‘Ik vond je vriendelijk, maar ook afstandelijk.’ Dianne Weerts en Jacky Sidibe zijn gewend om eerlijk tegen elkaar te zijn. Trainer-coach Weerts en de nu vijfentwintigjarige moeder uit Guinee vertellen over de eerste indruk die zij van elkaar hadden. ‘Je huis vond ik heel gezellig, dat wel.’ Sidebe vond Weerts ook aardig maar dacht: ‘We zullen zien. Dat je me aan een baan kon helpen, geloofde ik niet echt.’
Al bij hun eerste weerzien brak het ijs tussen de twee. Het was november 2010, de eerste bijeenkomst van een nieuwe Doekomstgroep in buurtcentrum De Trefterp in Capelle aan den IJssel. ‘Dianne vertelde dat ze in een asielzoekerscentrum had gewerkt’, vertelt Sidebe. ‘Dat hielp. Ze kan daardoor een beetje begrijpen wat ik voel. Ik kreeg het gevoel dat ik haar kan vertrouwen.’ ‘En ik zag nu een heel andere Jacky’, vertelt Weerts, ‘heel gemotiveerd en kwetsbaar. Ze werd gelijk een soort moeder van de groep.’ Tegen Sidebe: ‘Ik heb veel aan je gehad. Vanaf dag één ben ik je dankbaar geweest.’
Sidebe en Weerts zijn in De Trefterp, waar Weerts’ werkgever ChainWorks een eigen ruimte heeft. Ze zitten in een lokaaltje met één grote vergadertafel en een paar kleinere tafels met computers daarop. Ernaast is een afgesloten rookruimte – volgens Weerts heel belangrijk om binnenshuis te hebben, omdat het voorkomt dat de jongeren die zij begeleidt op straat hangen en er subgroepen ontstaan. Op de gang is een klein keukentje, verderop een tweede lokaal. Op grote vellen papier aan de muur staan daar van alle groepsleden de positieve en negatieve eigenschappen opgesomd. Ook de regels die de groep zichzelf heeft opgelegd hangen hier. ‘Bel op tijd als je niet kunt komen’, bijvoorbeeld en ‘praat open, maar met respect voor elkaar.’ Hier vertellen groepsleden elkaar iedere ochtend hoe zij zich voelen.
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 7-8, juli 2011.