Armoede en schulden
Het kabinet gaat 100 miljoen euro per jaar extra inzetten om armoede en schulden te bestrijden. Het grootste deel van dit geld gaat naar gemeenten, die hiermee maatwerk moeten leveren aan mensen die in financiële problemen zijn gekomen. Het kabinet wil ook dat preventie van schulden en vroeg signaleren van armoede- en schuldenproblematiek wordt verbeterd.
Speciale aandacht gaat uit naar de positie van kinderen. Het kabinet brengt de ervaringen met het zogenoemde kindpakket in kaart. In het kindpakket zitten bijvoorbeeld vouchers voor kleding en zwemlessen. De gemeenten moeten uiteindelijk het armoedebeleid vorm geven.
Aanpak jeugdwerkloosheid
Met de ‘Buurtgerichte aanpak’ in grote steden wordt een voorbeeld gesteld om jongeren aan werk te helpen. Doel is een betere voorbereiding van jongeren in het onderwijs op de arbeidsmarkt. De huidige aanpak jeugdwerkloosheid met onderwijsinstellingen, het UWV, gemeenten en werkgevers(organisaties) loopt door in 2016. Migrantenjongeren krijgen bijzondere aandacht. Verder wordt het aantrekkelijker voor kleine werkgevers om, via een premiekorting, werkloze jongeren, ouderen en arbeidsgehandicapten in dienst te nemen.
Wat zijn de plannen in de ggz? Mensen met psychische aandoeningen zijn vaak kwetsbaar. Zij moeten op tijd de juiste hulp, zorg en ondersteuning krijgen, vindt het kabinet. Dan moeten er wel voorzieningen zijn, vindt GGZ Nederland. Lees meer>>
MOgroep: Investeer in vakmanschap
Er moet dringend worden ingegrepen bij de haperende transformatie in buurten en wijken, vindt brancheorganisatie MOgroep. De brancheorganisatie roept het kabinet op te investeren in ‘de beloofde snelle, preventieve hulp door competente professionals die dicht bij de bewoners werken. Als die verandering niet doorzet, faalt de decentralisatie en rijzen zorgkosten straks opnieuw de pan uit.’
Ruimte voor professionals
De MOgroep vraagt het kabinet om ruimte voor professionals om nieuwe vormen van bijvoorbeeld integrale dagbesteding of re-integratie naar werk te ontwikkelen en om randvoorwaarden te creëren om samen te werken in de wijkteams en bewoners. Verder moet de bureaucratie tegengegaan worden. Een professional is nodig om te regelen dat burgers met elkaar in contact kunnen komen, die een netwerk helpt optuigen en andere partijen deelgenoot maakt.
Wmo-werkplaatsen
Het kabinet kondigt aan dat in 2016 de bestaande 14 Wmo-werkplaatsen voor 2,6 miljoen worden gesubsidieerd. Dit zijn regionale samenwerkingsverbanden van hogescholen en lectoraten, gemeenten en zorg- en welzijnsinstellingen, gericht op praktijkonderzoek en deskundigheidsbevordering. In 2015 waren naast de hogescholen 121 gemeenten en 280 zorg- en welzijnsinstellingen betrokken bij de Wmo-werkplaatsen.
Sociale wijkteams
Het kabinet zegt blij te zijn met de wijkverpleegkundige, die terug is in de wijk. Samen met de huisarts, apothekers en wijkteams bepaalt zij welke verpleegkundige zorg nodig is. ‘De sociale wijkteams met hun generalisten en casemanagers spelen een vergelijkbare verbindende rol. Zij zijn de spil bij het coördineren van hulpverlening in het kader van de Wmo en jeugdhulp die vanuit gemeenten wordt geboden’, aldus de beleidsbrief.