‘Een kind niet mogen opnemen omdat het betreffende geldpotje bedoeld is voor iemand anders? Schermen met beroepsgeheim als het om zware mishandeling gaat? Negeer de regels, maar werk transparant en meld het. Wie weet wordt de wet ooit nog veranderd.’
De bekende problemen in de jeugdzorg passeerden weer eens de revue. De wachtlijsten – op dit moment tienduizend kinderen, van wie vijfduizend langer dan de norm van negen weken – het ontbreken van goede diagnostische instrumenten voor uithuisplaatsing en de bureaucratie. René Bruijn van de Inspectie Jeugdzorg gaf aan dat uit onderzoek in Amsterdam bleek dat er anderhalf jaar nodig was om een OTS van een jaar te kunnen uitspreken.
De Inspectie constateerde meer gebreken. Bruijn: ‘Het vergaren van informatie gebeurt onvoldoende, risico-inschattingen zijn gebaseerd op onvolledige informatie, er is een gebrekkige ketensamenwerking en zaken blijven te lang liggen. Daarnaast is het de vraag of het vele geld dat beschikbaar wordt gesteld echt terechtkomt bij het primaire proces. Het gaat constant om stelseldiscussies die voor verwarring zorgen, maar uiteindelijk gaat het om de werkvloer. Aangezien er vaak kennis ontbreekt bij het management, moet er een tegengeluid van onderaf komen.’
Frans van der Reijt, oud-kinderrechter, ergert zich eveneens aan het bureaucratische stelsel dat jeugdzorg heet. ‘De sector moet een antwoord klaar hebben om geloofwaardig te blijven, namelijk betere besluitvorming. Dat geeft dan ook meteen een handvat om al die roepers in politiek en bestuur de mond te snoeren. Die op dag 1 roepen dat de pleegzorg de oplossing is, de volgende dag een tuchtschool willen oprichten, daags daarna alle internaten afschaffen om vervolgens het aantal jeugdgevangenissen flink uit te breiden.’
Sneller en duidelijker beslissen, vinden zowel Kalsbeek als Van der Reijt en Bruijn. ‘Het zozozo-beleid (zo licht mogelijk, zo dicht mogelijk bij huis en zo kort mogelijk, MvB) is een van de treurigste producten van het moderne kinderbeschermingsdenken’, aldus Van der Reijt. ‘Staatssecretaris Ross kan wel roepen dat eerder uit huis moet worden geplaatst, maar daarmee kom je er niet. Het is eerlijker om deze beslissingen met een beter instrumentarium te onderbouwen.’
Ook Kalsbeek pleit voor een snellere en waar nodig een hardere aanpak. Ze pleit voor meer professionaliteit, meer aandacht voor preventie (lees: consultatiebureaus), meer wetenschappelijk onderzoek en een beter onderwijssysteem. ‘In de gezondheidszorg werken universitair geschoolden, in de jeugdzorg doen we het met MBO’ers en HBO’ers die pas op de werkvloer deskundigheid verwerven. Een hele zaal vol schattige meisjes in een HBO-klas die alles moeten kunnen, van peuterspeelzaal tot zware probleemjongeren. Dat kan niet.’