Bruning krijgt niet van alle instellingen bijval. Uit onderzoek van het radioprogramma blijkt dat personeel van instellingen geregeld wordt aangevallen. De laatste jaren komen daar dikwijls de politie en justitie aan te pas. Naar schatting 180 verstandelijk gehandicapten zitten in justitiële inrichtingen, meldt het programma.De VGN werkt aan richtlijnen voor aangiftes. ‘Daar komt in elk geval in te staan dat een instelling altijd moet afwegen of aangifte helpt om de cliënt te corrigeren’, aldus Bruning.
Niet overzien
Cees van der Struik van de Friese instelling Talant ziet het nut van aangifte doen niet. ‘De bewoners zijn mensen met een beperking die daarom hun eigen gedrag niet kunnen overzien. Het is een omgekeerde situatie als we juist daarom aangifte tegen hen zouden doen. Het zijn geen criminelen.’
Redelijk te begrijpen
Hoogleraar forensische psychiatrie en tbs-deskundige Hjalmar van Marle liet naar aanleiding van de uitzending weten dat bij ernstige incidenten en wanneer de persoon redelijk kan begrijpen dat het gedrag niet mag, aangifte moet worden gedaan. Niet alleen bij verstandelijk gehandicapten, maar ook bij psychiatrische patiënten, zo zei hij.’
‘Hap-snap’
In de jaren tachtig speelde dezelfde discussie. Toen was de aanbeveling dat altijd de politie moest worden ingeschakeld. Het aangiftebeleid bij instellingen is echter nog altijd ‘heel hap-snap’, aldus Van Marle. ‘Iedereen heeft zijn eigen maatstaf.’ Volgens het radioprogramma heeft slechts een derde van de instellingen een helder beleid.
Hoeveel verstandelijk gehandicapten in tbs-klinieken zitten, is volgens Van Marle niet duidelijk. ‘Het is een grijs gebied’, aldus de deskundige.
Radio-uitzending ‘Dit is de Dag’ (27 april)
Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.
Bron: ANP/Foto: Stock.xchng
Als een verstandelijk gehandicapt persoon in een woonwijk woont en agressief gedrag vertoont met gevolg dat begeleiders of omwonenden hierdoor verwond raken, dan moet daar aangifte van worden gedaan. Als een verstandelijk gehandicapte in een woonwijk woont is deze persoon een gewoon burger. Slaat die burger een ander in elkaar, dan is dat politiewerk en mag het slachtoffer aangifte doen. Als gedragsdeskundigen dergelijke personen een indicatie geven dat ze geschikt zijn om in een woonwijk te wonen, dan mogen zij de ‘verstandelijke handicap’ niet aanvoeren als verzachtende factor. Dan is de indicatie fout en horen deze mensen terug te keren naar het veilige instellingsterrein.