Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Doekle Terpstra (HBO-raad): ‘De lat in het HBO mag wel wat hoger’

Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad, ziet in de invoering van lectoraten in het hoger beroepsonderwijs een ‘majeure ontwikkeling’ die een doorstart vereist. Dat zegt hij deze week in de Zorg + Welzijn Opleidingenspecial. 'Lectoraten vervullen een belangrijke rol in kennisontwikkeling en kennisoverdracht. Maar de lat mag hoger.’
Doekle Terpstra (HBO-raad): 'De lat in het HBO mag wel wat hoger'

Door Dominique Elshout – Doekle Terpstra volgde zelf van 1976 tot en met 1980 een HBO-opleiding in Zwolle, aan de toenmalige Sociale Academie De IJsselpoort. Na zijn studie werd hij direct actief voor het Christelijk Nationaal Vakverbond. Hij was landelijk voorzitter van het CNV van 1998 tot 1 mei 2005. Op die datum werd hij voorzitter van de HBO-raad.

Uw ervaring met kennisoverdracht sluit aan bij de kritiek op het kennisniveau van HBO-studenten vandaag de dag. Hoe staat het met die kwaliteit in de sector zorg en welzijn?

‘Objectief gesproken is de kwaliteit in orde. We worden door de wet BIG (Beroepen Individuele Gezondheidszorg) in de gaten gehouden. Verder accrediteert de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie de opleidingen. En door samenwerking met ZonMW (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) wordt er gewerkt aan gezamenlijke onderzoeksprogramma’s. Daarnaast vervullen lectoraten een belangrijke rol in kennisontwikkeling en kennisoverdracht. Maar de lat mag hoger.’

Vergeleken met uw studietijd is de wereld flink veranderd. Internationalisering, internet, de multiculturele samenleving. Kan het HBO die veranderingen bijsloffen?

‘De term bijsloffen doet geen recht aan wat er gebeurt. Het hoger beroepsonderwijs is mee veranderd en heeft een totale metamorfose ondergaan. Er is algemene consensus over het idee dat er flink nagedacht moet worden over de kwaliteit van het onderwijs. Belangrijk is dat werkveld en onderwijsveld elkaar verstaan. Daarbij zal altijd een spanningsveld blijven bestaan omdat het onderwijs een cyclus heeft van vier jaar; in vier jaar wordt een student opgeleid tot bachelor. Het onderwijs zit in een tragere stroom dan het werkveld zal wensen. Via instrumenten als het landelijk Convenant Werkveldoverleg Hoger Onderwijs uit 2005 is er zicht op de ontwikkelingen in het werkveld. Daarnaast is er regionale afstemming.’

‘Het onderwijs wordt voor een zware opdracht geplaatst, wat ik noem een trilemma. Het rendement moet omhoog, de kwaliteit moet omhoog en tegelijkertijd wordt de instroom van studenten steeds groter en diverser. Het combineren van deze drie factoren is een bijna onmogelijke opdracht. Maar wat ik zie is een hoge ambitie en een sector die kwaliteit wil bieden.’

‘Wat ik een heel mooie ontwikkeling vind, is de komst van de masteropleidingen in de zorg. Dat is een absolute doorbraak, bijna een resultaat van de emancipatie van de zorg. Het feit dat mensen vanuit een verpleegdiscipline worden opgeleid om samen te werken met specialisten, geeft aan hoe belangrijk de wisselwerking tussen opleiding en werkveld is. De masters hadden nooit zonder medewerking van het werkveld tot stand kunnen komen.’

Welke rol spelen de lectoraten bij het verkleinen van het spanningsveld tussen onderwijs en werkveld?

‘De invoering van de lectoraten in 2001 is een majeure ontwikkeling geweest. Het pionieren is nu voorbij, het lectoraat vraagt om een doorstart. De nadruk moet liggen op meer massa en focus; wat voor een hogeschool hebben we en welk lectoraat past daarbij? In de pioniersfase was er heel veel aandacht voor de organisatie van lectoraten; wat is de positie van de lector binnen de hogeschool?’

‘Misschien moesten daarbij ook scepsis en argwaan worden overwonnen. In het begin werd ook heel enthousiast gekeken naar: welke lectoraten kunnen we binnenhalen? Nu zie je meer bezinning op de vraag welk lectoraat past bij een hogeschool. Hogescholen willen ook steeds meer aangesproken worden op reputatie en kwaliteit en profileren zich sterker. Maar bij de doorstart moet vooral nagedacht worden over de vraag hoe lectoraten zich aan hogescholen kunnen verbinden zonder het primaire doel van de hogescholen uit het oog te verliezen, namelijk onderwijs geven.’

Dit artikel staat in de opleidingenspecial van mei 2009 

Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.