gedachten, verwachtingen, zorgen en vragen van naasten. Geef aan dat ze op allerlei manieren kunnen rouwen, zowel voor als na het overlijden, dat reacties en duur bij ieder mens verschillen en dat er dus niet ‘een juiste’ manier van rouwen bestaat. Aandacht voor diversiteit is ook bij rouw heel belangrijk. De richtlijn geeft daarover veel aanbevelingen, zoals binnen je team oefenen zodat jullie je bewuster worden van vooroordelen. En natuurlijk: waar nodig doorvragen naar specifieke behoeften en gewoontes zoals rituelen, gezelschap en omgang met/verzorging van het lichaam. De richtlijn Rouw in de palliatieve fase staat, net als andere richtlijnen over de palliatieve fase, op palliaweb.nl.
De pijn van verlies moet je laten gebeuren. Een open deur, want hoe doorloop je zo’n rouwproces? Na het overlijden van haar 21-jarige zoon Michiel 5 jaar geleden wist Joke Roelfsema niet hoe ze zelf moest overleven. ‘Ik had een boek willen lezen over hoe je zo’n heftig verlies doormaakt en of je er uit kunt komen’, vertelt Roelfsema. Ze heeft dat boek zelf geschreven: “Wat is er gebeurd?”, over haar ervaring met pijn en verdriet en hoe ze een verandering doormaakte die haar ook weer terug in ander werk bracht. Lees Rouw doorstaan kan je sterker maken, en ook de relatie met je cliënt
7. Richtlijn kindermishandeling
Standaard al bij de intake praten, met ouders en jeugdigen, over de vroegere en huidige veiligheid in het gezin. En bij alles wat je als afwijkend, opvallend, of zorgelijk opmerkt bij jeugdigen en hun ouders overwegen of er sprake kan zijn van kindermishandeling. Dat zijn twee belangrijke aanbevelingen in de geactualiseerde richtlijn kindermishandeling voor Jeugdhulp en Jeugdbescherming, zei Remy Vink in 2020 tegen Zorg+Welzijn. Zij was voorzitter van de werkgroep die de herziening deed. ‘We hebben daarmee aan de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling een stap nul toegevoegd’, zei Vink (TNO Child Health).
Deze versie van de richtlijn kindermishandeling voor Jeugdhulp en Jeugdbescherming geldt nog steeds. De richtlijn vind je op richtlijnenjeugdhulp.nl/kindermishandeling. Daar staan ook diverse werkkaarten en een versie van de richtlijn praktisch gemaakt voor cliënten. Meer informatie over de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vind je op augeo.nl.
8. Richtlijn uithuisplaatsingen
Begin 2023 kwam de herziene versie met een andere naam: de richtlijn Uithuisplaatsing heet voortaan Richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing. Want een nieuw accent; uithuisplaatsingen moeten zoveel mogelijk voorkomen worden en kinderen moeten ‘zo thuis mogelijk’ opgroeien. Het overgrote deel van de kinderen en jongeren heeft geen profijt van uithuisplaatsing of ondervindt er zelfs schade van, meldt de richtlijn. Een brede blik is nodig om vroegtijdig en intensief gezinnen bij te kunnen staan.
Ook nieuw is het afwegingskader: jeugdprofessionals en ouders analyseren samen de situatie en stellen ook aanknopingspunten op om uithuisplaatsing te voorkomen of terugplaatsing mogelijk te maken. Is toch uithuisplaatsing nodig, dan moeten broertjes en zusjes niet van elkaar gescheiden worden, tenzij dat in het belang van het kind is. Ook dat is een aanscherping. Op richtlijnenjeugdhulp.nl/uithuisplaatsing-en-terugplaatsing vind je de richtlijn en informatiemateriaal voor ouders. Lees ook Nieuwe richtlijn voor uithuisplaatsingen: 4 cruciale veranderingen
9. Richtlijn Mantelzorg
Deze richtlijn is ontwikkeld door IQ healthcare in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). ‘Door het gebruik van de richtlijn zullen jonge, werkende en oudere mantelzorgers eerder worden herkend en zal (dreigende) overbelasting eerder worden opgespoord. Mantelzorgers zullen zich meer gehoord en gesterkt voelen in het omgaan met de zorg voor hun naaste.’ Sinds begin september 2023 zijn 4 nieuwe praktische hulpmiddelen beschikbaar:
- Een video over hoe je een goed gesprek voert met jonge mantelzorgers over draaglast
- Een informatieflyer voor jonge mantelzorgers
- Een video over hoe je een goed gesprek voert met volwassen mantelzorgers over draaglast
- Een informatieflyer voor volwassen mantelzorgers
De richtlijn mantelzorg en de bijbehorende hulpmiddelen vind je op venvn.nl. Of lees voor een praktische uitleg het artikel Nieuwe richtlijn zorgt dat de (overbelaste) mantelzorger niet vergeten wordt
In dit stuk mis ik het zicht op dierenwelzijn. Er is een “signalenkaart dierenwelzijn”. Tevens is er een afwegingskader ‘Bepalen ernst van de situatie bij dierenverwaarlozing en –mishandeling’