Door Patrick Pouw – Een ‘draak’. ‘Bureaucratisch’. Een ‘monster’. Een jaar na invoering van de Wet Inburgering is het moeilijk iemand te vinden die blij is met de nieuwe wet. Gemeenten voelen zich buitenspel gezet. ROC’s spreken van het ‘failliet van de inburgering’. De nieuwe wet heeft vooral een nieuwe inburgerindustrie gecreëerd, zeggen professionals na een jaar inburgeren nieuwe stijl. En de inburgeraars zelf? Die hebben geen idee waar ze aan toe zijn. ‘Tja, ik wil niet gelijkhebberig klinken, maar hier heb ik dus voor gewaarschuwd,’ zegt Han Entzinger, hoogleraar Migratie- en Integratiestudies aan de Erasmus Universiteit. Nog voor de wet werd aangenomen schreef hij samen met 17 andere hoogleraren een open brief aan de Eerste Kamer. Kern van de boodschap: de nieuwe wet zou averechts werken en de integratie belemmeren. ‘We schreven dat de wet een mislukking zou worden, en dat blijkt nu. De grootste fout is de hele bureaucratie die erachter zit. Op conceptueel vlak is ook de switch van een inspanningsverplichting naar een resultaatsverplichting fout. Mensen móeten hun examen halen, en de sancties als dat niet lukt zijn hoog. Daarmee wordt inburgering een instrument om mensen uit te sluiten, terwijl we ze binnen zouden moeten sluiten.’
Verwaarlozing
Ook Larbi Edriouch, hoofd van Bureau Inburgering van de gemeente Utrecht, waarschuwde vooraf voor het nieuwe inburgerbeleid. ‘En ja, ook ik moet constateren dat ik gelijk heb gekregen. Ik heb gezegd dat de nieuwe wet vooral vrijblijvendheid in de hand zou werken, en dat de wet niet draait om verantwoordelijkheid zoals de minister beweerde, maar om verwaarlozing. Verdonk is naïef geweest – of misschien heeft ze gewoon haar hoofd in het zand gestoken – toen ze voorstelde om de verantwoordelijkheid bij inburgeraars zélf te leggen. We weten ondertussen toch wat eigen verantwoordelijkheid oplevert? Met name het zelf financieren en inkopen van inburgeringstrajecten is voor de meeste inburgeraars niet haalbaar. Dat kun je die mensen niet kwalijk nemen, maar als ze alles zouden kunnen wat Verdonk van ze verwacht, dan zouden ze al lang ingeburgerd zijn.’ ‘Verdonk is nu weg, maar wij zitten met de gebakken peren. Dat kunnen ook andere politici zich aanrekenen, want de wet van Verdonk werd bijna unaniem aangenomen. We hebben ondertussen nog nooit zo weinig aanmeldingen gehad als het afgelopen jaar. Landelijk is slechts 13 tot 60 procent van de taakstelling behaald. Utrecht doet het nog goed, maar vooral omdat wij op delen van de wet zijn afgeweken. Zo zijn wij alle inburgeringsplichtigen, die volgens de wet hun eigen traject moesten bekostigen, een aanbod blijven doen. Dat hebben we uit eigen middelen betaald.’
Radiostilte
En het lukt zelden, stelt Thecla van Hoogstraten, directeur van ROC Eindhoven. ‘De inburgeraars zijn stil. Een klein gedeelte koopt zelf cursussen in, maar voor het overgrote deel geldt: één grote radiostilte. Mensen weten niet waar ze aan toe zijn en wachten af. En wij mogen ze niet meer benaderen.’ Hoogstraten constateert een drastische daling van het aantal inburgeraars op haar school. Begin dit jaar schrapte ze 70 van de 110 arbeidsplaatsen. Ook ROC’s in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag ontsloegen al personeel als gevolg van de nieuwe wet waarin ROC’s niet langer een monopoliepositie hebben. Hoogstraten: ‘Inburgering móest in het verleden door ROC’s worden uitgevoerd. Daar werd een hele infrastructuur voor in het leven geroepen. Toen kwam Verdonk, en die riep: ‘marktwerking!’. In Eindhoven zijn wij nu één van de drie aanbieders, en hebben we veel minder cursisten. Maar het grootste probleem is de bureaucratie van de wet. Gemeenten zijn helemaal niet in staat inburgeraars te vinden. Daarom zijn er zo weinig aanmeldingen.’ Ook volgens Else Roetering van de Landelijke Cliëntenraad is met de wet nauwelijks te werken. ‘Het is allemaal heel erg ingewikkeld. Die wet is een draak, zal ik maar zeggen. Neem de simpele vraag: is iemand inburgerplichtig? Zelfs díe vraag is met de Wet Inburgering in de hand nauwelijks te beantwoorden. En dan zie je in de praktijk dat gemeenten geen idee hebben wie wél en wie niet voor inburgering in aanmerking komen.’
Deltaplan
Het Deltaplan Inburgering van de nieuwe integratieminister Ella Vogelaar moet aan die onduidelijkheid een einde maken. Als projectleider van de Taskforce Inburgering leverde ze felle kritiek op de plannen van haar voorgangster. Nu Vogelaar zelf minister is komt ze al snel met aanpassingen. Maar de uitgangspunten van de wet van Verdonk blijven van kracht, benadrukt haar ministerie op de website van VROM. Het Deltaplan moet de bestaande wet vooral ‘beter uitvoerbaar’ maken.‘De wet is nu een jaar van kracht, en het is nog geen succesverhaal. Hij is wel erg moeilijk uitvoerbaar,’ beaamt Richard Gielen, de woordvoerder van minister Vogelaar. ‘Het afgelopen jaar waren er lege schoolbanken door ingewikkelde criteria. Met het nieuwe kabinet zijn daarom nieuwe accenten gelegd om tegemoet te komen aan die uitvoeringsproblemen. We kijken nu met optimisme naar de toekomst.’
U kunt het hele artikel lezen in Zorg + Welzijn Magazine nummer 2, februari 2008