De online en offline werelden van jongeren zijn met elkaar vervlochten. Sociaal werkers (maar ook veiligheidsdiensten) hebben vaak nog weinig zicht op wat jongeren online doen, terwijl juist daar steeds vaker zorgelijk tot zelfs crimineel gedrag plaatsvindt. Om die reden bracht het Actiecentrum Veiligheid en Zorg (AcVZ) dit najaar de handreiking ‘Jongline’ uit. Daarmee geeft het zorg- en veiligheidshuis van de regio Amsterdam-Amstelland inzicht in verschillende (illegale) online fenomenen van jongeren. Ook worden praktische tips gegeven over hoe professionals hiermee om kunnen gaan. Zorg+Welzijn licht 6 zaken uit die je als sociaal werker moet weten over de online leefwereld van jongeren:
1. Weinig onderscheid tussen off- en online
Nederlandse jongeren tussen de 16 en 25 jaar kijken gemiddeld zes tot zeven uur op één dag naar een scherm. Een groot gedeelte van hun schermtijd gaat uit naar de smartphone, waarbij social media het meeste gebruikt worden. Jongeren zijn digital natives. Waar oudere generaties het verschil zien tussen de off- en online wereld maken jongeren daarin amper onderscheid meer. De toepassingen, mogelijkheden, platformen, influencers, talen, (sub)culturen, normen, waarden, trends, fenomenen, risico’s en kansen binnen de online wereld bieden een digitale ruimte waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten, waar vriendschappen en relaties versterkt worden, waar ze elkaar inspireren en waar over het nieuws wordt gepraat via kanalen als Cestmocro, NOS Stories, RapNieuwsTV, ParraTV en Punablog.
Maar in die digitale ruimte worden ook relaties verbroken, ontstaan ruzies, gaan jongeren over elkaars grenzen en wordt extremistisch gedachtegoed wordt verspreid. Deze sociale interacties gaan dag en nacht door: overdag in het klaslokaal of op straat, na schooltijd vanuit huis.
2. Menukaarten met drugs gaan rond op Snapchat
Die verwevenheid zorgt er ook voor dat zorgelijk of strafbaar gedrag online plaatsvindt. Snapchat is hét platform voor jongeren om met elkaar in contact te staan, maar ook hét platform voor dealers om drugs te verkopen. Een groot deel van de jongeren met wie gesproken werd, noemde Snapchat het platform waar ze het meest in aanraking komen met drugscriminaliteit. Verder wordt Whatsapp ook genoemd als platform waarmee contact wordt onderhouden met een dealer en waarop dealers ook aanbiedingen rondsturen.
Telegram wordt juist vooral gebruikt voor groothandel van drugs, minder voor straathandel. Jongeren lijken het “normaal” vinden dat drugs via social media worden aangeboden. In menukaarten op social media worden veel iconen gebruikt als synoniemen voor bepaalde drugs. Als professional is het daarom ook belangrijk om te begrijpen wat deze emoji inhouden.
3. Invloed op kwetsbare jongeren is groot
Social media spelen uiteindelijk ook een belangrijke rol bij de manier waarop jongeren daadwerkelijk met drugsgerelateerde criminaliteit te maken krijgen. Jongeren worden er door beïnvloed, communiceren via social media, komen in contact met criminelen, verwerven status via online platforms, krijgen klussen of (ver)kopen er drugs of wapens. ‘De invloed van social media is vooral groot op kwetsbare jongeren die weinig te verliezen hebben. Het kan ze laten geloven dat een crimineel leven loont en dat ze met drugshandel snel rijk kunnen worden. Daarbovenop krijgen jongeren door de berichten en filmpjes over wapens en messen het gevoel dat ze zelf ook een wapen moeten dragen om zichzelf te kunnen beschermen.’
4. Criminele klussen op verschillende kanalen
Via social media worden ook daadwerkelijk strafbare klussen aangeboden. Analisten van de politie zien dat via besloten PGP-groepen (Pretty Good Privacy-software) afspraken worden gemaakt en dat daar ook “klussen” worden uitgezet. Maar het gebeurt ook via de gangbare kanalen als Snapchat en Telegram, zoals omschreven door een geïnterviewde professional die werkzaam is in Amsterdam:
‘Het schijnt zelfs te gebeuren dat er een oproep is: wie kan er vanavond mee om iets te halen (uithalen). Dat gebeurt soms openlijk met een anonieme afzender, maar dan is wel duidelijk wie het is. Het gaat daarbij ook om het aanzien van iemand die de oproep doet. Ze gebruiken hun status om contacten te leggen. Het onderling vertrouwen hoeft er dus niet echt al te zijn (van directe contacten), alleen al het feit dat iemand uit de wijk komt of iemand kent, is genoeg. Iedereen weet, je gaat niet snitchen, dat is enerzijds uit angst maar ook gewoon: dat doe je niet. Het is not done.’
5. Uit het niets de zware criminaliteit in
Een fenomeen dat zich volgens de geïnterviewde professionals voor de handreiking ‘Jongline’ steeds vaker lijkt voor te doen, is dat sommige jongeren schijnbaar uit het niets betrokken raken bij ernstige misdrijven. Zij zien jongeren met andere woorden soms van 0 naar 100 gaan. De professionals vermoeden dat social media ook hier een belangrijke rol in spelen. ‘Het gaat vaak om risicovolle klussen waarvan jongeren de gevolgen niet overzien en waar ze misschien niet eens (veel) geld voor krijgen. Er zijn voorbeelden bekend van jongeren die samen een overval plegen maar elkaar niet blijken te kennen. Mogelijk is het voor sommige jongeren een manier om bij criminelen in the picture te komen. Ze willen zich op deze manier bewijzen en hun loyaliteit tonen’, is de uitleg.
Criminoloog Joren de Jong, hoofdauteur van de handreiking, legt verder uit dat hoe het online ronselen van jongeren voor klussen in de drugsgerelateerde criminaliteit precies gebeurt niet duidelijk is. ‘De online wereld is voor professionals vaak een black box. Het is voor de politie niet makkelijk om zicht te krijgen op de online leefwereld jongeren. Ze realiseren zich dat ze op dit gebied een blinde vlek hebben.’
6. Houd aandacht voor radicalisering in leefwereld jongeren
In de handreiking van AcVZ wordt ook gewaarschuwd voor radicalisering: dat vond voorheen meer in de offline wereld plaats (en was dus zichtbaarder voor de omgeving), anno 2023 radicaliseren jongeren steeds vaker online.
Alle soorten typen radicaal gedachtegoed zijn online aanwezig en makkelijk vindbaar voor jongeren. Extremisten gebruiken social-media-platformen voor onderlinge communicatie, rekrutering van nieuwe leden en het uitwisselen van propaganda. Jongeren kunnen worden benaderd via openbare social media, waarna zij worden doorverwezen naar gesloten groepen en kanalen als zij ontvankelijk lijken te zijn voor het gedachtegoed. In de gesloten groepen wordt meer extreme content gedeeld of worden personen geronseld om (gewelddadige) acties te plegen.
Het zoeken van toenadering door extremisten gebeurt niet alleen via social media, er zijn ook voorbeelden van jongeren die via online games benaderd zijn. Naast deze bewuste strategieën kunnen ook de algoritmes die bedoeld zijn om mensen op de site te houden ertoe leiden dat jongeren steeds extremistischere content te zien krijgen. Dit wordt ook wel een rabbit hole genoemd.
Momenteel gaat veel aandacht in Nederland uit naar het (online) rechtsextremisme. Er is veel rechtsextremistisch “aanbod” te vinden, constateren de onderzoekers in Jongline. Soms gaat het om ‘grappige’ plaatjes of memes die op het eerste gezicht onschuldig lijken maar die door ‘insiders’ herkend worden als rechtsextremistisch. Dit worden ook wel “dogwhistles” genoemd.