Nog voordat het gesprek met Arie Treffers op gang komt,
is hij zijn spreekkamer al uit gesneld om een kopie te maken van een artikel dat
de vorige dag in het Financieele Dagblad heeft gestaan. ‘Redding Utrechtse
thuiszorg voorlopig mislukt’ kopt de krant. Het artikel gaat niet alleen in op
het particuliere thuiszorgbedrijf NTN dat aan de rand van de financiële afgrond
verkeert, ook de publiek gefinancierde thuiszorgorganisatie Vitras zit in de
nesten. De begroting van deze Utrechtse monopolist is in 2000 overschreden met
tien miljoen gulden. De vooruitzichten voor 2001 zijn evenmin hoopgevend. ‘Wist
je dat ook?’ zegt de directeur van Branchebelang Thuiszorg Nederland. ‘Er zijn
meer reguliere instellingen waar het slecht mee gaat dan particuliere. De
afgelopen tijd zijn er al vijf publieke thuiszorginstellingen van de ondergang
gered in onder meer Amsterdam en Den Haag. De particuliere thuiszorg heeft een
aantal taken overgenomen, zodat de klanten niet verstoken bleven van zorg. Daar
hoor je weinig over. Nu het slecht gaat met de eerste echte particuliere
instelling stelt onder meer de vakbeweging dat de invoering van de marktwerking
in de zorg een slecht idee was. Dat vind ik nogal goedkoop. Als het spel echt zo
gespeeld moet worden, kan ik ook wel zeggen dat het 5-1 voor ons is. De overheid
steekt jaarlijks vele miljoenen guldens in het overeind houden van reguliere
noodlijdende thuiszorginstellingen. Als wij aankloppen geeft de politiek niet
thuis.
Toch is het flink misgegaan bij NTN. ‘Dat
ontken ik ook niet. Bij NTN zijn enkele zaken zeker niet handig aangepakt. De
financiële administratie was een puinhoop en een nieuw automatiseringssysteem
kwam niet goed van de grond. Ook heeft NTN te snel te groot willen groeien. Het
wilde in korte tijd vanuit Utrecht in het hele land klanten van thuis- en
kraamzorg kunnen bedienen. Maar je kunt zorg in Limburg en Friesland niet vanuit
het midden van het land aansturen. Je moet rekening houden met de cultuur in de
regio. In Friesland zijn ze bijvoorbeeld nog nauwelijks toe aan particuliere
kraamzorg. Verder zijn er te lage tarieven afgesproken met zorgverzekeraars. Het
management had deze prijzen, van tien tot twintig procent onder de marktwaarde,
niet moeten accepteren.’
Wat moet er wat u betreft nu gebeuren?‘Met
een extra financiële injectie van vijftien tot twintig miljoen gulden kan het
bedrijf gered worden. Maar de aandeelhouders trekken zich terug. UPM weigert nog
geld te steken in het thuis- en kraamzorgbedrijf. (NTN is voor tachtig procent
in bezit van de Utrechtse Participatie Maatschappij, waar onder meer de ING Bank
en pensioenfonds PGGM deelname in hebben, red.). Dat neem ik vooral PGGM
kwalijk. Dat is nota bene een pensioenverzekeraar voor mensen die in de zorg- en
welzijnssector werken. Ze benadeelt haar eigen klanten. Ik vind dat ze het
moreel gezien niet kan verkopen om zich terug te trekken. Ze haalt wel de
premies binnen van de ruim tweeduizend werknemers van NTN. Momenteel zijn we aan
het onderzoeken of we de aandeelhouders aansprakelijk kunnen stellen voor de
financiële problemen. Ik vind dit onverantwoordelijk gedrag.’
De problemen bij NTN spelen al enkele jaren. Aandeelhouders
kunnen toch geen geld blijven steken in een noodlijdend bedrijf. Moet de markt
ook hier niet gewoon zijn werk doen? ‘De huidige directeur van
NTN doet momenteel erg zijn best om de zaken goed op te pakken. NTN verdient nog
een kans en de continuïteit van de zorg is ook wat waard. Ik verwijt de
aandeelhouders hierin echt een gebrek aan visie op de zorg. Bij hen mis ik een
bepaalde gedrevenheid om oplossingen te vinden. Bij UPM vonden ze dat ik nogal
emotioneel reageerde op het besluit om zich terug te trekken uit NTN. Maar we
hebben het hier wel over belangrijke zaken. Over dat de rug van meneer X wordt
gewassen en dat de wond van mevrouw Y wordt verzorgd. Naast zakelijkheid hebben
financiers in deze sector idealisme nodig.’
Hoe moet het nu verder met NTN?‘Er zijn nu
onderhandelingen gaande met drie reguliere en drie particuliere
thuiszorgorganisaties over deovername van het bedrijf. Het mooiste zou zijn dat
alle activiteiten overgenomen kunnen worden door één partij. Dat is het beste
voor de voortgang. Momenteel ontvangen klanten van NTN overigens nog steeds zorg
en de medewerkers krijgen gewoon hun salaris.’
Zijn de perikelen bij NTN geen teken aan de wand. Zal het wel
goed blijven gaan met de particuliere thuiszorg?
‘Mismanagement komt in alle branches voor. Het gaat hier slechts om één
bedrijf dat verkeerde beslissingen heeft genomen, niet meer en niet
minder.’
De particuliere organisaties zijn mede in het leven geroepen om
een einde te maken aan wachtlijsten in de thuiszorg. Dat is tot op heden maar
ten dele gelukt.‘In 1998 heeft de overheid de marktwerking in
de thuiszorg tijdelijk stopgezet. Dat was niet zo’n slimme zet. Particuliere
organisaties mochten hun producten niet meer aanbieden omdat de overheid vond
dat er een wildgroei was ontstaan van commerciële organisaties. Er moesten eerst
regels opgesteld worden, vond Den Haag. De particuliere sector moest aan
dezelfde kwaliteitseisen voldoen als de reguliere organisaties. Daar is op zich
niets mis mee, maar dat had de politiek eerder moeten bedenken. Door die
tijdelijke stopzetting zijn de wachtlijsten alleen maar gegroeid. De
wachtlijsten in de thuiszorg zijn vorig jaar voor zo’n veertig procent ingekort.
Daar hebben particuliere organisaties zeventig procent van voor hun rekening
genomen. Maar het kan beter. Wij voelen ons verantwoordelijk voor het helpen
oplossen van de wachtlijsten. We dragen daartoe ook ideeën aan. Eén daarvan is
om medewerkers uit Slowakije en Litouwen te werven. In die landen hebben ze een
overschot aan verpleegkundigen. Door hen een tijdelijke verblijfsvergunning van
zo’n twee jaar aan te bieden kunnen ze hun kwaliteiten hier inzetten en
tegelijkertijd ervaring opdoen zodat ze in hun eigen land later makkelijker aan
de slag komen.’
Met name de vakbond maakt zich zorgen over het gebrek aan
toezicht op particuliere organisaties. De problemen bij NTN zouden voor een deel
te wijten zijn aan gebrek aan controle.‘Onze branche is
transparanter dan welke andere sector in de zorg dan ook. We doen veel aan
benchmarking, organisaties vergelijken hun prestaties geregeld met elkaar.
Daarvoor moet je openheid van zaken geven. Er is al een overmatige controle op
de zorg en er zijn al zoveel organen waaraan je verantwoording moet afleggen, te
veel. De controlerende taak zou, wat mij betreft, volledig door het Centraal
Administratie Kantoor kunnen worden overgenomen. De toenemende bureaucratie
maakt veel kapot. Medewerkers kunnen nog maar zestig procent van hun tijd aan de
cliënt besteden. De rest gaat op aan administratieve taken. Daarmee jaag je
mensen de zorg uit. Ik ben overigens wel voorstander van een keurmerk voor de
particuliere sector. Partijen die niet voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen
moeten niet worden toegelaten op de zorgmarkt.
Kunnen andere particuliere organisaties nog iets opsteken van
de perikelen rond NTN? ‘Ze zouden wat meer vet op hun ribben
kunnen kweken, scherper onderhandelen met verzekeraars over tarieven en meer de
samenwerking zoeken met reguliere organisaties. In deze periode van schaarste is
er voldoende werk voor zowel de reguliere- als particuliere sector. Laten we met
zijn allen ophouden met navelstaren.´/Jeannine Westenberg