Hoe kun je het beste omgaan met cliënten met een licht verstandelijke beperking, die ook een verslaving hebben? ‘Het is belangrijk om eerst de situatie in kaart te brengen’, vertelt Rolant Meijer in het magazine Activiteitensector. Meijer is docent SPH en projectleider van het cursusaanbod rondom verslaving aan de Hogeschool Windesheim. ‘Veel cursisten willen een kant-en-klaarrecept voor het begeleiden van lvb-cliënten met een verslaving. Maar dat is er niet.’
Lvb en verslaving
Begeleiders uit de gehandicaptenzorg, ggz en uit de verslavingszorg volgen de cursus “Lvb en verslaving”. Rolant Meijer: ‘Ze willen bijvoorbeeld weten: Wat is wiet? Wat doet cocaïne met je? Hoe duur is het en waar koop je het? Kun je ook verslaafd zijn aan gokken, gamen of eten? Wanneer noem je iemand verstandelijk beperkt? Wat betekent het als iemand zijn gedrag niet kan controleren?’ Cursisten vragen ook naar handvatten om lvb-ers met verslaving te begeleiden.
Een coach die jongeren met een licht verstandelijke beperking ondersteunt bij de veranderingen op het moment dat ze achttien jaar worden. Een goed idee, vindt Joanne van den Eijnden, adviseur bij het Nederlands Jeugdinstituut: ‘Er zijn zaken die iedere achttienjarige moet regelen, maar als je kwetsbaar bent, is dat extra lastig.’ Lees meer>>
Recept
‘Ik kan geen recept geven voor het begeleiden’, zegt Meijer. ‘Ieder mens is anders en de combinatie verstandelijke beperking en verslaving is altijd complex. Wel helpt het als je je bewust bent van die complexiteit. Je zult een cliënt dan makkelijker kunnen accepteren en je kunt daardoor beter jouw begeleiding afstemmen op zijn behoeften.’
Middelengebruik
Stoppen met het middel hoeft niet altijd het doel te zijn, stelt Meijer. ‘Vaak is het belangrijker dat je als begeleider leert omgaan met het middelengebruik van je cliënt. Eigen overtuigingen kunnen daarbij in de weg staan. Een verstandelijke beperking wordt geaccepteerd, een verslaving vaak niet. Terwijl er bijvoorbeeld ook psychiatrische problemen aan ten grondslag kan liggen.’
Overlast
Volgens Meijer is het in de dagelijkse praktijk handiger om als uitgangspunt te nemen de vraag of de verslaving last veroorzaakt. Last voorde cliënt zelf of voor de omgeving. ‘Begeleiders kunnen over dit soort zaken vaak verschillend denken. De een vindt het onacceptabel dat een cliënt überhaupt middelen gebruikt, de ander heeft er weinig moeite mee.’ Ook binnen een team zijn daarover de meningen verschillend. ‘Daarom is het belangrijk dat je hierover praat met elkaar. Verder speelt ook het beleid binnen de organisatie een belangrijke rol in hoe je met verslaving omgaat.’
Lees het hele artikel in het magazine Activiteitensector van april>>
Motiverende gespreksvoering heeft me destijds enorm goed geholpen het gesprek met Lvbers hierover aan te gaan. Dit was ih kader van een pilot ism de verslavingszorg.