Door Alexandra Sweers – Het onderzoek van Van Bergen omvatte een literatuurstudie, enquêtes, medische dossiers en interviews die ruim vier jaar in beslag namen. Voortbordurend op onderzoek dat al in de jaren ’90 werd gedaan naar zelfmoordpogingen onder jonge vrouwen. Hieruit bleek dat niet alleen Surinaams-Hindostaanse, maar ook Turkse en Marokkaanse meisjes kwetsbare groepen zijn.
Etnische achtergrond
Uit het onderzoek van de promovenda blijkt dat Turkse en Surinaams-Hindostaanse meisjes nog steeds kwetsbaar zijn. Naast de twintig procent van de Surinaams-Hindostaanse meiden, doet 15 procent van de Turkse, 10 procent van de Nederlandse en ruim 6 procent van de Marokkaanse meiden een zelfmoordpoging. ‘Maar wat ik ook graag wilde weten, is de rol die de etnische achtergrond precies speelt bij deze pogingen’, zegt Van Bergen.
Bemoeien
Bij meiden met een Surinaams-Hindostaanse spelen drie factoren een belangrijke rol bij een zelfmoordpoging, legt Van Bergen uit. Op de eerste plaats is hun keuzevrijheid niet optimaal: het hele gezin bemoeit zich vaak met het meisje, met name met de keuze van een partner. Ten tweede hebben veel van deze meiden het gevoel dat ouders geen aandacht en begrip hebben voor wat er in hen omgaat. Zij voelen zich daardoor ongeliefd.
Autoritair
De combinatie van een beperkte autonomie en een gemis aan liefde van de ouders is belangrijk, stelt Van Bergen. ‘Turkse en Marokkaanse meiden worden zelfs meer beperkt in hun autonomie. Maar zij hebben niet het gevoel dat de ouders niet van hen houden. Hindostaanse gezinnen staan bekend om hun behoorlijk autoritaire opvoeding, maar ook als warm en hecht. Toch blijkt dat bij een flink aantal die warmte niet bestaat en dat blijkt een gevaarlijke situatie.’
Brandstapel
‘Ten slotte is zelfmoord verweven met de Surinaams-Hindostaanse cultuur’, zegt de promovenda. Zo kwam in de Indiase geschiedenis regelmatig de zogeheten weduweverbranding voor, waarbij weduwen zich op de brandstapel van hun overleden man wierpen. Vaak onder grote druk van de familie, die vond dat een deugdzame vrouw haar man niet mocht overleven. Van Bergen: ‘Hindostaanse meisjes kennen het principe ‘zelfmoord’ dus beter en zullen daar dan ook sneller naar grijpen. In deze groep heeft een zelfmoordpoging ook vaker een fatale afloop.’
Onopgemerkt
Van Bergen doet ook enkele aanbevelingen voor de hulpverlening. Wanneer migrantenvrouwen in het ziekenhuis komen of bij een huisarts en als dan blijkt dat zij ongelukkig voorkomen, dan is dat een goed moment om hulp aan te bieden. ‘Hulpverleners zullen wel heel standvastig moeten zijn, aangezien deze vrouwen een grote druk van de familie ervaren.’ Bovendien constateert Van Bergen dat vooral de tweede generatie die een echte strijd moet leveren om autonomie, niet onopgemerkt kan blijven. ‘Een mentor op school kan daar bijvoorbeeld alert op zijn.’
Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.
Bron: Foto: ANP/Robin Utrecht