‘Vorig jaar hebben wij een bedrag van 5,5 miljoen
gulden toegekend aan thuiszorginstellingen, verzorgingshuizen en verpleeghuizen
in de regio Rijnmond voor het beste plan voor extra ouderenzorg’, vertelt Guus
van Montfort, directeur zorg van Zilveren Kruis. Er zijn goede voorstellen
binnengekomen, vindt hij. We hebben de ingediende plannen getoets op drie
criteria. Op verkorting van de wachtlijsten; regioanle spreiding en
vraaggestuurde zorg. Voor de plannen van dit jaar hebben we vooral opgelet of ze
ingaan op zorg voor allochtone ouderen.’
Zitten instellingen volgens u wel te springen om aanbesteding
van de zorg? Instellingen moeten dan hun eigen budgetten opgeven en hun best
gaan doen om geld van verzekeraars binnen te halen. ‘De meeste
instellingen reageerden enthousiast op onze initiatieven voor aanbesteden en
leverden creatieve plannen in, ze zien het als een extra prikkel. Andere
instellingen waren een beetje boos omdat het geld aan hun neus voorbij ging.
Maar dan moeten ze maar meer klantgerichte plannen indienen.’
Wat is volgens u het voordeel van het aanbestedingsmodel boven
het huidige model?‘Aanbesteden vergt van instellingen een
actievere opstelling. Ze moeten hun best doen om geld binnen te halen voor hun
plannen. Dat is nu nog anders. De overheid zegt tegen organisaties: hier is
jullie geld en besteedt het maar, zolang jullie de uitgaven maar verantwoorden.
Voor aanbesteding komen instellingen in de benen. Kortom er gebeurt wat.
Instellingen worden alerter gemaakt om te komen met plannen voor
zorgvernieuwing. En ze moeten zich nog meer richten op vragen van de klant.
Daarnaast kan het aanbestedingsmodel ons leren op welke wijze de overheid als
regisseur van de zorg kan terugtreden. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Het
uitgangspunt van de overheid is vooral kostenbeheersing, en dat pikt de klant
niet langer. Nu cliënten steeds langer en vaker thuis blijven wonen, worden hun
wensen steeds uitgebreider en diverser. De overheid kan op micro-niveau de regie
van de zorg niet meer aan. Die kan ze beter aan de zorgverzekeraars en
zorgaanbieders overlaten.’
U zegt als verzekeraar dat de goedkoopste plannen voorrang
krijgen. Hoe verhoudt zich dat tot de kwaliteitscriteria die u ook zegt te
willen aanhouden?‘Wij stellen inderdaad dat er voor een
bepaalde hoeveelheid geld een bepaalde hoeveelheid zorg geleverd moet worden.
Maar we willen ook een bodem leggen in kwaliteit. We toetsen plannen op
inhoudelijke criteria. We zouden wel gek zijn als we dat niet deden. We hebben
anderhalf miljoen klanten. Die kunnen natuurlijk bij ons weglopen als ze vinden
dat wij het niet goed doen.’
Hoe bepaal je als zorgverzekeraar wat kwaliteit
is?‘Kwaliteitsbeleid ontwikkel je al werkende weg. Wij voeren
natuurlijk regelmatig overleg met cliëntenorganisaties en zorgaanbieders en
houden enquêtes onder klanten. Dat geeft wel een beeld wat de klant wenst en wat
een instelling kan bieden. Ook monitoren we veel zorg. We onderzoeken zelfs of
ingehuurde taxichauffeurs onze klanten wel vriendelijk bejegenen, daar hebben we
afspraken over gemaakt met vervoerders. Begin dit jaar hebben verscheidene
vervoersbedrijven geprobeerd een door ons uitgeschreven opdracht binnen te halen
voor het vervoer van patiënten naar instellingen. Na een selectie werden twee
bedrijven uitgekozen die het gehele vervoer in Nederland voor onze klanten voor
hun rekening zullen nemen.’
Gaan als gevolg van aanbesteding de grote instellingen niet aan
de haal met alle extra’s?‘Het is niet per definitie zo dat een
kleine instelling de strijd om het geld verliest. Kleine organisaties zijn soms
flexibeler dan grote. Al kunnen de laatsten vaak weer geld vrijmaken voor aparte
beleidsafdelingen, die weer handig zijn in het binnenhalen van financiële
middelen. Maar de voorstellen van zowel de grote als de kleine instellingen
worden inhoudelijk getoetst.’
Wat zal volgens u de rol van de overheid in de toekomst
zijn?‘De overheid bepaalt wat er in het basispakket zit en
zorgt ervoor dat verzekeraars zich hieraan houden. Dat is een belangrijke taak.
Verzekeraars moeten natuurlijk verantwoording blijven afleggen aan de overheid.
Maar verzekeraars en instellingen moeten wel vrijheid krijgen om samen te
onderhandelen. We zijn geen vijanden van elkaar, we hebben elkaar nodig.’
De meeste verzekeraars willen zelfs de AWBZ gaan uitvoeren.
Hierdoor worden de zorgkantoren overbodig. Wat wilt u?‘In
feite is de AWBZ nog een territoriaal model, waarin de overheid grotendeels
bepaalt hoe die eruit ziet. Maar er moet veel meer rekening worden gehouden met
de wensen van de klant in de regio. Ik denk dat wij dat beter kunnen dan de
overheid, omdat we dichterbij de cliënten staan. Toch is het regelen van de AWBZ
door de verzekeraars niet eenvoudig, al willen we de uitdaging niet uit de weg
gaan. De AWBZ-klanten vormen een actieve groep die opkomt voor haar rechten. Het
is bovendien een groep die dikwijls langdurige zorg nodig heeft, zoals
thuiszorg.’
Wat u betreft zet de aanbesteding in de zorg dus
door?‘Wij zijn nu aan het onderzoeken of het
aanbestedingsmodel het afgelopen jaar meer heeft opgeleverd dan het klassieke
model. Ik heb er alle vertrouwen in dat we met de eerstel meer betere zorg
kunnen bieden voor minder geld.’/Jeannine Westenberg