Mark Mieras schrijft veel over hersenonderzoek en evolutionaire psychologie. ‘Er is geen diersoort die zo op elkaar gericht is als de mens. We zijn geëvolueerd om samen te werken in grote groepen. Een mensenkind wordt volkomen hulpeloos geboren. Dat is mogelijk, omdat het razendsnel kan leren van de mensen om zich heen. En omdat het ongevormd geboren wordt, kan het zich ontwikkelen, specialiseren, zodat het uniek kan bijdragen aan de groep.’
Clan
Mieras was betrokken bij een onderzoek naar de jeugdhulp in Amsterdam. ‘Die functioneerde toen versnipperd. Samenwerken doe je met je eigen “clan”. Het is dus maar net wie je tot “jouw groep” beschouwd. De laatste jaren verdwijnen de schotten in de jeugdzorg. Het besef dat we allemaal werken voor één en hetzelfde doel helpt in de samenwerking. Nog een voordeel: hoe uiteenlopender de expertise hoe meer je van elkaar leert.’
Werkmethode
Toch loopt dat nog niet altijd even soepel. ‘Het grote gevaar van deze tijd is dat professionals zichzelf verliezen in protocollen en werkmethoden. Als je daar blindelings op vaart verlies je het contact met jezelf; met je ervaring en inventiviteit. De multiprobleemgezinnen zijn de dupe want die passen niet in het protocol. Er is geen oog voor hun uniekheid.’
Professionaliteit is improviseren
Als professionals werkmethoden en protocollen durven los te laten, kunnen ze weer nadenken over wat unieke situatie nodig heeft. ‘En als je zelfstandig nadenkt over de situatie, kun je ook beter samenwerken met anderen. Want dan sta je open voor nieuwe ideeën.’ Daarom ziet Mieras professionaliteit ook als het vermogen om te leren en te improviseren. ‘Onze hersenen werken het beste als we kunnen leren. En leren doen we door het vertrouwde los te laten en te variëren. Zie wat ander is dan normaal en bedenk een nieuwe oplossing voor de situatie. Zeker in de jeugdzorg is dat super belangrijk. Geen enkele cliënt is hetzelfde. Multiprobleemgezinnen zijn al helemaal elk een unieke mix aan problemen. Als je een dag niet hebt geïmproviseerd, gaat er iets mis. Professionaliteit en efficiëntie zijn in zekere zin elkaars vijand.’
Zin en onzin van protocollen
‘Begrijp me niet verkeerd: ik ben niet tegen protocollen. Protocollen zijn instrumenten om je blinde vlekken te ontdekken. Je kunt ze gebruiken als checklist. Maar je moet jezelf er niet aan overgeven. Zodra je alleen nog handelt volgens protocol, verdwijnt je flexibiliteit en stopt het leren, dat kun je meten. Je werkwijze past zich niet meer aan en cliënten krijgen het gevoel dat ze behandeld worden door een systeem. Daar zijn mensen niet bij geholpen en daar worden ze eenzaam van.’
Niet schuld van baas
Waar veel experts leidinggevenden oproepen om te vertrouwen in de professionals, wijst Mieras naar de verantwoordelijkheid van de professionals zelf: ‘Wees eigenwijs. Blijf zelf nadenken en verdedig je speelruimte. Professionals moeten daarvoor vechten, dat is hun rol in het systeem. Eigenwijsheid laat zich niet anders organiseren. Een systeem kan niet ongehoorzaam zijn. Het zijn zelfbewuste mensen die de dynamiek in een systeem brengen.’
Improviseren is ongemak
‘Die speelruimte is nooit makkelijk,’ zegt Mieras. Improviseren en buiten de lijntjes van het werkproces kleuren, is eng en maakt kwetsbaar. Maar dit ongemak brengt veel goeds, vindt Mieras. ‘Improviseren is inderdaad ongemakkelijk. Het is risico lopen en niet zeker weten of je het goed doet. Maar dat is nodig om te leren, en om flexibel en echt betrokken te zijn. En dat is precies wat kinderen, tieners en hun ouders nodig hebben. Het is heel stressvol als de jeugdzorg bij je op de stoep staat . Laat de hulpverlener zichzelf alsjeblieft de ruimte geven om zich flexibel, inventief en betrokken op te stellen, en dus kwetsbaar te zijn. Dat moet je niet vermijden. Dat moet je omarmen.’