Onder stalking wordt het volgende verstaan: ‘Het stelselmatig, opzettelijk en ongewenst inbreuk maken op de privacy van een ander, met het doel de ander te dwingen iets te doen, iets niet te doen of iets te dulden of met het doel vrees aan te jagen’. Dat is te lezen in een brochure van de politie en Movisie. De grootste groep daders van stalking zijn ex-partners. Vaak zijn het mannen, maar ook vrouwen kunnen stalkers zijn.
1 op 5 vrouwen slachtoffer van stalking
Volgens de meest recente cijfers van het CBS vonden er in 2016 2935 officiële gevallen van stalking plaats. In 2017 waren dat er iets minder, 2840. Nico van Oosten, Senior adviseur Aanpak huiselijk en seksueel geweld bij Movisie: ‘Dit zijn echter alleen de gevallen van stalking die bij de politie gemeld zijn. De daadwerkelijke aantallen liggen veel hoger.’ Dat baseert Van Oosten onder meer op een onderzoek van Van der Aa en Kunst. In 2007 deden zij een onderzoek op de Tilburgse kermis waarbij bezoekers van de kermis bevraagd werden. In totaal deden 1027 mensen mee aan het onderzoek. Van deze 1027 mensen gaf 16,5 procent aan ooit met stalking te maken gehad te hebben en 3,9 procent gaf aan er in de afgelopen twaalf maanden mee geconfronteerd te zijn. Verder bleken vrouwen vaker (20,7 procent) te maken te krijgen met stalking dan mannen (13,4 procent). Van Oosten: ‘Als je die aantallen omzet naar de totale volwassen bevolking van Nederland, kom je dus op veel hogere aantallen uit dan de cijfers die bij de politie bekend zijn. Omgerekend kun je op basis van dat onderzoek zeggen dat 1 op de 5 Nederlandse vrouwen en 1 op de 7 á 8 Nederlandse mannen ooit met stalking te maken krijgt.’
Continue bedreiging
Stalking komt dus relatief vaak voor. Zeker vergeleken met het aantal officiële meldingen dat gedaan wordt over stalking. Van Oosten vertelt dat er in de literatuur onderscheid wordt gemaakt tussen vijf typen stalkers: de afgewezen stalker, de wraakzuchtige stalker, de incompetente stalker (die door een gebrek aan vaardigheden op een knullige, maar hinderlijke, manier contact zoekt), de intimiteit zoekende stalker en de jager. Al deze typen stalkers kunnen op hun eigen manier gevaarlijk zijn. Van Oosten: ‘De jagende stalker heeft vaak een heel bedreigend effect op degene die hij stalkt. Maar ook de wraakzuchtige stalker kan gevaarlijk zijn omdat hij, of zij, mogelijk ook geweld kan gaan gebruiken. Zeker als de wraakzucht gecombineerd wordt met afwijzing. Van afwijzing kan bijvoorbeeld al sprake zijn als er één of twee keer seksueel contact is geweest en één van de twee betrokkenen het daarbij wil laten. Als de ander dat niet kan hebben, is er een kans dat die hinderlijk gaat stalken. En zeker als je zo iemand bij je thuis over de vloer hebt gehad, kan het heel dreigend worden omdat hij dan weet waar je woont en eventueel waar je gevoelig voor bent. Stalking valt ook niet voor niets binnen het domein van de bedreigingen. En er is niets zo vervelend als continue bedreigd worden. Dan ga je je als slachtoffer ongelofelijk onveilig voelen.’
Vormen van stalking
Bij stalking wordt vaak gedacht aan ‘klassieke vormen’ zoals iemand op straat volgen, herhaaldelijk zichtbaar zijn of letterlijk voor de deur staan. De laatste jaren zijn er echter ook steeds meer voorbeelden van digitale stalking. Bijvoorbeeld een stalker die foto’s of filmpjes van zijn slachtoffer verspreid op social media of hacking om achter gegevens te komen. ‘Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij bijvoorbeeld een lievelingsknuffel van een kind wordt voorzien van een GPS-zender zodat de stalker weet waar de moeder van het kind is. Of een telefoon die achter het dashboard van een auto wordt verstopt en wordt verbonden met de accu om in de gaten te houden waar iemand is.’
Stalking is strafbaar
Stalking komt dus voor in allerlei vormen. Maar wat kun je als professional doen als een cliënt te maken heeft met stalking? Volgens Van Oosten is het in elk geval van belang dat je uitlegt dat stalking strafbaar is. ‘Het is niet zomaar iets vervelends, het gaat echt om een vorm van bedreiging.’ Het is daarom altijd van belang dat er contact wordt gezocht met de politie. Voor je dat doet, kun je alvast samen met de cliënt nagaan wie de stalker is en wat diens relatie is met de cliënt. Van Oosten: ‘Vaak weten mensen wel wie hun stalker is. En wanneer dat niet het geval is, is er meestal wel sprake van vermoedens.’ Wanneer je met je cliënt naar de politie gaat, is het nuttig om te vragen om een vaste contactpersoon bij de politie. ‘Liefst de eigen wijkagent. De politie kan na een melding van stalking direct actie ondernemen. Bijvoorbeeld vaker posten in de omgeving.’ Een andere tip je die als professional aan je cliënt kunt geven, is het opbouwen van een dossier. Leg vast wanneer de stalker in beeld is of contact zoekt, op welk tijdstip en wat het motief van de stalker is om contact te zoeken en wat het signalement van de stalker is (wanneer je niet weet wie het is).
Geen contact meer
Verder is het goed als professionals hun cliënten vertellen dat het van belang is dat ze een duidelijke grens aangeven. ‘Dat kan bijvoorbeeld via een aangetekende brief’, aldus Van Oosten. ‘Laat de cliënt hier eenmaal kort en duidelijk in aangeven dat het gedrag van de ander ongewenst is. En vertel de cliënt na die ene keer geen contact meer aan te gaan met de stalker. Ook niet als hij voor de deur staat. Ieder contact voedt de obsessie.’ Verder is het goed als cliënten zichzelf niet gaan isoleren van de angst, maar erover praten. Dat ze denken aan hun eigen privacy en veiligheid. Welke informatie heeft de stalker over hem of haar? Hoe kunnen ze de stalker toegang tot bijvoorbeeld hun woning of computer belemmeren? ‘Informeer je cliënt over de risicofactoren. Om professionals daarbij te helpen, raad ik hen echt aan zelf de brochure van de politie en Movisie te lezen, deze in wachtkamers neer te leggen, hem uit te delen aan cliënten en zelf actief voorlichting te geven over wat stalking is en wat je kunt doen als je ermee te maken hebt.’
Hulp voor stalkers
Sinds kort is er ook hulp voor stalkers zelf. Van Oosten: ‘De Waag biedt sinds een tijd hulp aan stalkers. In het hulpverleningsprogramma dat zij hebben ontwikkeld, wordt niet alleen gekeken naar het stalkinggedrag zelf, maar ook naar piekeren, fantaseren en op andere manieren obsessief bezig zijn met het slachtoffer. Dit komt veel voor bij stalkers en kan leiden tot een situatie waarin iemand bijna nergens anders meer mee bezig is. De Waag probeert een ex-stalker positieve doelen mee te geven want als het stalken wegvalt, blijft er letterlijk niets meer over. Daarom is het belangrijk om ze weer in andere zaken te interesseren en om ze meer perspectief te bieden.’
Ter aanvulling op dit artikel en de strafbaarheid nog het volgende. Stalking is een klachtdelict. Dat betekent dat u bij het doen van aangifte nadrukkelijk vraagt om vervolging van de dader. De politie doet daarna onderzoek, maar het is de officier van justitie die uiteindelijk beslist of uw belager wordt vervolgd.
Het wordt anders als u daarnaast het slachtoffer bent van fysieke mishandeling of
bedreiging. In dat geval kan de politie ook ambtshalve onderzoek doen, dus zonder
aangifte en zonder dat u hierom vraagt. Zo kan ook de officier van justitie besluiten
om ambtshalve te vervolgen bron: https://www.movisie.nl/publicatie/u-wordt-gestalkt
Nico van Oosten, Movisie.
Glashelder, zeer goed verwoord. En het belangrijkste: gelijk in praktijk te brengen.