In het rapport ‘Ontzorgen en Normaliseren’ pleit de RMO voor een sterke eerstelijnszorg, waarbij alledaagse strubbelingen binnen een gezin niet onnodig worden geëtiketteerd als grootschalige zorgproblemen. Zo worden gezinnen niet afhankelijk van professionals en daalt de druk bij de jeugdhulpverlening. Het zorgaanbod is nu namelijk te zwaar en laat vaak te lang op zich wachten, concludeert de RMO. ‘Problemen horen bij het leven. Dat gezinnen en hun omgeving daar veelal zelf een weg in kunnen vinden, zijn we als politiek en samenleving haast vergeten.’
Hulpverlening
Steeds meer kinderen en gezinnen komen in de zware en dure specialistische hulpverlening terecht. Volgens de RMO komt dit onder meer doordat de eerstelijns functie in de jeugdzorg versnipperde en deels verdween, terwijl de gespecialiseerde hulpverlening steeds meer grip probeerde te krijgen op dagelijkse opvoedvragen.
Risico’s
Door de nabijheid van specialistische hulpverlening zijn gezinnen het verleerd om een beroep te doen op familie, vrienden, buren en andere ouders. Ook hebben leerkrachten en verpleegkundigen van consultatiebureaus meer aandacht voor risicosignalering gekregen. Dit gaat ten koste van laagdrempelige en op vertrouwen gebaseerde relaties met het gezin.
Problemen
Volgens het rapport kunnen nog te introduceren ‘eerstelijnsgezinscoaches’ helpen bij het oplossen van problemen binnen gezinnen. Hooggekwalificeerde professionals zouden dichtbij gezinnen moeten fungeren als vraagbaak, generalistisch zorgbieder en schakel tussen gezin, sociale omgeving en ‘vanzelfsprekende’ medeprofessionals als huisarts, onderwijzer, sportbegeleiders of verpleegkundigen van consultatiebureaus.
Bron: ANP/ANP-Photo