De Gelderse aanpak kindermishandeling draait vooral om het gemakkelijker uitwisselen van informatie tussen de (volwassenen-)ggz enerzijds, en het AMK, Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming anderzijds.
Beroepsgeheim
De meest opvallende afspraak is dat de ggz-behandelaar die een volwassene in therapie heeft, voortaan ook let op de belangen van eventuele kinderen van die persoon en de risico’s die zij lopen. Als het nodig is, zal hiervoor onder voorwaarden het beroepsgeheim moeten wijken.
Voor de invoering van de Gelderse aanpak richtte de behandelaar zich alleen op de volwassen cliënt. Met deze afspraken kunnen instellingen veel eerder ingrijpen in het belang van een betere bescherming van het kind.
Dilemma
De onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut doen een paar aanbevelingen om de aanpak verder te verbeteren. Zo zal er meer moeten gebeuren om alle medewerkers binnen de ggz te doordringen van de risico’s die kinderen lopen als zij ouders hebben met psychische problemen. Veel medewerkers worstelen nog met het dilemma tussen de vertrouwensband met hun cliënt en de belangen van het kind.
Ouderrol
Ook adviseert het instituut de werkwijze uit te breiden naar bijvoorbeeld huisartsen, maatschappelijk werk en de verslavingszorg. En de ggz-instellingen zouden binnen hun behandeling meer aandacht moeten geven aan de ouderrol van hun cliënten. Dat vereist wel dat de ggz-instellingen een betere registratie gaan voeren van het aantal volwassen cliënten met kinderen.
Signalering
Het rapport ‘Kinderen beter in beeld? De Gelderse aanpak kindermishandeling onderzocht’ werd 4 december aangeboden aan de Gelderse gedeputeerde Hans Esmeijer. De Gelderse aanpak kwam tot stand mede op diens initiatief. Aanleiding vormde de dood van de Apeldoornse jongen Metahanin het najaar van 2006. Alle betrokken partijen maakten vervolgens afspraken over een snellere signalering en gegevensuitwisseling, die een protocol werden vastgelegd.