Gezien het nieuws over de aanpak van dakloosheid is dit artikel tot en met woensdag 10 januari ook gratis te lezen voor niet-abonnees.
Dat valt op te maken uit een Kamerbrief, die staatssecretaris Maarten van Ooijen (met onder meer welzijn in zijn portefeuille) en ministers Hugo de Jonge (volkshuisvesting) en Carola Schouten (armoedebeleid) vanochtend hebben verzonden. Zij reppen over een ‘fundamenteel andere kijk op de aanpak van dakloosheid’, waarbij de focus ligt op ‘wonen eerst’ en preventie mét passende en flexibele begeleiding op maat.
Topprioriteit
De Tweede Kamer nam in november 2021 al een motie aan met de opdracht om van dakloosheid ’topprioriteit’ te maken. Aanleiding voor die motie was de sterke toename van het aantal dakloze mensen. Van 2009 tot 2019 verdubbelde het aantal dakloze mensen in Nederland, van 20 duizend tot bijna 40 duizend. Sindsdien zag het Centraal Bureau voor de Statistiek een lichte daling, naar 32 duizend mensen in 2021.
Valente, de vereniging voor ondersteuning voor dak- en thuisloze mensen, schatte echter in dat het werkelijke aantal daklozen nog hoger is, omdat kinderen jonger dan 18 jaar en 65-plussers niet in die statistieken zijn meegenomen. Bovendien wees de stichting er eerder ook al op dat de coronacrisis de druk op daklozenopvangen flink opvoerde.
Een thuis voor iedereen
Het kabinet lijkt nu gehoor te geven aan de opdracht om van dakloosheid topprioriteit te maken. Een voorname wens is extra woonplekken realiseren voor mensen die (dreigen) dakloos te raken. Vorige maand presenteerde woonminister De Jonge al het plan “Een thuis voor iedereen”, waarin maatregelen aangekondigd werden om kwetsbare groepen sneller aan een betaalbare woning te helpen. In feite erkende het kabinet met die brief dat wonen een grondrecht is. Speciale aandacht in die nota was er onder meer voor (dreigend) daklozen en jongeren die uitstromen uit een jeugdinstelling.
Woonzorgvisie
Om voldoende betaalbare woningen te realiseren moeten alle gemeenten minimaal 30 procent sociale huurwoningen in hun gemeente hebben. Verreweg de meeste gemeenten halen dit percentage nu nog niet. Een andere maatregel is de verplichting dat gemeenten een woonzorgvisie gaan opstellen. Daarin moeten ze aangeven hoe ze voldoende huisvesting, maatschappelijke ondersteuning en zorg bieden aan mensen in kwetsbare posities.
Niet in daklozenopvang
De Kamerbrief van vandaag over dakloosheid borduurt hierop voort. ‘Nu ga ik, samen met mijn collega’s, de volgende stap zetten die structureel van aard is; iemand die dakloos is, moet niet opgevangen worden in een daklozenopvang, maar we zorgen zo snel mogelijk voor een huis’, stelt staatssecretaris Van Ooijen.
De centrale gedachte hierachter is dat de huidige maatschappelijke opvang het herstel van mensen niet bevordert. Van Ooijen: ‘In bijna alle gevallen zijn dakloze mensen die in een opvang verblijven beter af met een eigen woonplek. Om menselijk leed en maatschappelijke kosten te voorkomen, moet er voor deze mensen snel een woonplek gevonden worden.’
Meer preventie
Naast de zorg voor extra woonplekken vallen nog twee opvallende beleidsverschuivingen op. Zo wil het kabinet meer werk maken van preventie. ‘Doordat preventie de kans op werk en participatie vergroot, verbetert het welzijn van mensen en neemt de kans dat zij een beroep hoeven te doen op hulpverlening af.’ Van Ooijen wil dat op lokaal niveau gewerkt wordt aan een sterkere sociale basis van mensen. ‘Passende ondersteuning begint immers bij mensen zelf, hun netwerk en (bestaande) voorzieningen en faciliteiten in de wijk.’
Verder gaat er beter gekeken worden naar oorzaken van dakloosheid. Hij wil werk maken van ‘preventie die aansluit bij de belangrijkste oorzaken van dakloosheid, of dat nu het einde van het verblijf in een (jeugdzorg)instelling is, het verlies van werk, problemen met gezondheid of schulden, of een combinatie van factoren’. Daarom gaat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport onder meer optrekken met het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid. Zij gaan samenwerken in programma’s voor preventie van geldzorgen, armoede en schulden.
Ervaringskennis
Naast preventie is de inzet van ervaringsdeskundigen ook een opvallende beleidswijziging. ‘Ervaringskennis speelt een belangrijke rol voor het maken, maar ook voor het toetsen van het beleid. De ministeries van VWS, SZW, BZK en gemeenten trekken daarnaast op met alle andere betrokken partijen voor de langetermijnaanpak.’
Langetermijnaanpak
De plannen worden de komende maanden uitgewerkt tot een langetermijnaanpak dakloosheid 2023-2030. Deze plannen worden aan het einde van dit jaar gepresenteerd aan de Tweede Kamer. Zeker is dat er structureel jaarlijks 65 miljoen euro extra gaat naar dit thema.