Ouderen en mensen met een beperking kunnen zoveel als mogelijk kiezen hoe zij willen wonen en hoe zij zo nodig zorg en ondersteuning ontvangen’ (Actieplan ‘Beter (t)huis in de buurt’). De onderneming waarvoor ik werk is gevraagd nieuwe energie te geven aan een lokaal project dat tot op heden succesvol is geweest, maar nu dreigt stil te vallen.
Het is mij opgevallen dat in het project de nadruk ligt op een specifieke doelgroep (ouderen) en op een specifieke omgeving (eigen accommodaties). Jongeren, (jong) volwassenen en andere doelgroepen in de omliggende buurt en wijk worden nauwelijks betrokken. Er is een burenhulpdienst, er zijn huismeesters, er zijn diverse activiteiten en er is een zorgcoördinator. Er wordt gewerkt aan thuistechnologie (domotica) om bewoners van diverse zorgcomplexen met elkaar en met professionals in contact te brengen.
Waar de activiteiten echter op stuk lopen, zijn de deelnemers zelf. Bewoners uit dezelfde doelgroep (ouderen) met dezelfde kennis en vaardigheden helpen en stimuleren elkaar. Om hierin meer beweging te brengen, heb ik samen met een collega slimme activiteiten ingevoegd. Wonen, welzijn en zorg vraagt naar mijn mening om nieuwe creativiteit en verbindingen tussen doelgroepen.
Een voorbeeld daarvan is het tienerkookcafé. Mijn collega werkt als jongerenwerker in de omliggende wijk. Zij heeft daar een tienerkookcafé, dat gehouden werd in een wijkcentrum waar de faciliteiten voor deze activiteit niet optimaal zijn. Het zorgcentrum van waaruit het wonen, welzijn en zorg project is ontwikkeld heeft wel de juiste faciliteiten. Jongeren uit de wijk koken nu voor ouderen in het zorgcomplex en beide doelgroepen krijgen energie van elkaar.
Er zijn nu ook andere activiteiten ontwikkeld tussen jongeren en ouderen. Binnenkort wordt de bredeschool betrokken bij het project en een reclamebureau uit de wijk wordt ingeschakeld om een brede wonen, welzijn en zorg campagne te starten voor nog meer creatieve verbindingen in de wijk. Ik ben nieuwsgierig naar creatieve verbindingen van lezers.
Jillis Kors, (Groningen, 1974) heeft na de opleidingen Cultureel Maatschappelijke Vorming en Sociologie in diverse steden in Nederland opbouwwerk en burgerparticipatie projecten ontwikkeld en uitgevoerd. Sinds oktober 2008 is hij opbouwwerker in Zwolle.
Zelf ben ik opbouwwerker in Amsterdam West met ruime ervaring in de zorg.
Ik ben van mening dat er veel meer ingezet moet worden op buurtbewoners met elkaar in contact te brengen en dan vooral die buurtbewoners waar dat moeilijk voor is zoals buurtbewoners die wonen met ondersteuning van een zorg of welzijnsorganisatie. In het kader van Burendag hebben een groep allochtone vrouwen voor ouderen met een psychiatrisch ziektebeeld heerlijk gekookt en heeft men samen gedanst en gepraat over cultuur over de buurt.Ook hebben zij voor jongeren met een verstandelijke beperking een nieuwjaarsreceptie georganiseerd , ook een Iftar voor ouderen met een verstandelijke beperking.Men is in contact gekomen met elkaar , is een drempel overgegaan, hebben inzicht gekregen in de diverse zorgorganisaties, ziektebeelden, weten dat er behoefte is aan contact dat vrijwilligers belangrijk zijn. Vorige week vertelde iemand blij dat ze de jongeren op de markt tegen gekomen was en dat zij met elkaar gesproken hebben, dat ze blij waren elkaar op de markt te ontmoeten en elkaar te herkennen. Daar draait het om ! Niet om de activiteiten dat is het middel maar wel om het eindresultaat.Dwarsverbanden creëren is nodig vooral omdat het vandaag de dag (individualisering,stedelijke vernieuwing) niet vanzelfsprekend meer is dat deze als vanzelf ontstaan.
Wonen, welzijn en zorg zijn al lang een belangrijk beleidsthema. Het is fijn als tieners (na de echte koks?) terecht kunnen in de keuken van de zorginstelling om met ouderen wat liflafjes te koken. Het is goed voor de intergenerationele betrekkingen. Revolutionair is het niet en dat hoeft van mij ook niet. Samenleven zit in kleine dingen die mensen voor elkaar over hebben.