Erfelijkheid kan iemand kwetsbaarder maken voor een stemmingsstoornis als depressie, maar het is nog niet gezegd dat iemand dan ook daadwerkelijk een depressie krijgt. De zelfmoord van schrijver Joost Zwagerman zorgde de afgelopen tijd voor veel discussie over de oorzaken van depressie. Er vielen woorden als ‘depressie-gen’ en ‘suïcide-gen’, maar onderzoekers hebben nooit een genetische afwijking gevonden als rechtstreekse oorzaak van depressies, zegt het Erfocentrum.
Leefomstandigheden
Er zijn veel variaties in meer dan 100 genen die met elkaar wel invloed kunnen hebben op het ontstaan van angst- en stemmingsstoornissen, zo stelt het informatiecentrum. Uit onderzoek blijkt dat bij depressies voor 37 procent erfelijke factoren meespelen. Maar omgevingsfactoren hebben bijna twee keer zoveel invloed. Je leefomstandigheden, wat je hebt meegemaakt, je gedrag en gewoonten hebben veel invloed op je gezondheid. Als een jong kind bijvoorbeeld een ouder verliest of lichamelijk of seksueel misbruikt wordt, vergroot dit de kans op een depressie.
Ouderenpsychiater Martin Kat breekt al decennia lang een lans voor de ouderen die kampen met psychische problematiek. Wanneer je met deze ouderen werkt is het belangrijk om onderscheid te maken tussen depressie, apathie, stemmingsdaling en emotionele labiliteit. Lees hier hoe je een depressie kan herkennen >>
Ouders
Wanneer een van de ouders een angst- of een stemmingsstoornis heeft dan is de kans groter dat de kinderen dezelfde aandoening krijgen dan wanneer de ouders geen stoornis hebben. Dat percentage ligt bij een depressie rond de 37 procent, bij een manisch depressieve stoornis is dat ongeveer 10 procent. Angst- en stemmingsstoornissen zijn niet terug te vinden in een bepaald gen. Wel zijn er bij beide aandoeningen heel veel combinaties van genen die allemaal bij elkaar een klein beetje invloed kunnen hebben.
Meer weten over erfelijkheid van depressie, autisme, schizofrenie en andere psychische aandoeningen? Klik dan hier >>