Door Ephraïm Patty – De tentoonstelling zal vanaf oktober door Nederland trekken.‘Wij willen vooral aan de beleidsbepalers en aan de Nederlandse bevolking laten zien dat het welzijnswerk bijdraagt aan de leefbaarheid en de sociale cohesie in multiculturele buurten’, zegt Harry Mertens, adviseur leefbaarheid bij kennisinstituut MOVISIE.
Website
De fototentoonstelling is een vervolg op de website Kleurrijk Welzijn. Deze site werd in 2006 gemaakt, naar aanleiding van een project van het Oranje Fonds. Hiervoor werkte het fonds samen met het kennisinstituut en de twee werken ook weer samen aan de fototentoonstelling, vertelt Mertens.
Beeld
Er kwamen veel positieve reacties op de website en de foto’s die Claudia Kamergorodski daarvoor maakte, zegt Mertens. ‘Daarom keken we naar verschillende mogelijkheden om meer met het project Kleurrijk Welzijn te doen. Deze tentoonstelling is een middel om welzijnswerk te stimuleren en een positief beeld te schetsen van welzijnswerk in een multiculturele context.’
Onder druk
Volgens de adviseur staat het welzijnswerk nog steeds onder druk. ‘Dat was één van de redenen om met de website te starten en dat is ook een belangrijke reden om met de fototentoonstelling te komen. Op deze manier willen we die sociale professionals belichten die op een goede manier aan het werk zijn.’ Ook hopen ze via de tentoonstelling andere instellingen te inspireren, aldus Mertens.
Openbare locaties
De tentoonstelling bestaat uit een serie van grote, sprekende foto’s van zestien welzijnswerkers die op de site geportretteerd zijn. Vanaf dit najaar zal de tentoonstelling in anderhalf jaar langs zo’n zestien grote tot middelgrote steden reizen. Volgens Mertens komt de tentoonstelling goed tot zijn recht op openbare locaties zoals ministeries, gemeentehuizen en bibliotheken.
Gemeenten
In oktober wordt de tentoonstelling geopend in Zwolle, waar het zo’n vier weken zal blijven staan. Kleurrijk Welzijn zal ook in andere gemeenten te zien zijn, onder meer in Vlissingen, Almere, Weert en Arnhem. Als andere gemeenten geïnteresseerd zijn, kunnen ze contact opnemen met
Daphne van Roosmalen van het Oranje Fonds.