De Volkskrant heeft een aantal mensen geïnterviewd dat zich stoort aan het geschreeuw van bewoners van kleinschalige wooninitiatieven in de wijk. De huisvesting van gehandicapten in woonwijken leidt op minstens zes plekken in Nederland tot conflicten over ernstige geluidsoverlast, aldus de krant.
Geen trend
De Vries vindt het onjuist om specifiek gehandicapten hierop aan te kijken, zo vertelt hij in een interview met Zorgvisie. ‘Er is overal geluidsoverlast. De krant heeft zes mensen gesproken, waarvan een buurman naast een instelling woont voor echt zware zorg. Dat noem ik op honderden woonzorginitiatieven geen trend’, aldus de directeur.
Zware gevallen
Dat er steeds meer gehandicapten met een zwaardere zorgvraag in de wijk terecht zouden komen is volgens René Toonen van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) niet met cijfers te onderbouwen. Het lijkt hem bovendien ‘uitgesloten’, omdat zorgaanbieders heel specifiek kijken naar wie er in de wijk kan wonen en wie niet. ‘De echt zware gevallen kunnen vaak alleen binnen een instelling wonen.’
Inclusie
De inclusie van mensen met een beperking is juist precies wat het kabinet beoogt met haar beleid, zeggen Toonen en De Vries. ‘Dat betekent dat we ons als samenleving moeten inzetten om de integratie van mensen met een beperking ook daadwerkelijk mogelijk te maken.’ Er worden niet zomaar woonvormen in de wijk geopend. Als er ergens in een buurt een kleinschalige woonvorm komt, gaat de zorgaanbieder met de buren praten, weet De Vries. ‘Zo wordt er meteen verbinding gemaakt met de omwonenden, wat bijdraagt aan acceptatie, respect en het eventuele ongemak beperkt.’
‘Gehandicapten niet aankijken op geluidsoverlast’
Geluidsoverlast is een probleem waar de gemiddelde Nederlander zich het meeste aan ergert, maar gehandicapten zijn in het bijzonder geen grote overlastgevers. Zo reageert Jan de Vries directeur van MEE Nederland op het bericht in de Volkskrant over schreeuwende gehandicapten in de wijk.
Over reacties uit die maatschappij nog maar te zwijgen… ik weet van mensen die verboden werden zich aan te sluiten bij een badmintonvereniging, vanwege hun beperking, verboden door het asiel om een hondje aan te schaffen, vanwege de beperking, verboden deel te nemen aan een vrije tijds club in een wijkcentrum, vanwege een beperking.
Wie nu eigenlijk is beperkt?! Werk aan de winkel!
Ik stel voor: neem een frisje mee, een zakkie chips of borrelnoten en ga kennismaken! De meeste zorgorganisaties hebben (nog?) een gezamenlijke woonkamer waar buurtgenoten ongetwijfeld met veel enthousiasme zullen worden ontvangen!
En wie weet wat er voor ons te leren valt van ‘de gehandicapten’? Zij maken de wereld in ieder geval niet zo complex!
Beeldvorming en vorm geven: volgens mij dient daarop de komende tijd alle aandacht worden gelegd.
We zijn toch niet vergeten dat we allemaal kind zijn geweest en er allemaal een proces voor nodig hadden om te wennen en te leren leven in onze maatschappij?
Voor sommigen begint dat proces op ‘grote mensen leeftijd’.
Bracht die scheiding (bosinstellingen) ook niet juist met zich mee dat we onze aandacht vooral vestigden op ‘de beperking’ en ‘de handicap”? En zelfs nu nog: ‘de gehandicapten’; ‘de echt zware gevallen’.
Met alle respect: geen mens is volmaakt en een mens is niet zijn beperking.
Als we nu eens gaan uitzoeken waar deze mensen stuk voor stuk goed in zijn, kunnen we mogelijk heel veel hebben aan hun bijdragen aan onze samenleving. De één draagt misschien iets meer bij en de ander iets minder. Het zijn net mensen, he?
Een (buitenlandse) vriend zei: ‘In Nederland zetten ze ramen open in plaats van deuren!’ Laten we daaraan nu eens werken, want participeren kunnen we leren en dit is een proces dat ons allen aangaat.