De Lipperkerkstraat in Enschede-Oost oogt niet als een gezellige straat om
te winkelen, een restaurantje te bezoeken of te flaneren. De wijk telt talloze
coffeeshops. Veel van de vervallen panden in Enschede-Oost zijn in handen van
huisjesmelkers. Zij huisvesten er mensen die niet al te kritisch zijn op hun
woonomgeving. De wijk is de afgelopen jaren geregeld in het nieuws geweest
vanwege grootschalige joyriding en straatraces en van bewonersverzet tegen de
verpaupering van de buurt.
Als student werkte Paul Lohmann er als postbode. ‘Vijfentwintig jaar
geleden was het al een teringwijk,’ zegt hij. Nu is Lohmann directeur van de
Neigbourhood-Corporation Enschede B.V. (NCE), een initiatief van twee
woningcorporaties, de lokale Rabobank en de gemeente. Doel: het opkopen en
uitbaten van vastgoed in de wijk Enschede-Oost en actief bijdragen aan de totale
verbetering van de wijk. Daartoe heeft de NCE de Noaber-aanpak 2002-2005
ontwikkeld. Het plan ligt momenteel ter goedkeuring bij de gemeente en behelst
een integrale aanpak van de overlast, de veiligheid en de leefbaarheid van de
wijk. Het plan borduurt voort op de WOM-aanpak, zoals die onder meer de
afgelopen tien jaar in Rotterdam is uitgevoerd.
In de Rotterdamse Wijk Ontwikkelingsmaatschappij (WOM) verenigde zich
lokale bedrijven en de gemeente. De WOM kocht gebouwen op en nam huurrechten van
souteneurs en huisjesmelkers over om de prostitutie en drugshandel uit de panden
te krijgen. Vervolgens werden de panden te koop of te huur aangeboden aan nieuwe
exploitanten, die er activiteiten in onderbrachten die beter door de wijk te
verdragen zijn. Ook bij dat project fungeerde Paul Lohmann als projectleider.
Maar in Enschede ligt de nadruk van meet af aan meer op het sociaal gehalte
binnen de wijk. Ook gaat de NCE met een ruimer budget van start. De NCE wil
starten met een bedrag van 11,25 miljoen euro, ofwel 25 miljoen gulden.
Probleemspreiding
De eerste stap van de Noaber-aanpak was het bijeenbrengen van de tientallen
instanties die zich bezighouden met het naleven van regels, waaronder de
politie, de brandweer, de woningcorporaties en de fiscus. Gezamenlijk hielden
deze diensten vijf grootscheepse controle-acties in de wijk. Het merendeel van
de ondernemers stond vierkant achter de acties. ‘De dertig procent van de
pandeigenaren die niet wilde meewerken, konden rekenen op extra aandacht,
controles en vorderingen van de belasting.’
In tweede instantie koopt de NCE panden op of huurt deze. Met name als ze
als coffeeshops worden uitgebaat of door huisjesmelkers worden geëxploiteerd.
‘Veel eigenaren zagen ons graag komen. Ze hadden allang geen invloed meer op het
gebruik van hun bezit. Wij raden ze aan om via de rechter de huidige huurders
eruit te krijgen. Dan huren we het pand onmiddellijk zelf, zodat de eigenaar
geen inkomstenderving heeft. Vervolgens verhuren wij het pand weer aan mensen
die het op een betere manier uitbaten.
Met het opkopen van dergelijke panden wil NCE een beter spreidingsbeleid
van de coffeeshops tot stand brengen. Een goede spreiding is met een optimale
sociale samenhang tegelijkertijd het derde punt uit de Noaber-aanpak. ‘Nu komt
zeventig procent van de klanten van de coffeeshops uit Duitsland. Dat ligt hier
vier kilometer vandaan. Die klanten moeten we wel faciliteren. Als je de
coffeeshops gewoon sluit, krijg je een veelvoud aan ondergrondse verkooppunten.
Het is een normale bedrijfstak, daar moet je goed mee omgaan. Misschien zouden
we de coffeeshops dichter aan de grens moeten situeren, bijvoorbeeld in de
voormalige douanekantoren. Dan neem je de overlast in de woonwijken weg.’
Ook voor de ama’s – alleenstaande minderjarige asielzoekers – die in
Enschede-Oost wonen, wil Lohmann een beter spreidingsbeleid. ‘In deze wijk wonen
onevenredig veel ama’s. Ze huren kamers in panden van huisjesmelkers, die zelfs
de woningwet van 1901 nog aan hun laars lappen. Je kunt natuurlijk niet zomaar
de panden opkopen en die mensen eruit zetten. Als Neighbourhood Corporation
hebben we wel de mogelijkheid om elders een beter pand te kopen en te kijken of
ze daar niet liever willen wonen. Daar zouden we ook een huismeester kunnen
aanstellen en hen begeleiding kunnen bieden. Als de ama’s uit de huidige panden
vertrekken, pakken we gelijk de huisjesmelkers aan.’
Panddossier
Inmiddels heeft de NCE in Enschede-Oost bijna alle panden opgekocht waarin
coffeeshops en growshops zitten. Dat brengt de vreemde situatie met zich mee dat
bijvoorbeeld de Rabobank mede-eigenaar is van 49 coffeeshops. Maar vreemd of
niet, er moest nu eenmaal wat aan deze wijk gebeuren, vindt Lohmann.
‘We zijn in Nederland heel sterk in het bedenken van regels en
verordeningen. Vervolgens doen we veel moeite om ze door alle bestuurslagen heen
te jonassen. Als alles klaar is, gaan we achterover zitten en bedenken we weer
iets nieuws, in plaats van dat we proberen ze ook te handhaven. Ook kunnen we
aardig stenen op elkaar stapelen. Maar op het sociaal vlak bakken we er nog geen
barst van. We slagen er maar niet in buurten op een sociaal beter niveau te
krijgen. Veel gemeenten weten niet eens wat er op sociaal gebied in wijken
gaande is.’
De NCE wil van ieder pand in de wijk een panddossier aanleggen. Daarin
komen de gegevens over de bouwtechnische staat, maar ook over de bewoners. Samen
met ‘sociale wijkontwikkelaars’ gaat de NCE vervolgens kijken of de bewoners een
aanbod kunnen krijgen op het gebied van opleiding, scholing en werk.
Gerrit Ansink, voorzitter van de Wijkraad, verwacht veel van het plan van
de Neighbourhood Corporation. Ansink realiseert zich echter wel dat het wel een
jaar of tien kan duren voordat de wijk daadwerkelijk het niveau heeft bereikt
dat de Neighourhood Corporation voor ogen staat. Is het wel mogelijk zo lang de
steun van de bewoners te behouden? ‘Dat is inderdaad een zorg voor de wijkraad,’
zegt Ansink. ‘Er gebeurt momenteel veel, maar nog weinig concreets. Daarom is
het zaak dat wij als wijkraad de bewoners voortdurend op de hoogte houden van de
plannen die de gemeente, de politie en de woningcorporaties maken in het kader
van de Noaber-aanpak. Ik verwacht op termijn zeer aanmerkelijke verbeteringen
voor de wijk. Maar daar heb je wel ieder uur van de dag de steun van de bewoners
bij nodig.’
Overigens is het volgens Ansink niet de bedoeling dat huidige bewoners die
overlast veroorzaken de wijk uit worden gezet. ‘We moeten voorkomen dat de wijk
nieuwe problemen aantrekt. Maar het moet de bewoners, die nu overlast
veroorzaken, wel duidelijk zijn dat ze zich aan onze wijk moeten aanpassen en
dat er op hen wordt gelet.’/Eric de Kluis