Goed luisteren naar de cliënt, integraal werken, buiten de gebaande paden gaan: het wordt steeds opnieuw aanbevolen in beleidsnota’s en wetenschappelijke literatuur. Mensen met ervaringskennis brengen dit soort abstracte begrippen tot leven, zegt Nada de Groot van Movisie. Zij is projectleider en werkte mee aan de update van het dossier ‘Wat werkt bij de aanpak van dak- en thuisloosheid onder jongeren’.
Buiten de kaders handelen
De Groot geeft een voorbeeld van wat abstracte begrippen als ‘goed luisteren naar de cliënt’ en ‘buiten de gebaande paden gaan’ in de praktijk kunnen betekenen. ‘Voor de update van het dossier werd een meisje geïnterviewd dat vertelde over de werkwijze van haar psychiater. Deze handelde buiten de kaders van de eigenlijke opdracht. De psychiater vroeg wat het meisje op dat moment het meest zou helpen. “Hulp bij de afwas”, was haar antwoord. En ze gingen Dat lijkt misschien iets kleins, maar het was op dat moment precies wat het meisje nodig had en het gaf haar vertrouwen in de hulpverlening. Sindsdien is zij veel opener naar de psychiater. Die vertrouwensband is cruciaal voor succesvolle hulpverlening.’
Dakloosheid bewijzen
Het doolhof van de wet- en regelgeving noemt De Groot als een ander voorbeeld van termen uit de literatuur die pas gaan leven als mensen die erin vastzitten daarover vertellen. ‘Neem de overgang van de jeugdzorg naar de ondersteuning voor volwassen, als jongeren achttien worden. Een meisje vertelde dat de zorginstelling waarin zij verbleef haar zonder pardon twee weken na de achttiende verjaardag op straat zette. Vervolgens ging zij negen maanden lang van slaapplek naar slaapplek. Toen ze aanklopte bij de gemeente, zeiden ze daar tegen haar: “Bewijs maar dat je dakloos bent.” Maar hoe doe je dat? Er is geen instantie die een officiële bewijsbrief levert.’
Inzichten
De ervaringskennis van dak- en thuisloze jongeren in het al bestaande dossier inbrengen was best een zoektocht, maar leverde wel waardevolle inzichten op voor het sociaal werk, zegt De Groot. Zowel voor organisaties die ook participatietrajecten met jongeren willen organiseren als voor sociaal werkers om toe te passen in de hulpverlening. De eerste lessen die ze noemt gaan over gelijkwaardigheid, diversiteit en blijvende betrokkenheid.
Gelijkwaardig en divers
Voor de update van het Wat werkt bij-dossier werkte Movisie samen met Jongerenpanel de 3e Kamer. ‘Mede op basis van de adviezen van ervaringsdeskundigen die bij Movisie in dienst zijn en van de 3e Kamer, ontstond een participatietraject op basis van gelijkwaardigheid. We werkten met een heel diverse groep, waardoor we verschillende perspectieven en ervaringen binnen haalden’, zegt De Groot. ‘Tegelijkertijd maakte de diversiteit het extra belangrijk dat we de jongeren gevraagd hebben wat zij zelf de prettigste manier vonden om hun kennis in te brengen. Hoe komen zij het beste tot hun recht? Voor de een was dat het bestaande dossier van A tot Z uitpluizen en feedback geven. Voor anderen was dat in groepsverband de ervaringen delen.’
Hele traject betrokken
De jongeren van de 3e Kamer hebben het volgens De Groot zeer gewaardeerd dat ze tijdens het hele participatietraject betrokken waren en dat mee in konden richten. Het tegenovergestelde is een echte don’t voor organisaties die ervaringskennis willen benutten. ‘Maar dat gebeurt wel: dat de jongeren één keer uitgenodigd worden om hun ervaringen te delen en er dan nooit meer iets van horen.’
Deskundigheid bundelen
De jongeren gaven meer leerzame inzichten. ‘Ze noemden bijvoorbeeld de waarde van een jongerenregisseur. Zo’n regisseur staat jongeren langere tijd bij en helpt om passende en integrale hulp te vinden. Hierdoor worden ze niet telkens van het kastje naar de muur gestuurd en hebben ze één centraal aanspreekpunt. Ook uit onderzoek blijkt dat dit goed werkt.’ Sociaal werk organisaties kunnen deze functie eventueel bepleiten bij de gemeente, en in elk geval de specifieke deskundigheid binnen de organisatie bundelen.
Vergoeding
Voor organisaties die een participatietraject organiseren is het verder heel belangrijk om te zorgen voor voldoende middelen, vervolgt De Groot. ‘Zorg voor voldoende tijd en een passende vergoeding voor de jongeren. Geef een vergoeding voor reiskosten en andere onkosten vooraf, want niet elke jongere kan dat geld voorschieten. Laat zien dat je hen waardeert en serieus neemt.’
Mens tot mens
Een andere les is dat er eerst vertrouwen moet zijn, voordat iemand zijn ervaringskennis wil delen. De Groot haalt hier het voorbeeld van de psychiater en de afwas weer aan: ‘Zo bouw je vertrouwen op, door te laten merken dat je echt gaat voor wat de ander nodig heeft. Gewoon van mens tot mens, ook al gaat het buiten de taakomschrijving. Maar heel vaak gebeurt dat toch niet, omdat het niet past binnen het hokje waar de jongere in is geplaatst.’
Big 5 op orde
De Groot noemt als les ook het inzicht dat deze jongeren een verre van doorsnee leven leiden. ‘Ze hebben een heel heftig leven, wat ze regelmatig in de problemen brengt. Ze moeten vaak kiezen tussen twee kwaden: vandaag geld uitgeven aan eten kan betekenen dat je morgen een rekening niet kunt betalen. Een van de jongeren vertelde hoeveel ze had gehad aan die hulpverlener die haar niet veroordeelde om de fouten die ze maakte. Twee stappen vooruit en soms weer drie stappen achteruit, zo noemde ze het zelf.’
Verschillende jongeren benoemden in het verlengde hiervan dat de hulpverlening pas kan stoppen als ‘Big 5’ op orde zijn: passende en betaalbare huisvesting, school/werk, financiële zelfstandigheid en voorkomen van schulden, support in de vorm van een volwassene of een sociaal netwerk, en psychisch en lichamelijk welzijn.
Aandacht vragen
De Groot: ‘De nr. 1 van deze Big 5 is natuurlijk de kern van het probleem van dak- en thuisloosheid. Het woningtekort kun je als sociaal werker niet oplossen. Maar je kunt er wel aandacht voor blijven vragen. Al was het maar door een bericht te posten over wat werkt en nodig is, zoals Housing First. Om Housing First uit te breiden zijn er meer woningen nodig. Daar ligt een hele belangrijke taak voor overheid en woningcorporaties.’
Meer lessen voor werken met jongeren met ervaringskennis vind je in deze handvatten:
I. Wat werkt bij de aanpak van dak- en thuisloosheid onder jongeren | Movisie
II. Betekenisvolle participatie van jongeren met ervaringskennis (samenthuis2030.nl)
III. Brochure Praat niet over ons maar met ons