Een team van hulpverleners, ervaringsdeskundigen, toezichthouders en inhoudelijk experts in de jeugdzorg hebben een samenhangende toekomstvisie opgesteld, genaamd ‘Toekomst Jeugd, de samenvatting’. Hierin zetten zij uiteen hoe de jeugdzorg moet hervormen en terug kan naar de essentie: wat hebben gezin en kinderen echt nodig?
Het rapport is geschreven om een bijdrage te leveren aan de hervorming van de Jeugdzorg, waar het ministerie van VWS momenteel aan werkt. De inhoud sluit aan bij vijf eerdere nota’s die over de jeugdzorg zijn geschreven, onder meer door de Sociaal Economische Raad, FNV, IGJ en de Kinder- en Nationale Ombudsman.
Kwaliteitseisen
De betrokkenen pleiten voor landelijke kwaliteitseisen in de jeugdzorg. ‘In dit kader kunnen we de brede domeinoverstijgende zorgstandaarden opnemen die al door hulpverleners gemaakt zijn, samen met vertegenwoordigers van kinderen, jongeren en gezinnen.’ Er is dringend behoefte aan het expliciteren van de gewenste kwaliteit, aldus het rapport, die moet gericht zijn op waarden gebaseerde toetsbaarheid en overdraagbaarheid. ‘Daarbij moeten de bureaucratische kaders vermeden worden en moet worden gerealiseerd dat zo’n kwaliteitskader in een divers veld ontwikkel- en leertijd en voortdurende aanpassing behoeft.’
De kwaliteitseisen zullen niet alleen beschrijven wat wel en niet essentiële jeugdzorg is, maar ook kritisch uiteenzetten wat zinnige en onzinnige jeugdhulp is. Zo moeten de eisen ook helderheid scheppen in wie wat doet, zodat er een einde komt aan de rolverwarring in de jeugdzorg, aldus het rapport. De kwaliteitseisen moeten door gemeenten gebruikt worden bij de inkoop van zorg, zo moet voorkomen worden dat hulp op basis van prijs wordt geselecteerd.
Poortwachters
Professionals moeten daarnaast ‘stevige poortwachters’ worden, de positie en het mandaat van de jeugdhulpprofessional moet helder geformuleerd worden. ‘Het is noodzakelijk dat de jeugdhulp zelf de reikwijdte van de jeugdhulp inperkt en zich ontdoet van onzinnige zorg.’ De professionals moeten meer kostenbewustzijn ontwikkelen en kennis hebben van wat wel en niet zinnige jeugdhulp is. Ook moeten zij de kwaliteit ontwikkelen om hulpvragers gerust te stellen.
Zeggenschap
Het rapport gaat ook in op een onderwerp dat al herhaaldelijk is aangestipt als het gaat over de jeugdzorg: het zeggenschap van de ouders, kinderen en jongeren. Er moet samen met kind of ouders worden bepaald hoe er wordt behandeld en ondersteund. ‘Het is deze inhoudelijke verhouding waar het ons primair om gaat’, schrijven de betrokken experts. ‘Jeugdhulp krijgt gestalte in de relatie tussen de kinderen, jongeren en gezinnen en hun formele en informele hulpverleners. Logisch dus dat we hier ervoor pleiten dat zij bepalend moeten zijn in de jeugdhulp. Die positie is nu nog niet krachtig genoeg.’
Aan de poort
Interventies moeten worden afgestemd op de wensen en voorkeuren van de kinderen, jongeren en gezinnen. Om sneller tot passende hulp te komen, moet de triage bij het eerste contact verbeterd worden met deskundigheid aan de poort. ‘Het vermogen van de intaker(s) om de problemen vanuit biologisch, psychologisch en sociaal perspectief te kunnen doorzien. Zo kunnen we voorkomen dat lichte problemen bij kinderen en jeugdigen los van de gezins- en sociale context ten onrechte worden gemedicaliseerd, en dat zware problematiek ten onrechte niet wordt gemedicaliseerd’, zo schrijven de experts.
Rust en regelmaat
Na jaren van transformatie en organisatorische onrust is er behoefte aan rust, reinheid en regelmaat in de jeugdhulp, aldus het rapport. Een flinke missie, die zou moeten beginnen met het beëindigen van de rolverwarring. Daarom is er een vijfhoek bedacht door de experts. 1 kinderen, jongeren, gezinnen en netwerken (ervaringsdeskundigen- en cliëntenorganisaties), 2 professionals (beroepsverenigingen en vakbonden), 3 zorgaanbieders (brancheverenigingen), 4 zorginkopers (gemeenten en zorgverzekeraars) en 5 beleid (ministeries, BZK en VNG).
De kernfuncties van deze vijf partijen moeten geherdefinieerd worden, vinden de betrokkenen. ‘Het wordt hoog tijd dat hulpverleners, samen met kinderen, jongeren en gezinnen met hun relevante netwerken, handreikingen gaan ontwikkelen.’ Die handreikingen zouden moeten gaan over hoe de samenwerking vorm kan krijgen in de praktijk, op welke schaal samenwerking het best kan worden georganiseerd, en welke kwaliteitseisen daaraan gesteld moeten worden.
Kostendekkend
Ook de bekostiging komt aan bod in het rapport. ‘Discussie of onduidelijkheid over ‘wie betaalt’ mag geen reden zijn voor het uitblijven van passende hulp. De experts pleiten voor reële en kostendekkende tarieven die op nationaal niveau worden bepaald, via de Nederlandse Zorgautoriteit.
De samenwerking tussen gemeenten en het Rijk, gemeenten onderling en gemeenten en organisaties moet beter. Daarvoor is continuïteit van bestuur nodig. Daarnaast moet de rijksoverheid actiever invulling geven aan haar verantwoordelijkheid als stelselverantwoordelijke partij. Er is regie nodig. Net als integraal toezicht op de jeugdhulpaanbieders en organisaties in de jeugdbescherming en jeugdreclassering.