Het aantal particuliere woonzorgvoorzieningen stijgt explosief. Brancheorganisatie NeVeP (Nederlandse Vereniging van Particuliere Woon- en/of Zorgvoorzieningen) verwacht de komende jaren steeds met vijftien procent te groeien. Veel particulieren beginnen echter zonder lid te worden van de NeVeP. Ondanks de onstuimige groei ontbreekt ieder toezicht op de instellingen.
Paddestoelen
Dat stelt het Dagblad van het Noorden in een artikel over particuliere woonzorg. Een woordvoerder van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bevestigt het gebrek aan toezicht. De instellingen schieten als paddenstoelen uit de grond, maar er verdwijnen er ook veel. Een eenduidig beeld is er niet omdat er geen meldingsplicht bestaat voor mensen die een particuliere woonzorgvoorziening beginnen.
Toezicht
‘Wij houden alleen toezicht op de zogeheten AWBZ-instellingen. Voorzieningen die deels betaald worden vanuit de AWBZ of vanuit een persoonsgebonden budget vallen hier niet onder’, aldus een woordvoerder van de IGZ. Alleen als de inspectie klachten binnen krijgt over een instelling, of wanneer die instelling zelf om een inspectiebezoek vraagt, doet de IGZ onderzoek naar de kwaliteit van de zorg.
Keurmerk
NeVeP heeft een eigen kwaliteitskeurmerk. Een voorziening die bij de de vereniging is aangesloten geeft een eigen invulling aan de kwaliteitseisen die het keurmerk NeVeP stelt aan haar leden. De aangesloten woon- en/of zorgvoorzieningen zijn onderverdeeld in drie kwaliteitsklassen. Op basis van vastgestelde criteria en procedures wordt via een screening de klasse van een huis bepaald.
Welgesteld
Naar schatting telt Nederland honderd particuliere initiatieven, variërend van zorgvoorzieningen voor welgestelde ouderen tot woongroepen voor dementerenden. Veel van deze organisaties willen extra voorzieningen openen.
Keuze
Ouderen- en patiëntenorganisaties juichen de komst van deze particuliere instellingen toe omdat het de keuzemogelijkheid voor ouderen vergroot. Maar ze willen ook dat de kwaliteit is gewaarborgd.