Een jaar lang verzekerd van een maandelijks inkomen, 1050 euro om precies te zijn. Inmiddels zijn vijf thuisloze jongeren in Eindhoven begonnen met de pilot Bouwdepot. Zij krijgen de kans om met een vast maandinkomen en een woonplek het leven op te bouwen. Naar hun eigen mogelijkheden en zonder voorwaarden vooraf. Wat blijkt? Drie jongeren hebben een schooldiploma gehaald, een is moeder geworden, de ander heeft contact gelegd met familie en heeft betaald werk. ‘De belangrijkste hindernis was de negatieve beeldvorming van de buitenwereld’, zegt Marleen van der Kolk, mede-initiatiefnemer van Bouwdepot en programmamanager van Stichting Zwerfjongeren Nederland.
Thuisloos
In Nederland zijn 12.400 jongeren tussen 18 en 30 jaar thuisloos of in een onveilige leefsituatie. Bouwdepot is in 2020 begonnen met pilots in een drietal steden. Het doel is jongeren financiële rust te laten ervaren, in de hoop dat zij een toekomstperspectief kunnen ontwikkelen. ‘We noemen het maandelijks leergeld’, aldus Van der Kolk. In een evaluatie van Bouwdepot zet onderzoeksbureau DRIFT aardig wat positieve resultaten op een rij: Het maandelijkse inkomen stelt de jongeren in staat in hun levensonderhoud te voorzien, rust te vinden, geen extra problemen te krijgen, de financiële huishouding op orde te brengen. En het geeft hen de ruimte om te oefenen met keuzes maken in het leven en daarvan te leren.
Leergeld
Waren er ook problemen tijdens de pilot? ‘Er zijn altijd problemen, het gaat bij deze jongeren erom of ze leren en zelf stappen kunnen zetten net als ander jongvolwassenen’, zegt Marleen van der Kolk. ‘Nee, er zijn met het geld door de jongeren geen wietplantages opgezet of stapels kratten bier naar binnen gesleept. Natuurlijk hebben de jongeren hun problemen, ook met de besteding van hun inkomen. Soms heeft iemand bijvoorbeeld te veel kleren gekocht of te veel eten thuisbezorgd besteld. Omgaan met je uitgaven moet je ook leren, net als dat kinderen het van hun ouders leren. Deze jongeren krijgen nu de mogelijkheid om met hun geld te leren leven.’
Overleefstand
Het grootste probleem in de pilot was nog, zegt Van der Kolk, dat de buitenwereld vreemd aankijkt tegen deze aanpak, die is gebaseerd op het vertrouwen dat de jongeren zelf leren hun leven in te richten en daarvoor een vast financiële basis krijgen. ‘Mensen denken al snel: “Als je deze kwetsbare jongeren een som geld geeft, dan kan dat toch niet goed gaan”. Het gaat wel goed. De jongeren beginnen met tot rust te komen. Ze moeten van een overleefstand naar een leefstand. Ze hebben nooit geleerd om gewoon te leven en om fouten te maken. Dus het gebeurt dat ze fouten maken, maar ze hebben nu de veiligheid van een inkomen. Ze leren om positieve leefervaringen op te doen en om het vertrouwen in hulp terug te vinden’
Motivatie
Jongeren moeten wel kunnen reflecteren en de motivatie hebben om aan de slag te kunnen gaan met een persoonlijk bouwplan. Van der Kolk: ‘Als je in een persoonlijke crisis verkeert, dan is dit project nog niet geschikt. Wij hebben overleg met hulpverleners en professionals in de sociale wijkteams over welke jongeren klaar zijn om deze stap te nemen.’
Financiering
Wie betaalt de inkomens van de jongeren in Bouwdepot? Jongeren vanaf 21 jaar kunnen een inkomen krijgen via de Participatiewet. ‘Jongeren tussen 18 en 21 jaar moeten worden betaald uit potjes die de gemeenten weten te vinden’, zegt Van der Kolk. ‘Wij hebben ook fondsen bereid gevonden om dit project te financieren.’
Preventief
Bouwdepot wordt nu samen met meerdere gemeenten die zijn geïnteresseerd, uitgerold. Wat is er nodig om dit project uit te breiden? ‘Een ambitieuze wethouder en gedreven ambtenaren met lef die zich willen inzetten om kwetsbare jongeren deze kans te geven’, zegt Van der Kolk. ‘Mensen die zien dat de huidige Participatiewet alleen te weinig soelaas biedt. Gemeenten die preventief aan de slag willen gaan voor jongeren die er alleen voor staan. Want dat is de grote winst van de aanpak in Bouwdepot; je voorkomt dat thuisloze jongeren verder afglijden en een leven lang in het tijdelijke vangnet van de bijstand terecht komen.’
Lees ook het Zorg+Welzijn artikel ‘Eindelijk kan ik leven in plaats van overleven’