Door Esther van Andel – ‘Wij pleiten voor wettelijk verplichte nazorg’, zegt Herman Geerdink, directeur van de Hoenderloo Groep, waar de Glen Mills School deel van uitmaakt. Volgens de directeur heeft het voorstel veel draagvlak in de Tweede Kamer. (Foto: Herman Geerdink)
Methodiek verschillend
De uitkomsten van het onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoeks – en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie (WODC) zijn volgens de Hoenderloo Groep ‘enigszins teleurstellend’, maar eenvoudig te verklaren. Geerdink: ‘De groep die nu is onderzocht is de eerste groep die in behandeling is gegaan binnen Glen Mills Nederland.’
Verschil methodiek
De methodiek van toen verschilt met die van nu, volgens Geerdink. ‘Tot halverwege 2004 had de onderzochte groep geen nazorg. Ook bestond – en bestaat- voor het werk op de Glen Mills School nog geen specifieke opleiding. Een groot verschil met de huidige methodiek.’
Recidivekans
Het onderzoek laat zien dat 78% van de ex-pupillen van Glen Mills vier jaar na vrijlating één of meer misdrijven heeft gepleegd. Bij andere justitiële jeugdinrichtingen ligt dat cijfer op 53%. Volgens de onderzoekers én Geerdink komt dat omdat Glen Mills te maken heeft met de ‘zwaardere jongens’.
Doelgroep
Geerdink: ‘Het rapport laat zien dat de recidive niet hoger of lager ligt dan van deze groep verwacht kan worden. Op basis van leeftijd, IQ, opleidingsniveau en de thuissituatie van de jongere bepalen we de recidivekans. Bij onze doelgroep is de recidivekans conform de verwachting. We doen het dus niet slechter of beter dan andere justitiële instellingen.’
Ervaringen in VS
‘Eén van de oorzaken die ons parten speelt zijn de grote verwachtingen die gestoeld zijn op de ervaringen in de Verenigde Staten,’ zegt Geerdink. ‘Het Glen Mills-programma is daar veel harder, bijna militaristisch te noemen. Sinds 2004 hebben we ons programma meer op de Nederlandse situatie aangepast. Er is betere nazorg en een duidelijk onderwijssysteem, zodat jongeren de school met een diploma verlaten. De ‘militaire trekjes’ zijn er af, we verwachten dat dit beter past bij onze cultuur.’
Valkuilen
Toch zijn er nog enkele valkuilen na het Glen Mills-traject. ‘De omgeving verandert niet. Ook al maken we onze studenten hier weerbaar voor, het blijft een valkuil’, legt Geerdink uit. Maar de grootste muizenval volgens de directeur is wanneer de jongere geen dagbesteding heeft. ‘Geen werk of diploma? Dan is de kans op terugval het grootst. Ex-studenten moeten iets voor handen hebben. Een coach die de jongeren bij de aanpassing aan hun nieuwe leven buiten de beschermde omgeving van de Glen Mills-opleiding begeleidt is daarom van groot belang. Daarom pleiten wij voor meer geld voor nazorg.’
Zinvolle dagbesteding
Op dit moment werkt de Hoenderloo-Groep samen met het midden- en kleinbedrijf om de opstap naar een zinvolle dagbesteding te verkleinen en zo de kans op recidive terug te dringen. Toch ontbreekt het de organisatie aan voldoende financiële middelen om structurele nazorg te bieden.
