Onder druk van familie of eigen gemeenschap Een paar weken geleden was de aangrijpende documentaire Code Rood op de televisie te zien. Jonge allochtone meiden, met maskers en pruiken op om herkenning te voorkomen, vertelden vreselijke verhalen over hoe ze waren mishandeld en opgesloten door hun familie. Bijvoorbeeld omdat ze een vriend hadden die de familie niet zag zitten of omdat ze weerstand boden tegen een dreigende uithuwelijking, vaak aan familie in het land van herkomst. Deze meiden kwamen uiteindelijk allemaal terecht in de (geheime) opvang van Zahir, onderdeel van Fier Fryslân, in Leeuwarden.
Kast
‘De verhalen in de documentaire waren niet eens de ergste gevallen’vertelt Jannie Oenema, projectleider van Zahir. ‘Zo hebben we hier twee zusjes die maandenlang zaten opgesloten in een kast. En een meisje dat van haar elfde tot haar tweeëntwintigste als slaaf in de huishouding is gebruikt. Niemand wist van haar bestaan. Ik durfde het niet aan om ze die verhalen voor de camera te laten vertellen. Dat heeft te veel gevolgen voor hun eigen trauma.’
Opvang
De aanpak van eergerelateerd geweld vereist een specialistische aanpak en veel kennis over, onder andere, de cultuur van het betreffende land. Zestig procent van de meiden die in Zahir belandt, gaat uiteindelijk wel terug naar huis of krijgt op de een of andere manier weer contact met de familie. Een van de componenten die vereist is voor een geslaagde hulpverlening, is intensieve samenwerking met de politie. Iedere aanmelding bij Zahir wordt besproken bij het LEC EGG (Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld) en een gespecialiseerde politiecoördinator in de regio. Een geweldige samenwerking, volgens Oenema, waarbuiten de hulpverlening niet kan. ‘De politie maakt, onder andere, via een risicotaxatie een inschatting van het gevaar dat het meisje loopt’, vertelt Oenema. ‘Er wordt nagegaan of zich in de familie of de gemeenschap eerdere gevallen van eergerelateerd geweld hebben voorgedaan.
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 6, juni 2012.