Een jaar of vijf geleden werd in Alphen aan den Rijn gestart met een nieuwe werkwijze. Want met de transitie in het sociaal domein, en dus andere opgaven dan voorheen, op komst, was ook een andere manier van werken noodzakelijk. De Jager: ‘We wilden niet meer werken met indicaties, beschikkingen, drempels en uurtje factuurtje. We wilden wel dat onze inwoners de hulp en ondersteuning krijgen waar zij behoefte aan hebben.’
Eén samenwerkingsverband
Om dit te realiseren, was het zaak om dat aanbieders van zorg en welzijn intensief gaan samenwerken. ‘Aanbieders, die zich hebben verenigd in een samenwerkingsverband, krijgen nu gezamenlijk één bedrag om zorg en ondersteuning te organiseren. De visie daarachter is dat als je echte verandering wilt, er een financiële prikkel nodig is. Deze financiële prikkel dwingt samenwerking af.’
Ontschotten
Door één vast bedrag beschikbaar te stellen aan één overkoepelende samenwerkingsorganisatie, is volgens De Jager nog een groot voordeel ontstaan. ‘We hebben alle schotten en bureaucratie op deze manier verwijderd. En dat is waar de transformatie om draaide. Het gaat om het creëren van ruimte en vrijheid. Voor inwoners, die nu zelf aan het roer staan, maar ook van professionals.’
Handelingsvrijheid
Die ruimte die professionals hebben gekregen, is ontstaan omdat ze nu geen tijd meer hoeven te schrijven, geen indicaties hoeven te stellen, minder administratieve lasten hebben gekregen en meer handelingsvrijheid. Ze zitten niet meer vast aan hoe de voorzieningen zijn gedefinieerd. ‘Ze mogen echt in samenspraak met inwoners bepalen wat nodig is en wat te doen. Dat is heel anders dan een keukentafelgesprek waarbij een indicatie wordt gesteld en vervolgens wordt gezocht naar een arrangement van maatwerkvoorzieningen.’
Wisselwerking
Doordat de poorten naar zorg en ondersteuning zijn weggehaald, is volgens De Jager een manier van werken ontstaan waarbij het veel meer draait om de wisselwerking tussen de professional en de inwoner. ‘Het is heel lastig om in een keukentafelgesprek te bedenken wat er met iemand aan de hand is. Vaak is het bieden van ondersteuning een heel proces waarbij je twee stappen vooruit en één achteruit doet en waarbij de situatie na een jaar anders kan zijn omdat de vraag evolueert waardoor hij misschien niet meer past bij de beschikking die in een keukentafelgesprek voor een bepaalde periode wordt afgegeven.’
Eigen regie
Doordat de gemeente van deze manier van werken is afgestapt, kunnen inwoner en professional op hun eigen tempo het hulpverleningsproces doorlopen en de ondersteuning ieder moment aanpassen wanneer dat nodig is. De Jager: ‘In alles wat we doen in Alphen aan den Rijn, stellen we de vraag van de inwoner centraal. Want je kunt alleen doen wat werkt, als je ook weet wat de vraag van de inwoner is. Natuurlijk proberen wij, de gemeente, en de professionals ook de vraag achter de vraag te duiden, pas dan kom je tot maatwerk.’
Dilemma
En hoe zie je dan dat dit ook écht is wat werkt? Dat is niet gemakkelijk te beantwoorden. De Jager: ‘We weten dat niet álle inwoners tevreden zijn. Bijvoorbeeld inwoners die een specifieke voorziening willen of hulp willen van een bepaalde zorg- of hulpverlener. Als die voorziening of zorgverlener niet in het samenwerkingsverband zitten, kan dat niet altijd. Soms is er ook een verschil van inzicht over wat goede zorg is in het licht van de transformatie. Dan is de vraag: wat is de beste oplossing met het beste, duurzame, resultaat? Dat is soms een dilemma. De transformatie vergt niet alleen iets van organisaties, aanbieders, professionals en gemeente, maar ook van inwoners. Het is bijna een soort verwachtingsmanagement. Mensen denken soms dat ze recht hebben op een bepaalde vorm van zorg of ondersteuning. In bijvoorbeeld de persoonlijke zorgverzekering is opgenomen dat je recht hebt op een bepaald aantal consulten van een fysiotherapeut. Dat is echter een heel andere benadering dan de Wmo en de Jeugdwet.’
Klanttevredenheid
Maar gelukkig is een groot deel van de inwoners wél tevreden. En ook de wethouder zelf vindt dat zijn gemeente het goed doet als het gaat om hoe Alphen aan den Rijn de transformatie heeft vormgegeven. ‘Ik ben dan ook van mening dat we goed op weg zijn. We meten bijvoorbeeld de klanttevredenheid onder Wmo gebruikers en daar scoren we nu gemiddeld een 8. Ook horen we van inwoners positieve geluiden als het gaat om de reis die ze moeten maken om ondersteuning te krijgen. Het is bijvoorbeeld buitengewoon aantrekkelijk om diret toegang te hebben tot een specialist als je die nodig hebt. Eigenlijk moet je het zo zien dat wij nu het kastje én de muur bieden. Het hulpaanbod wat de inwoner zelf op dat moment nodig heeft.’