Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Discontinuïteit is de olifant in het sociaal domein’

Het geheim van de lange relatie. Dat is de titel van het essay dat onlangs verscheen over de behoefte aan meer continuïteit in het sociaal domein. De discontinuïteit speelt op drie niveaus: beleidsmatig, organisatorisch en relationeel. ‘Het is de olifant in de kamer. Iedereen weet het, maar iedereen negeert het.'
© mattjeacock / Getty Images / iStock

De uitspraak over de olifant komt van Radboud Engbersen, expert bij Movisie. Hij schreef Het geheim van de lange relatie samen met Thijs Jansen van Stichting Beroepseer en Rienk Janssens van de VNG. Engbersen heeft zelf zeker een lange adem wat betreft dit thema: hij schreef in 2003 al eens een artikel over de (dis)continuïteit in sociaal beleid.

Decennialang tevergeefs

Engbersen ziet dat de recente decentralisaties geen goed hebben gedaan voor de continuïteit in het sociaal domein. Maar gezien de geschiedenis kan dat niet de enige oorzaak zijn voor discontinuïteit. Die zit volgens hem vooral in de aard van het sociaal werk. ‘Het gaat altijd over taaie problemen. Dakloosheid, huiselijk en seksueel geweld, armoede. We proberen die al decennialang tevergeefs op te lossen.’

Accumulatie van kennis

‘Ik vroeg me al heel lang af’, vervolgt hij, ‘hoe kan dat? Is er dan geen accumulatie van kennis? En ja, die blijkt er wel degelijk te zijn. We weten tegenwoordig veel beter dan twintig of dertig jaar geleden wat we moeten doen. Bij Movisie bijvoorbeeld is een goed gevulde databank met effectieve interventies. Maar er wordt te weinig gebruik gemaakt van bestaande kennis.’

From scratch beginnen

Dat komt volgens Engbersen deels door teleurstelling. Als een wethouder na een paar jaar constateert dat er extra voedselbanken in zijn gemeente zijn gekomen, dan trekt hij de conclusie dat de lokale aanpak mislukt is. ‘Daardoor hebben de beleidsmakers in het sociaal domein de neiging om vervolgens helemaal from scratch opnieuw te beginnen.’ Ook vanuit Den Haag worden er regelmatig nieuwe inhoudelijke programma’s het land in gestuurd. Goedbedoeld, maar veel te tijdelijk.

Chirurg

Termen als innoveren, pionieren en van de gebaande paden afwijken, die worden volgens Engbersen veel te vaak gebruikt. Vooral omdat er daarbij te veel waardevolle kennis en ervaring verloren gaat. Hij vergelijkt het sociaal domein met de operatiekamer, die gevrijwaard is van de gewraakte olifant. ‘Als een chirurg te maken krijgt met een complicatie, dan gaat hij de operatie de volgende keer niet compleet anders aanpakken. Hij leert van ervaren chirurgen wat hij mogelijk aan kan passen in de werkwijze. Dat is veranderkracht, en die moet er dus juist wel zijn.’

Schouders

‘Op de schouders van de voorgangers staan’, zo typeert Engbersen de veranderkracht. Hij trekt de parallel met de jeugdzorg en het inzicht dat het niveau van de gemeente niet het gepaste organisatieniveau is bij sterk gespecialiseerde hulp. ‘Dat betekent dus niet dat je moet concluderen dat de decentralisatie mislukt is. Dat betekent alleen dat je andere accenten moet leggen: misschien moet een specifiek deel van het aanbod landelijk georganiseerd worden.’

Niet terug naar de bossen

Ook het gedachtegoed van de zelfredzaamheid noemt hij als voorbeeld. Dat we nu inzien dat niet iedereen zelfredzaam kan zijn, wil niet zeggen dat het hele begrip maar overboord moet. Of de extramuralisering, en hoe ingewikkeld het is om bijvoorbeeld mensen met psychiatrische problematiek op te nemen in de wijk. ‘Dat betekent niet dat zij weer opgeborgen moeten worden in de bossen. Hoe kunnen we de nabije omgeving versterken, daar gaat het om.’

Stopwatch

De discontinuïteit in het beleid werkt door in de wisselwerking tussen gemeente en sociaalwerkorganisatie en is ook van invloed op de relatie tussen de hulpverlener en cliënt. Sociaalwerkorganisaties hebben te maken onzekere aanbestedingstrajecten en met korte contracten, al lijkt die trend de laatste jaren wat te keren. Hulpverleners voelen ‘de zweep van de stopwatch’ en gruwen van de alsmaar toenemende administratieve lasten.

Waarde van het team

Dat is funest voor het werkplezier. En hoewel begrijpelijk, vindt Engbersen het een onwenselijke ontwikkeling dat steeds meer uitvoerende professionals als zzp’er aan de slag gaan. Hij raadt sociaal werkers aan om goed na te denken en in de overwegingen vooral ook mee te nemen welke gevolgen het heeft als je geen onderdeel meer bent van een team. ‘Sociaal werk is grotendeels teamwerk. Als sociaal werker ben je gebaat bij het team, voor de uitwisseling en ondersteuning. Ook vakmatig maakt het team je werk interessanter.’

Sollicitatiegesprekken

Sociaal werkers die aan het solliciteren zijn kunnen er volgens Engbersen zelf aan bijdragen dat ze het bij hun aanstaande werkgever lang naar de zin kunnen hebben. De huidige krapte op de arbeidsmarkt werkt in hun voordeel. ‘In de gesprekken kun je vragen naar hoe de begeleiding van nieuwe collega’s is geregeld. Hoe zit het met de opleidingsmogelijkheden? Vraag ook naar de doorgroeimogelijkheden. Zijn er gradaties in de functies qua senioriteit? Zijn er mogelijkheden om managementtaken en inhoudelijk werk te combineren?’

Zuinig op de medewerkers

De vragen die sociaal werkers kunnen stellen brengen Engbersen meteen bij het punt waarop sociaalwerkorganisaties aan kunnen grijpen, ook in de geschetste lastige situatie. Werkgevers moeten ‘ongehoord zuinig’ op hun medewerkers zijn, stelt Engbersen. Dat gaat helaas maar al te vaak mis. ‘Ik liep een tijdje mee met een wijkteam in Rotterdam en leerde een aantal zeer ervaren krachten kennen. Toen ik een jaar later nog eens terug ging, waren ze allemaal weg.’

Net als voetbalclubs

‘Het gaat om het besef van de waarde van de medewerkers met ervaring, de schouders waarop de anderen kunnen staan. Sociaalwerkorganisaties zouden zichzelf meer als opleidingsfabrieken moeten zien. Net als voetbalclubs die een evenwichtige selectie hebben, met ervaring en jong talent.’ Om de Champions League te kunnen halen is er echter heel wat nodig: onervaren medewerkers niet te snel in stressvolle situaties laten komen, coaching en intervisie organiseren, nieuwe medewerkers goed begeleiden én senioriteit in woord en salaris waarderen.

Agenda

Het belang van continuïteit in het sociaal domein is op 6 oktober thema van ‘De Agenda van het Sociaal Werk 2022: Het belang van vertrouwde gezichten in het sociaal domein’. Op 23 september, tijdens een Congrestival sociale basis, verzorgen Radboud Engbersen (Movisie) en Thijs Jansen (Stichting Beroepseer) de workshop ‘Hoog tijd voor continuïteit in het sociaal domein!’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.