Voor de verkenning gebruikte Kruijswijk criteria voor eenzaamheid die opgesteld zijn door professor Theo van Tilburg, hoogleraar aan de VU. Reden voor eenzaam worden zijn alleenstaand zijn, behoefte aan gezelschap hebben, alleen zijn, verplaatsing (ver van huis zijn) en gedwongen isolement. In het essay staan diverse voorbeelden die laten zien hoe verschillende mantelzorgers eenzaam worden.
Herinneringen
Oudere mantelzorgers die voor een partner zorgen, voelen zich bijvoorbeeld eenzaam, zeker wanneer sprake is van geestelijke achteruitgang bij hun partner. ‘Denk maar aan de zorg voor een echtgenoot met Alzheimer. Je kunt bijvoorbeeld steeds minder meer praten over al die mooie herinneringen’, legt Kruijswijk uit. Ook kunnen mensen het gevoel krijgen dat ze door hun familie, vrienden of bekenden niet begrepen worden.
Opmerkingen
Zo staat in het essay een voorbeeld van een vrouw die er even zelf op uit wil om op adem te komen en zich boos maakt over opmerkingen van mensen in haar omgeving.‘Laat je die zieke man dan zo maar alleen?’ ‘Ja dat doe ik, antwoordde ik’ Ze keken afkeurend. Wat kunnen stomme opmerkingen van goedbedoelende mensen me kwaad maken.
Worsteling
Mantelzorgers zelf vinden het heel moeilijk om hun eigen worstelingen toe te geven. ‘In de moeilijkste periode vroeg niemand hoe het met mij ging. Ze wisten het niet. Normaal zeg ik het wel als mij iets teveel is, maar ja, als iemand daar naast mij aan het doodgaan is… Martijn was ziek, ik niet’, vertelt een andere mantelzorger.
Opmerking
Kruijswijk benadrukt dat daarom mantelzorgers ook zelf hun gevoelens moeten uiten. ‘Anders kunnen ze heel snel in een isolement terechtkomen.’ Een misverstand is dat werken automatisch een adempauze betekent. ‘Het lijkt prettig, even eruit, even met collega’s. Maar het kan ook juist moeilijk zijn omdat mensen niet altijd door hebben hoe belastend het zorgen kan zijn. Flauwe opmerkingen als ‘ga je nu al naar huis?’ of ‘goedemiddag’ wanneer je wat later op je werk komt door het mantelzorgen, kunnen pijnlijk zijn. Hierdoor kan een werkende mantelzorger zich eenzaam voelen.’
Bij allochtone mantelzorgers speelt ook nog dat zij minder makkelijk hun verhaal kunnen doen bij familie en buitenstaanders. Door bijvoorbeeld een taalachterstand en het feit dat in hun cultuur over zorg amper gepraat wordt vanwege schaamte of taboe.
Respijtzorg
Wat te doen voor die complexe problematiek, vraagt Kruijswijk zich ook af. Hij benadrukt dat kleine dingen al veel kunnen bereiken. ‘Ik las een verhaal waarin een hulpverlener de deurknop al in haar hand had, tot ineens de echtgenote van de patiënt vertelde dat ze zo moe was. Daarna ontstond een heel fijn gesprek. Vraag vaker hoe het met de mantelzorger zelf gaat. En bij het ontmoeten laten merken dat je hem of haar ziet.’ Ook respijtzorg kan uitkomst bieden, zodat de mantelzorger de tijd heeft om sociale contacten te onderhouden. ‘De ondersteuning moet zo goed mogelijk aansluiten bij de mantelzorger.’
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: Foto: Stock.xchng
Dat er via dit onderzoek aandacht is voor mantelzorgers, doet mij (mantelzorger) al goed.
Mantelzorgers voor iemand met een psychatrisch ziektebeeld geraken ook in een isolement door het gedrag van de te verzorgen persoon zelf met daarnaast (meestal) het maatschappelijk onbegrip en weerstand voor het psychiatrisch ziektebeeld.