Door Martin Zuithof – ‘Ik ben een handige jongen. Na mijn studie rechten ben ik een tijd automonteur geweest, timmerman en ik heb een wereldreis gemaakt. Samen met Jacques de Milliano heb ik in 1984 de Nederlandse afdeling van Artsen zonder Grenzen opgericht. Wij werkten in crisisgebieden, dat sprak mij enorm aan. Ik moest bijvoorbeeld naar Tsjaad en was daar verantwoordelijk voor de voedseldistributie, heel simpel voedsel uitdelen. Het voedsel in opslagplaatsen moest verdeeld worden over de hongerigen. Dat deed ik met lokale mensen, politie en daarna kwamen de medische mensen om de hoek kijken.’
Fred Beekers is spreker op het Z+W praktijkcongres over succesvolle sponsoring en fondsenwerving ‘Kapitaal voor actief burgerschap’ op 11 juni. Hij behandelt daar onder meer de vraag: hoe kunnen particuliere initiatieven samen met fondsen en bedrijfsleven, actief burgerschap stimuleren?
‘Van 1993 tot 2000 werkte ik voor de Verenigde Naties en Unicef. Ik heb de Ethiopische regering geholpen hun rampenplannen te ontwikkelen. Wat moet een regering doen bij een aankomende hongersnood? Dat zie je al maanden van te voren aan komen in bepaalde gebieden. Gebieden waar veel mensen wonen, de boeren maar weinig grond hebben en waar het regelmatig droog is. Om die gebieden worden voedselvoorraden neergezet, zodat je snel het hele gebied van voedsel kan voorzien.’
‘Vanaf 1998 werkte ik als fractiemedewerker van verschillende CDA-kamerleden. Mijn belangstelling voor de politiek ontstond toen ik werkte bij Artsen zonder Grenzen. Je komt in zoveel conflictgebieden en vaak ruim je de rommel op die de politiek achterlaat. Jacques de Milliano werd kamerlid en ik zijn medewerker. Ik was al langer lid van het CDA. Op CDA-partijavonden zie je wat ik noem ‘de gulden middenmaat’, de hardwerkende middenstand. Dat is de groep mensen die het land stabiel maken en opbouwen. De hardwerkende bakker, de makelaar, de huisarts.’
‘We hebben te veel mensen met een uitkering het initiatief afgenomen. Dat leidt tot isolement, ontheemding. Bijvoorbeeld moeders in de bijstand hebben we te veel gepamperd. Natuurlijk is het heel zwaar om te werken als je alleen kinderen moet opvoeden. Maar een of twee dagen per werk werken kan ook al heel fijn zijn. Daarmee stimuleer je mensen om buiten het gezin te kijken en aansluiting te zoeken binnen de samenleving.’
Nederlandse getto’s
‘In het VU-ziekenhuis zag ik eens een oudere man naar buiten gaan en ik dacht: “Wat laat die man hier achter en wat treft hij thuis aan?” Toen dacht ik: daar wil ik wat mee, maar wist niet waar ik beginnen moest. Een paar jaar later kreeg ik in Den Haag een uitnodiging van de Boodschappen Begeleidingsdienst, die deden exact wat ik wilde. Mensen begeleiden bij het boodschappen doen en andere dagelijkse dingen.’
‘Zo kwam ik in 2002 steeds vaker in de wijken waarover iedereen nu praat, zoals Laakkwartier, Amsterdam-Noord en Slotervaart. Ik was verbaasd dat dit Nederland was, buurten met allerlei mensen, culturen, religies. Heel gekleurd, met armoede, isolement, levens lopen er vast. Ik kwam uit oorlogsgebieden, maar ik was verbaasd dat dit ook Nederland was. Elke stad heeft van die getto’s. Ongelooflijk.’
‘Ik was ook vaak verbaasd bij de mensen thuis. Mensen hielden me vast als ik het boodschappentasje op het aanrecht zette. Ze wilden koffie met me drinken, zo fijn vonden ze het dat iemand met ze mee was gegaan. De familieverbanden van vroeger zijn er niet meer, mensen wonen veel verder uit elkaar. We leven meer langs elkaar heen, geven minder om elkaar. Er is een stuk holheid, leegte in de samenleving gekomen. Mensen vertrouwen elkaar niet meer, wantrouwen andere groepen, andere geloven. Er is een hele groep die we met zijn allen laten zitten.’
‘Opa is alleen als zijn vrouw dood is. Maar een vmbo-jongere die zijn school niet afmaakt, hoe voelt die zich? In die wijken zie je hoeveel energie hier vast loopt en verspild wordt onder allochtone jongeren. Dan verbaas ik me nog hoe keurig ze zich gedragen. Jonge allochtonen voelen zich niet welkom in ons land. Juist allochtonen hebben vaak nog een ouderwets gevoel van gastvrijheid. Bij VanHarte kun je zien dat groepen wel samengaan. Etnisch ondernemerschap is de toekomst als je kijkt naar alle allochtone ondernemers die in ons land rondlopen. Daar zit zoveel inventiviteit.’
Bindmiddel in de wijk
‘Op een gegeven moment zat ik met Jacques de Milliano aan tafel en die zei: “Waarom zetten we de eettafel niet als bindmiddel in de wijk neer? We vragen buurtbewoners aan tafel en we vragen allerlei belangrijke mensen uit de wijk erbij: de wijkagent, de dominee, de wijkverpleegkundige. En dan gaan we avonden in de wijk organiseren, Marokkaanse avonden, Tunesische avonden, verbindingen tussen de mensen leggen.” Jacques is als huisarts is ook gegrepen door het probleem van isolement en uitsluiting.’
‘De Franse Restos du Ceour zijn meer voor dak- en thuislozen, zo van: hier is je prak. Wij wilden voor mensen een ontmoetingsmachine neerzetten, gericht op sociale cohesie. Een heel Nederlands initiatief met eettafels als bindmiddel in de wijk, VanHarte brengt mensen samen. Eettafels in de wijk, dat was het, zo kan ik de sociale armoede in de wijken aanpakken.’
‘Met dit plan ben ik naar de fondsen gegaan en die keurden het goed. Ze gaven me geld voor tenminste twee jaar. Eind 2004 hebben we de stichting VanHarte opgericht. Het eerste restaurant is geopend in Vadercentrum Adam in het Laakkwartier door de toenmalige staatssecretaris van VWS, Clémence Ross. Zij vond het een goed idee, het past helemaal bij de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het is laagdrempelig, vergroot de zelfredzaamheid, het hoeft helemaal niet veel geld te kosten.’
Gericht op leefbaarheid
‘Een VanHarte Resto is twee dagen in de week geopend. Alles moet er een feest zijn. Alle sleutelfiguren in de wijk moeten mee doen: de wijkagent, de huisarts, de ouderenconsulent, de wethouder, zorgverleners, welzijnswerkers, de Marokkaanse raad, iedereen die in de wijk actief is komt geregeld vertellen wat hij of zij doet. Het personeel van een VanHarte Resto bestaat uit een chef-kok die kookt en de Resto-manager die ook in de wijk actief is. De Resto-manager organiseert allerlei bijzondere avonden, met muziek en sleutelfiguren. De rest bestaat uit vrijwilligers, mensen in een reïntegratie- of reclasseringstraject, stagiaires.’
‘Bij ons kun je gezond eten voor zeer weinig geld. Je gaat echt een avondje uit, met een bloemetje op tafel en een kaarsje. Een gastheer of -vrouw opent de avond en vertelt wat we die avond gaan doen. De programmering sluit aan op allerlei evenementen, de Iftar-maaltijd tijdens de Ramadan, Internationale vrouwendag, Dag voor de rechten van het kind. Alles wat de Resto-manager organiseert, is gericht op de leefbaarheid. Dat lukt ook heel goed, als je kijkt naar de klanttevredenheidsonderzoeken. Klanten geven aan dat er uit de etentjes van alles voortkomt, mensen maken weer vrienden, gaan samen op vakantie of vieren kerst samen. Een VanHarte Resto is een warme plek in de wijk, waar we mensen samen brengen.’
Nieuw goed doel
‘Het verbaast me hoeveel bedrijven met ons samenwerken. Ze zeggen dat dit de manier is om mensen te ontmoeten, waarmee ze anders nooit in aanraking zouden komen. Aanvankelijk kregen we vooral steun van de landelijke fondsen, zoals SKAN-fonds, Oranje Fonds en Stichting Doen. Tegenwoordig krijgen we in toenemende mate steun van het bedrijfsleven. Zo helpt de Rabobank in Enschede bij het uitnodigen van plaatselijke bedrijven om zich aan te sluiten bij het bedrijvennetwerk dat VanHarte steunt. Voor € 3000 kunnen bedrijven partner worden van de VanHarte Resto.’
‘Ons interne Kwaliteitshandboek is betaald door SNS-bank. C&A betaalt een deel van onze salarissen als directeuren en jaarlijks voeren we een aantal gesprekken met de C&A-directie over ondernemerschap. KPN wil ook zwaar inzetten op sponsoring van VanHarte. Dit en volgend jaar willen ze vijf restaurants helpen openen. KPN-medewerkers krijgen zo de kans om met heel andere mensen in contact te komen. Managers die een keer naar VanHarte zijn geweest zeggen nu: “Ik kom in wijken waar ik nooit kwam. Ik vind dit ongelooflijk leuk.” Omgekeerd zeggen onze gasten: “Wat is het toch leuk dat die mensen samen met ons willen eten”. Dit is het verborgen debat, mensen weten vaak niet dat dit Nederland is. Mensen praten liever niet over hun eenzaamheid en als je het niet bent, heb je het er ook niet over. Maar de eenzaamheid gaat toenemen.’
‘Wij willen een nieuw goed doel zijn, dat is mijn ambitie vanaf dag één geweest. Eenzaamheid is een wezenlijk probleem, daarover ben ik woedend. Ik vind het gewoon een schande hoe we hele groepen laten zitten. Volgens het SCP zijn dit 1,5 miljoen mensen in ons land. Dat is wat VanHarte Resto wil aanpakken en dat doen we op een leuke manier. De Resto’s moeten vrolijkheid uitstralen, we pakken het probleem aan door het om te zetten in positieve energie. Wij bieden het netwerk, het eten is eigenlijk bijzaak.’
‘Ik had onlangs een gesprek met de staatssecretaris van VWS, Jet Bussemaker. Anderhalf miljoen mensen in Nederland zijn eenzaam. De staat kan de kosten voor alle psychiaters die daarvoor nodig zijn niet meer betalen. Dus zijn er laagdrempelige initiatieven nodig, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en hun zelfredzaamheid versterken. Ze moeten er zelf wat van maken.’
Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nummer 4, april 2009.
Een heel mooi initiatief. Het is zo belangrijk om kleinschalig initiatieven te ontwikkelen die gericht zijn op het verminderen van isolement van burgers en het maken van verbindingen in de wijk. Ik zou graag mee willen werken aan een initiatief in Nijmegen. (loopt daar al iets?)
Een prachtig initiatief. In dorpen zien we ook dat samen eten een heel belangrijk is voor ouderen. Eén keer per week voor ouderen die er even uitwillen een heerlijke maaltijd van verse producten voor weinig geld. Het kan, in Hoogeloon had de Zorgcoöperatie haar 200e maaltijd. Samen eten is een gemakkelijke opstap naar meer contacten.
Wat een prachtig initiatief, daar word ik gewoon vrolijk van. Op deze positieve manier kan je dichtbij de mensen komen waar de klappen vallen zonder dat je hun waardigheid aantast.
Is er zo’n restaurant ook in Breda. Ik krijg gewoon zin om hier te gaan werken.