De overheid moet veel meer luisteren naar de
doelgroep, vindt Jacko van Dijk, zelf ernstig gehandicapt en als
internetadviseur werkzaam bij de Nieuwe Media Groep. Hij verwacht veel van
marktwerking en het persoonsgebonden budget (pgb), maar ziet ook het gevaar dat
zorgvragers in alle regelingen het spoor bijster raken. ‘De klant was tot nu toe
helemaal overgeleverd aan de nukken van de zorgaanbieder. Hij moet het nu zelf
bepalen, maar zorgaanbieders zitten daar vaak niet op te wachten. De overheid
moet de marktwerking stimuleren en tegelijk zorgen dat de markt en alle
regelgeving transparant wordt. Waar vindt je als klant de thuiszorg die je nodig
hebt?’ Van Dijk mist bij de overheid het inzicht dat met een ‘beetje goede wil’
gehandicapten best kunnen deelnemen aan onderwijs, arbeidsproces en sociaal
verkeer.
Vrome praat
Wat moeten voor een nieuw kabinet de prioriteiten zijn in de
gehandicaptenzorg? Is de vernieuwing van instellingen het belangrijkst of gaat
het meer om zaken als maatschappelijke integratie (‘community care’) en
volwaardig burgerschap? En hoe komt de zelfstandige gehandicapte straks met een
eigen budget aan de gewenste zorg?
Gehandicapten moeten gewoon de zorg krijgen waar ze recht op hebben, aldus
Paul Bottelier, voorzitter van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN).
Onlangs luidde de organisatie de noodklok. Minimaal tienduizend
gehandicaptenplaatsen in instellingen zouden aan vervanging toe zijn. Ze voldoen
niet meer aan de huidige eisen van de zorg en de groepsgrootte is met twaalf
mensen in veel instellingen groter dan verantwoord, stelde de VGN. Bij navraag
bij het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen bleek dat het om een schatting ging
op basis van een dossieronderzoek onder veertig instellingen.
VGN-voorzitter Bottelier legt uit waarom hij toch pleit voor zo’n
grootschalige vernieuwing. ‘Met name de ernstigste gehandicapten zitten in de
grootste groepen. De gehandicapten met een hoger niveau, de goed gebekte
mongolen, wonen steeds meer kleinschalig, terwijl gehandicapten die zich niet
uiten achterblijven in de instellingen. Groepen van twaalf, verzorgd door twee
verpleegkundigen, zijn volkomen uit de tijd.’
Een nieuw kabinet moet gewoon regelen dat gehandicapten de zorg krijgen
waar ze recht op hebben, vindt Bottelier. ‘Community care blijft vrome praat als
mensen die zorg niet krijgen. Als mensen hun kind liever in een instelling
hebben, mag dat ook. We pleiten ervoor dat de AWBZ zoveel mogelijk wordt omgezet
in persoonsgebonden budgetten. Als de ene instelling niet de zorg biedt die je
voor je kind zoekt, ga je naar een andere instelling. Het systeem dat de
aanbieders helemaal bepalen welke zorg iemand krijgt, is echt
achterhaald.’
Fixatie
Opvallend is dat vanuit instellingen niet zozeer het wonen wordt benadrukt,
als wel de sociale infrastructuur waar gehandicapten deel uit moeten maken. Piet
van den Beemt, directeur van de stichting Arduin, pleit voor het opheffen van
intramurale instellingen voor zorgafhankelijke groepen als gehandicapten,
psychiatrische patiënten en ouderen. ‘De chronische zorg, de care, wordt wat mij
betreft uit het ministerie van Volksgezondheid gehaald. Voor die sector komt een
nieuwe minister, die zich uitsluitend bezig houdt met de kwaliteit van het
bestaan voor die groepen. Het budget voor verstandelijk gehandicapten wordt
opgetrokken naar dat van gevangenen. Gehandicapten krijgen nu maar f 150,- voor
de zorg per dag en gevangenen maar liefst f 300,-. Zo lossen we ook veel
problemen in de gezondheidszorg op, verminderen we de wachtlijsten en maken we
een einde aan de onmenselijke manier van leven in instellingen. Dan horen die
achterlijke psychiatrische instellingen en verpleeghuizen eindelijk tot het
verleden.’
De instellingen maken plaats voor gemeenschapszorg. ‘Gehandicapten blijven
dan waar ze thuishoren, net als iedereen, in de maatschappij. Met thuiszorg
kunnen ouderen thuis blijven, ouders moeten het recht krijgen om hun kind thuis
te verzorgen. We hebben mensen, die zorg nodig hebben, verbannen. Ze moeten
terug in de maatschappij. Dat verwacht ik van een nieuw kabinet en ik wil ze
daar best bij helpen. Dit is dan ook een open sollicitatie.’
‘We moeten een beetje van die fixatie op wonen af,’ vindt Anton
Westerlaken, bestuursvoorzitter van ’s Heeren Loo Zorggroep. ‘Als je streeft
naar maatschappelijke participatie en community care zijn andere vormen van
integratie vaak belangrijker dan de plek waar je woont. Denk aan onderwijs,
werk, cultureel werk, vrijwilligerswerk, sportclubs, de kerk.’ Hij pleit er wel
voor dat onroerend goed, waaronder de gebouwen, eigendom wordt van de
zorginstellingen zelf. Nu wordt dit nog gepacht van de overheid. Op deze manier
kunnen instelling veel makkelijker hoofdlocaties vervangen door kleinschalige
huisvesting. Dertig procent van de zevenduizend cliënten van ’s Heeren Loo
Zorggroep woont op dit moment al kleinschalig. ‘De overheid is helemaal gefocust
op deconcentratie. Wij zijn met veel meer sporen bezig. Als gehandicapten meer
deelnemen aan clubs, vrijwilligerswerk, werk en onderwijs, is dat ook goed voor
de anderen. Zij krijgen dan ook meer oog voor sociale relaties, krijgen
waardering als ze zich inzetten als vrijwilliger en de maatschappij wordt
misschien wat minder individualistisch.’
Dagbesteding
Westerlaken pleit voor een basisinkomen waarmee gehandicapten aan lokale
netwerken kunnen deelnemen. ‘Vergelijk dat met de ‘disability allowance’ in
Engeland dat voor zorgvragers drempelverlagend werkt om deel te nemen aan
allerlei activiteiten. Je moet aan twee kanten werken: geef meer koopkracht aan
zorgvragers, maar bijvoorbeeld ook geoormerkte middelen aan sportverenigingen
voor specifieke activiteiten voor gehandicapten.’
Anke Procee houdt zich voor Bosk (belangenvereniging van motorisch
gehandicapten en hun ouders) bezig met ouderinitiatieven rond kleinschalige
wonen. Zij pleit voor een persoonsgebonden budget voor wonen naast het bestaande
zorg-pgb. ‘Ouders die willen dat hun kinderen zelfstandig wonen, draaien op voor
de woonkosten voor hun kinderen als die jonger zijn dan 23. Die krijgen als ze
zelfstandig wonen geen huursubsidie.’ Verder pleit Procee voor een structurele
en ruimere financiering van de zogeheten ‘zorginfrastructuur’ in kleinschalige
woonvormen. Dit zijn de extra voorzieningen die in de woning nodig zijn voor de
zorg (zoals een lift, een aangepaste badkamer of extra ruimtes voor
zorgpersoneel). ‘Bovendien moeten de mogelijkheden dagbesteding worden
uitgebreid voor meerderjarige gehandicapten met ernstige beperkingen. Zo kunnen
ze hun tijd zinvol besteden en hoeven ze niet altijd in de woning te
blijven.’
Ook Henk Boot, bestuurslid van de Stichting Prisma, een
gehandicapteninstelling voor Midden- en West-Brabant, benadrukt het belang van
het welzijnswerk. ‘Welzijn zou in de trits zorg-wonen-welzijn een veel
centralere rol op lokaal niveau moeten spelen. Bij verstandelijk gehandicapten
ligt de nadruk meestal op fysieke ondersteuning en zorg. Behoud en versterking
van het sociale netwerk betekent dat mensen minder snel een beroep op zorg
hoeven doen. Zorgorganisaties krijgen van de AWBZ hele hoge budgetten, als je
dat vergelijkt met de middelen voor welzijnsinstellingen. De overheid zou een
deel van dat budget aan samenlevingsopbouw kunnen besteden.’
‘Maar welzijnsinstellingen staan vaak niet open voor gehandicapten,’
constateert Jan Troost, voorzitter van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad
Nederland. ‘Ze worden er vaak geweigerd. Als je mensen in de samenleving laat
wonen en je zorgt er niet voor dat ze daadwerkelijk deelnemen, hebben ze er nog
niets aan. Er is dus een integraal beleid nodig, maar daarvoor is de samenleving
nog niet klaar.’
Een nieuw kabinet moet daarom werk maken van de non-discriminatiewetgeving. ‘Het is
toch niet normaal dat gehandicapten en zieken geen gebruik kunnen maken van pinautomaten?
Het openbaar vervoer is voor veel mensen ontoegankelijk. Er moet dringend
wetgeving komen die dit afdwingt.’ Bovendien moet de Wet Voorzieningen Gehandicapten
worden omgezet in het persoonsgebonden budget, vindt Troost. ‘Het
is toch niet meer van deze tijd dat een gemeente, omdat ze de middelen beheert,
voor jou bepaalt welk hulpmiddel je moet nemen?’/ Martin
Zuithof