‘Vanaf 1 januari 2013 gaan we in de Drechtsteden niet meer uit van een aantal uren ondersteuning, maar van wat er nodig is om een huishouden op orde te hebben. Het is het resultaat dat telt’, zegt Alex Buchinhoren, manager van de afdeling Wmo van de Sociale Dienst Drechtsteden. ‘Na een jaar puzzelen en onderhandelen is het gelukt dit nieuwe model te realiseren.’
Indicatie
Gemeenten zijn sinds 2007 verantwoordelijk voor de huishoudelijke ondersteuning van hun inwoners. Zij doen dat veelal op een manier zoals dat voorheen ook in de AWBZ werd geregeld, legt Buchinhoren uit. De gemeente bepaalt aan de hand van de beperkingen van de klant of deze recht heeft op huishoudelijke hulp en op hoeveel uren. De aanbieder van de ondersteuning mag vervolgens tot het maximum van deze indicatie uren ondersteuning leveren. ‘Marktpartijen worden in dit systeem vooral geprikkeld door een maximale uitnutting van de afgegeven indicaties. De uitnutting bepaalt immers de omzet’, zegt de manager.
Efficiënt
Hoe er zo efficiënt mogelijk resultaat wordt geboekt – vaak is dat een schoon en leefbaar huis voor de klant- speelt volgens Buchinhoren doorgaans geen belangrijke rol in de afspraken tussen gemeenten en aanbieders. ‘Sterker nog, de aanbieder die dit resultaat in minder tijd, dan de door de gemeente afgegeven urenindicatie weet te realiseren, snijdt zichzelf in de vingers.
Aanbesteding
De Drechtsteden hebben samen met achttien aanbieders onderzocht hoe dit anders kon. Zij hebben gekozen voor een bestuurlijke aanbesteding waarbij de aanbieders en de gemeenten kunnen onderhandelen. Het Drechtstedengebied met 260.000 inwoners heeft met twintig aanbieders een contract gesloten onder nieuwe voorwaarden. ‘Het belangrijkste onderdeel van deze voorwaarden is dat de Sociale Dienst nog wel de toegang tot de voorziening bepaalt, maar dit niet langer koppelt aan een indicatie in uren. In het contract hebben de Sociale Dienst en aanbieders het resultaat dat behaald moet worden nauwkeurig beschreven.’
Overstappen
De klant heeft een belangrijke inbreng in deze afspraken, legt de manager uit. Samen met de aanbieder maken zij afspraken en die worden vastgelegd in een ondersteuningsplan dat bij de Sociale Dienst wordt aangeleverd. Is een klant niet tevreden over deze ondersteuning, dan kan hij eenvoudig overstappen naar een andere aanbieder.
Eigen bijdrage
De aanbieders en de Sociale Dienst hebben voor de ondersteuning een vaste prijs voor vier weken afgesproken. De vergoeding voor de aanbieder is altijd gelijk, terwijl de noodzakelijke inzet per klant zal verschillen. Bovendien is de vergoeding lager dan voorheen. ‘De bedoeling is dat een aanbieder die erin slaagt efficiënter te werken, een hogere marge kan realiseren dan onder de oude contractvoorwaarden het geval was’, aldus Buchinhoren. De eigen bijdrage van de klant zal hierdoor dalen, zo verwacht de gemeente.
Sociaal contact
De manager voorspelt dat door het nieuwe systeem er minder ruimte voor sociaal contact tussen de hulp en de klant zal zijn. Ook verwacht hij een afname van de werkgelegenheid in deze sector. ‘In de huidige situatie, waarin we een naar verwachting groeiende vraag met minder geld moeten zien te beantwoorden, hebben we in de Drechtsteden echter gemeend dat deze nadelen niet opwegen tegen de voordelen van deze nieuwe systematiek’, aldus Buchinhoren.
Drechtsteden veranderen systeem huishoudelijke hulp
De gemeenten in de Drechtsteden werken met een nieuw model voor het aanbieden van huishoudelijke ondersteuning vanuit de Wmo. De financiering van deze hulp is gebaseerd op het resultaat in plaats van geïndiceerde uren.