Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Ellen Suykerbuyk over de seksuele emancipatie van verstandelijk gehandicapten: ‘Vroeger trad ik alleen begrenzend op, nu ga ik in gesprek’

In de meeste instellingen voor verstandelijke gehandicapten is het thema seksualiteit geen taboe meer. Er zijn homo-sozen, praatgroepen en de cliënten krijgen voorlichting over hoe je met jezelf kunt vrijen . Maar de openheid brengt ook nieuwe dilemma s met zich mee, zegt Ellen Suykerbuyk, seksuoloog en waarnemend hoofd van gezinsvervangend tehuis De Korf in Boxmeer. 'Er blijven grenzen en die moet je duidelijk stellen.'

Enkele jaren geleden kregen de begeleiders in De Korf te maken met een paar bewoners die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoonden. Ze wisten er niet zo goed raad mee. ‘Eén van hen had bijvoorbeeld exhibitionistische neigingen,’ vertelt Suykerbuyk. We spraken hem daar een paar keer stevig over aan en verboden het, maar we moesten meer doen met dergelijk gedrag, vonden we.’ Op verzoek van het management van de Stichting Wodagg, waar De Korf onderdeel van uitmaakt, volgde Suykerbuyk een postdoctorale opleiding seksuologie aan de Erasmus Universiteit. Sinds drie jaar is ze nu ‘aandachtsfunctionaris seksuele vraag stukken’. Ze geeft onder meer voorlichtings- en weerbaarheidscursussen voor cliënten en teamtrainingen aan het personeel.

Hoe komt het dat er de laatste jaren ineens zoveel aandacht is voor het onderwerp seksualiteit in de zorg voor mensen met een verstandelijk handicap?‘Voor een deel komt die aandacht voort uit verhalen die in de media zijn verschenen over misbruik van cliënten. Instellingen gingen zich buigen over protocollen en richt lijnen om misbruik te voorkomen. Daarnaast komt het idee steeds meer op dat seksualiteit ook een recht is van mensen met een verstandelijke handicap. Het past bij de toenemende normalisatie en integratie van deze groep.’

Wat betekent seksualiteit voor verstandelijk gehandicapten?‘Er is een groot verschil tussen mensen met een lichte, matige of zware handicap. Het verbaast me vaak hoe weinig bewoners er eigenlijk over weten. Een deel kent niet eens het verschil tussen man en vrouw. Die denken dat de andere sekse en precies zo uitziet als zij zelf. Veel oudere bewoners hebben geen enkel idee van hun seksualiteit. Een oudere man vertelde eens dat hij altijd met zijn handen boven de dekens sliep omdat hem gezegd was dat dat moest. Waarom wist hij niet. De jongere garde cliënten weet dikwijls wel iets meer en wordt nog wel eens voorgelicht door de eigen ouders, maar meestal heel summier.

Er is wel eens een stel dat geslachtsgemeenschap heeft, maar dat komt toch maar heel weinig voor. De meesten hebben het cognitieve en emotionele niveau van een jong kind. Neuken is voor hen een complexe handeling. Deze mensen hebben er vaak begeleiding in nodig hoe ze ermee kunnen omgaan. Er was eens een stel bij ons waar van we wisten dat ze wel met elkaar naar bed gingen. Aan het gedrag van de vrouw merkten we op een gegeven moment dat er wat aan de hand was. Toen we er naar vroegen bleek dat ze nooit een voorspel hadden. De man kwam in haar en dat was het dan. We zijn met ze gaan praten en hebben voorzichtig verteld wat ze bijvoorbeeld eerst kunnen doen, elkaar kusjes geven en aaien. Nu vinden ze het allebei veel leuker. De man ook, omdat de vrouw het meer naar haar zin heeft.

Al zijn de meeste bewoners zich er niet zo van bewust dat het dáár om gaat, aan hun gedrag zie je dat veel cliënten wel seksuele gevoelens hebben. Velen weten er alleen niet goed vorm aan te geven. De man zie zich exhibitioneerde had bijvoorbeeld wel eens een erectie, maar wist niet hoe hij zichzelf kon bevredigen. Door te gaan praten met hem over zijn gedrag en gevoelens kom je daar als leiding achter. Aan de hand van plaatjes en tekeningen kun je hem laten zien hoe dat kan. Maar dan vertel je hem wel dat hij dat alleen mag doen op zijn eigen kamer, zonder anderen erbij. Ik denk dat het goed is als de begeleiding dit probleem zo aanpakt. Er valt veel spanning weg bij zo’n man, wat ook de sfeer in de groep ten goede komt. Vroeger trad je alleen begrenzend op tegen zo’n bewoner, ik ook. Nu erken je dat hij een probleem heeft, ga je in gesprek en probeer je een oplossing te vinden.

Dat vraagt veel van begeleiders. Hoe vind u dat collega ’s omgaan met het thema? ‘Er is veel meer bespreekbaar dan voorheen. Toch zijn nog velen duidelijk verlegen met het onderwerp. Het vraagt van je dat je nadenkt over je eigen normen en waarden. Het komt heel dichtbij en het is een beladen thema. Maar ook praktisch kom je voor veel vragen te staan. Als ik het heb over de vagina en clitoris, weten ze dan wel wat ik bedoel, dat soort vragen.’

Wat voor advies geeft u ze?Kijk altijd goed naar het cognitieve en emotionele niveau van de cliënt, er is vaak een discrepantie tussen beide. Schat je dat niet goed in dan sla je de plank volledig mis in de voorlichting. Verder zijn er toch grenzen, stel die duidelijk. Je kunt niet altijd tegemoetkomen aan wensen van een cliënt. Als een bewoner zegt ik wil graag neuken met een vrouw en die man heeft het emotionele niveau van een tweejarige, dan gaat het gewoon niet door, al zou er een vrouw zijn op de groep die het graag wil. Zo’n man kan zich absoluut niet verplaatsen in de gevoelens van een sekspartner.In de voorlichting vertel ik collega’s altijd dat ze niet direct hoeven te beginnen met het benoemen van geslachtsdelen. Ze kunnen een verhaal houden over alle lichaamsdelen en hun functies. Of bewoners laten praten over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Dikwijls kun je iets ook terloops brengen. Ik was eens in het openbaar een doos aan het inrichten voor het toilet met maandverband en tampons. Bewoners komen dan bij je met vragen. Je kunt dan vertellen dat vrouwen ongesteld worden en hoe dat komt. Dat dat ook te maken heeft met baby’s krijgen, en vervolgens kan dan ook het geslachtsverkeer aan de orde komen.

Zijn ouders altijd blij met jullie voorlichting?‘Er zijn er die vinden dat we slapende honden wakker maken, of die blijven ontkennen dat hun kind seksuele gevoelens heeft. Onze zoon niet, zeggen ze dan. De meesten zijn echter opgelucht dat je het erover hebt met hun kind. We kiezen hoe dan ook altijd voor het kind, dat wil zeggen dat als een cliënt een hulpvraag heeft, wij daar op ingaan. Dit laten we wel altijd weten aan de ouders.’

Zit er niet wat in, slapende honden wakker maken?Die seksuele gevoelens zijn er toch al. Het is een sterke energie die er verwrongen uit kan komen als de cliënten niet weten hoe ze ermee kunnen omgaan. Door hen goed voor te lichten kun je veel ongewenst gedrag voorkomen of oplossen. Je kunt het omzetten in een goede ervaring. Vaak zijn cliënten opgelucht als je hen wilt helpen. Ik ken een man die dikwijls in bed een zaadlozing kreeg en dacht dat hij ernstig ziek was. Doordat hij uitleg kreeg wat het was, kan hij het omzetten in iets positiefs.

Heeft de nieuwe openheid rond seksualiteit louter positieve kanten?‘Nee, helaas niet. Met name mannelijke collega’s zijn toch nog angstig om zaken te bespreken, bang om een proces aan hun broek te krijgen. Een ander nadeel vind ik de veel te ver doorgeschoten protocollering. Een gehandicapte die jou in zijn enthousiasme een kusje geeft in de gang omdat hij weggaat, dat kan eigenlijk al niet meer. Het wordt wat statisch allemaal. Dit mag wel, dat mag niet. Terwijl het juist nodig is dat er gepraat blijft worden over de dilemma’s die het onderwerp met zich meebrengt. Algemene protocollering is moeilijk, want iedere cliënt heeft een andere zorgvraag.Maar het is goed dat seksualiteit op de agenda staat. We moeten er naar toe dat je binnen de GVT s gewoon iets kan vragen over seks./Jeannine Westenberg

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.